Na een auto-ongeluk leerde ik vertrouwen op Gods genade
Ik ben opgegroeid in een niet-gelovig gezin. Ik heb een lastige jeugd gehad waarin ik veel werd gepest. Ook met mijn ouders kon ik moeilijk overweg. Op mijn 17e ben ik begonnen aan de drugs. Eerst softdrugs en daarna harddrugs.
Het is een donkere wereld, waarin ik veel in leugens leefde. Ik deed mensen pijn, maar ik wilde dat niet zien. Ik was niet eerlijk tegen de mensen om mij heen en bracht mensen constant in gevaar. Ik raakte langzaam steeds meer van mijzelf vervreemd. Toch bleef ik gebruiken. Het verdoofde de pijn. Alle slechte dingen die ik deed, raakte op de achtergrond.
Vanuit mijn opvoeding kreeg ik altijd mee dat hard werken belangrijk is. Ondanks dat ik iedere dag blowde en in het weekend harddrugs gebruikte, lukte het toch om te functioneren. Ik kreeg een baan als begeleider in de zorg. Daar ontmoette ik twintig jaar geleden mijn vrouw. Zij had twee jonge kinderen en geloofde altijd al in God.
Kort na onze ontmoeting ging in het weekend naar vrienden. We begonnen die dag al vroeg met alcohol en cocaïne. Aan het einde van de dag bood een vriend mij aan om mij naar huis te brengen, maar dat hoefde niet, vond ik. Het was één lange rechte weg, dus ik koos ervoor om zelf in de auto te stappen. Ik kwam niet op die ene lange rechte weg, maar reed de snelweg richting Deventer op. Daar raakte ik de achterkant van een vrachtwagen. Ik sloeg met de auto over de kop en belandde in de sloot. Ik heb een black-out gehad en weet daardoor niet precies wat er gebeurde, maar ik stond op een gegeven moment op de vluchtstrook. De politie en ambulance kwamen aan. Ik moest met de ambulance mee ter controle. Ik heb aan dat ongeluk niets overgehouden.
De volgende dag kwam mijn vader mij ophalen uit het ziekenhuis en bekeken we samen de auto. Ik stond naast die auto en besefte dat het een wonder is dat ik er nog zo kon staan. Van de auto was niets meer over. Drie maanden na mijn ongeluk stapten vrienden van mij ook de auto in terwijl zij onder invloed waren. Zij hebben dat niet overleefd.
We hebben wel eens gepraat over dat er engelen bij me zouden zijn als ik ergens goed mee weg kwam. Hoewel ik niet over het bestaan van God nadacht, geloofde ik wel dat er meer was tussen hemel en aarde. Maar de christelijke wereld paste niet bij mij, vond ik. Ik had het beeld van de zwarte kousen en dat begreep ik gewoon niet. Ik oordeelde daar heel makkelijk over en koos ervoor om er niet mee bezig te zijn. Hoewel God altijd riep, wilde ik niet luisteren. Dat heeft twintig jaar geduurd.
Ik ging bij mijn vrouw wonen en haar twee kinderen. Samen kregen we nog drie prachtige kinderen. In 2006 zijn we getrouwd. In de eerste jaren had ik nog steeds problemen met alcohol en drugs, maar omdat ik uit mijn omgeving verhuisde en door de duidelijke grenzen die in ons huwelijk werden gesteld, lukte het me om van die verslaving af te komen.
In die jaren zat ik bij mijn schoonvader op de bank en spraken we samen over het auto-ongeluk en over God. Het is moeilijk te beschrijven, maar ik kreeg daar zo’n warm gevoel over mij heen. Ik besefte ineens dat God bij me is geweest. Ik heb kort daarna Upstream bezocht om het beter te begrijpen en ik kreeg een Bijbel.
In de jaren erna probeerde ik het goed te doen. Ik stond wat meer open voor God, maar het leven hield me in zijn greep. We hebben met onze kinderen hele pittige tijden beleefd. Door te stoppen met alcohol en drugs, verloor ik de verdoving en kwam er zoveel pijn naar boven. Ik raakte daardoor in een depressie. Ik bleef wel naar Upstream kijken, maar bleef steeds in dezelfde cirkel lopen. Ik kreeg kracht en inzicht, wilde me wel openstellen voor God en vergaf andere mensen voor hun fouten, maar het lukte me maar niet om mezelf te vergeven. Die last bleef ik vasthouden. Ik moest eerst leren te vertrouwen op de genade van God. Dat Hij die last van mij overneemt.
Dat is al gebeurd door de dood en opstanding van Jezus. Jezus zei dat Hij die last van mij overneemt. Hoeveel ik ook verkeerd doe en heb gedaan. Ik wil daarop vertrouwen en zeg ja tegen God, ik zet die stap. Nu, na al die jaren. Ik wil leven in de vrijheid die Jezus voor mij heeft mogelijk gemaakt.
Het voelt als een diepe zucht. Als een nieuw leven. Ik merk dat ik weer mag groeien. Het is hobbelige weg, het leven is niet eenvoudig. Maar God gaat Zijn weg met mij. Ik begrijp het nu en herken God in mijn leven. Ik ben benieuwd waar de Heere mij zal brengen en wat ik nog mag leren. Ik vertrouw erop dat deze weg, de weg naar geluk en blijdschap is. Ik vertrouw op God.
Bovenstaand getuigenis is afkomstig van Dennis van de Keuken (45) uit Bathmen. Dit artikel verscheen op de website van Upstream en is met toestemming overgenomen door Cvandaag.
Praatmee