God liet de doodstijding van onze dochter toe
Mijn man Maarten klikt het voorwiel van zijn racefiets af en legt de fiets in de achterbak van de auto. We stappen in, Wilma zal ons naar huis brengen. Als we het terrein van het ziekenhuis afrijden, voel ik een golf van verdriet in me opkomen. We laten Miriam achter, het gaat in tegen elke vezel van mijn lichaam.
Maarten zegt: "Toen je me vanuit het ziekenhuis belde net nadat Miriam was overleden, zat ik al in de vrachtwagen. Het was fijn dat je de telefoon aan liet staan,
zo kon ik er toch een beetje bij zijn toen je afscheid nam." Heb ik de telefoon aan laten staan? Daar weet ik niets van. Ik ben gewoon vergeten om op te hangen en heb de telefoon op het bed neergelegd. Voor Maarten, die het verschrikkelijk vond om zo ver van ons vandaan te zijn, hielp het. Hij hoorde me tegen Miriam praten en was op die manier toch met ons verbonden. Een klein wonder in alle chaos.
"Toen je me vanuit de ambulance belde heb ik de locatie opgeslagen in Strava", zegt Maarten. "Als een gedenkteken. Misschien kan ik ooit nog eens terug."
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee