Het horen van Gods stem is in onze tijd niet vanzelfsprekend
In een tijd waarin we overspoeld worden door een stortvloed aan informatie en prikkels, blijft één vraag van het grootste belang: hoe horen we te midden van zoveel stemmen Góds stem? Het horen van Gods stem is in onze tijd niet vanzelfsprekend.
Veel mensen zegt het niets als anderen vertellen dat ze Gods stem gehoord hebben. Maar ook binnen de kerk worstelen mensen met de vraag: hoe weet ik zeker dat ik Gods stem hoor?
Viermaal Gods stem
Sommige mensen leggen hun oor te luisteren bij de natuur. Dat doet ook de dichter van Psalm 19: ‘De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen. Dag op dag spreekt overvloedig, nacht op nacht geeft kennis door.’ (vs.1,2) Je oor te luisteren leggen bij de natuur heeft ook iets dubbels. De natuur weerspiegelt Gods majesteit, maar tegelijkertijd toont ze de gebrokenheid van ons bestaan. In de natuur horen we ook de stem van dood en geweld.
Anderen proberen Gods stem te verstaan in de geschiedenis. Soms laat de geschiedenis iets van Gods handelen oplichten. Ik denk bijvoorbeeld aan de val van het IJzeren Gordijn in 1989. Dat was een moment waarop velen het idee hadden: hier is God aan het werk. De geschiedenis onthult zeker Gods leiding, maar ze laat ook de chaos zien van agressie, haat en dodelijk geweld. Horen we Gods stem bijvoorbeeld ook in Auschwitz?
Weer anderen zoeken Gods stem te ontwaren in de rede, het verstand. Nu kan de ratio ons helpen veel dingen te begrijpen. Veel theologen, zoals Anselmus, hebben geprobeerd godsbewijzen te formuleren, maar die houden slechts stand totdat anderen er weer een gaatje in weten te schieten. De rede kan hooguit de aannemelijkheid van het godsbestaan aantonen, maar een sluitend bewijs ervan geven, kan ze niet. Je hoort dus wel iets, maar het is geen eenduidig geluid.
Ook menen sommigen in het bestaan van de vele religieuze tradities het spreken van God te horen. ‘De mens is ongeneeslijk religieus’, wordt vaak gezegd, dat moet wel een teken zijn dat God bestaat.
Maar de verschillende religies laten vooral een kakofonie van stemmen horen, van het veelgodendom van het hindoeïsme tot het boeddhisme dat helemaal geen god kent maar eerder een levensbeschouwing is, geïnspireerd door het voorbeeld van Gautama Boeddha. Ten slotte zijn er de (zogenaamde) profetische stemmen die claimen de stem van God te vertolken. Zo hebben Jehovah’s Getuigen meerdere malen het einde van de wereld voorspeld, maar de wereld bestaat nog steeds. Profetische stemmen komen vaak niet uit en niet zelden spreken ze elkaar tegen.
Woord en Geest
Te midden van al deze verwarring blijft toch de Bijbel over. Gelovigen ervaren vaak dat de Bijbel op krachtige wijze spreekt. Hoe komt het toch dat zovelen daar Gods stem wel in horen? Dit horen is zeker niet vanzelfsprekend. Het geheim ligt, zegt artikel 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, in de werking van de Heilige Geest:
‘Wij ontvangen al deze boeken (de 66 bijbelboeken, genoemd in artikel 4, MJdV) alleen als heilig en canoniek om ons geloof daarnaar te richten, daarop te gronden en daarmee te bevestigen. En wij geloven zonder enige twijfeling alles wat zij bevatten. En dit niet zozeer omdat de kerk ze aanneemt en als zodanig erkent, maar vooral omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten dat ze van God zijn, terwijl zij ook het bewijs daarvan in zichzelf hebben, aangezien zelfs blinden kunnen tasten dat de dingen die daarin voorzegd zijn, gebeuren.’
Let op dat ‘niet zozeer… maar vooral’. Niet zozeer in de zin van: niet alleen maar omdat de kerk deze boeken als canoniek erkent – dat ook – maar vooral vanwege het getuigenis van de Heilige Geest in onze harten.
Nog lyrischer spreekt de Westminster Confessie. Wanneer zij in artikel 1.5 handelt over de Schrift spreekt ze over: ‘het hemelse van haar inhoud, de kracht van haar leer, de majesteit van haar stijl, de onderlinge overeenstemming van al haar delen, de strekking van het geheel – namelijk om alle eer aan God te geven –, de volledige openbaring die zij geeft van de enige weg tot zaligheid voor de mens, haar vele andere onvergelijkelijke uitmuntende eigenschappen, en haar absolute volmaaktheid, het zijn allemaal gronden waarmee zij overvloedig bewijst dat ze het Woord van God is. Niettemin komt onze volle overtuiging en zekerheid van de onfeilbare waarheid en haar goddelijk gezag van het innerlijke werk van de Heilige Geest, die getuigenis geeft in onze harten door en met het Woord.’
Volgens de belijdenisgeschriften overtuigt de Bijbel dus van zichzelf, maar deze overtuiging vindt haar kracht pas echt wanneer de Geest het Woord tot leven brengt.
Een leeuw
Er wordt tegenwoordig veel gediscussieerd over het gezag van de Schrift. Dat is terecht als dat gezag in twijfel getrokken wordt. Dan gaat het over de hermeneutiek. Maar de Bijbel heeft geen ingewikkelde apologetiek nodig. Charles Haddon Spurgeon illustreert dit treffend door de Bijbel te vergelijken met een leeuw: ‘De Schrift verdedigen? Dat hoeft niet. Laat de leeuw los, en hij zal zichzelf verdedigen.’ De Schrift overtuigt zelf van haar gezag.
Maar je komt pas goed onder het gezag van het Woord als de Geest je ermee overweldigt. De Geest werkt niet buiten het Woord om – of alleen als ‘opstap’ naar het Woord. Woord en Geest zijn onlosmakelijk verbonden: de Geest werkt door het Woord en het Woord krijgt betekenis door de Geest.
Woord en daad
Er wordt wel gezegd dat je daar tegenwoordig niet meer mee aan kunt komen. Toch moeten wij fiducie hebben in Woord en Geest. De eeuwen door hebben die gewerkt. Dat mensen Gods stem niet horen, is helemaal niet van onze tijd. De eeuwen door heeft God gesproken tegen een volk dat zich doof hield. Israël negeerde Gods woorden keer op keer. Jeremia 5:14 benadrukt hoe Gods woorden het volk als een vuur zouden verteren: ‘Omdat u dit woord spreekt, zie, Ik ga Mijn woorden in uw mond tot vuur maken en dit volk tot hout, zodat het hen zal verteren.’ Toch blijft God spreken, ondanks hun ongehoorzaamheid.
Gods stem kan op onverwachte manieren spreken. Soms werkt Hij direct in het leven van mensen, zoals we zien bij moslims die tot geloof in Christus komen. Andere keren spreekt Hij door gebeurtenissen, waarin we achteraf Zijn leiding zien. Maar we moeten ons wel openstellen voor de Geest. Van Ruler geeft in zijn boek Waarom zou ik naar de kerk gaan? als een van de redenen dat we in de kerk de kans lopen bekeerd te worden. Als je nat wilt worden, moet je in de regen gaan lopen.
Het Woord is levend en krachtig. Het Hebreeuwse woord dabar betekent woord en daad tegelijk. Het Woord werkt wat uit. We zien dat meteen al in Genesis 1: ‘En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.’ We zien het ook in het Nieuwe Testament. De hoofdman over honderd zegt tegen Jezus: ‘Spreek slechts een woord, en mijn knecht zal genezen zijn.’ En op hetzelfde moment werd zijn knecht gezond (Matt.8:5-13).
Prachtige ontdekkingen
Als je eenmaal die stem gehoord hebt in het Woord, dan kun je er al snel niet genoeg van krijgen. Hoe meer je spit in het Woord, hoe meer prachtige ontdekkingen je doet. Neem Psalm 116. Drie keer klinkt daar het aanroepen van de Naam van de HEERE als refrein.
– ‘Banden van de dood hadden mij omvangen (…). Maar ik riep de Naam van de HEERE aan: Och HEERE, bevrijd mijn ziel.’ (vs.3-4)
– Wanneer de dichter heeft ervaren dat de HEERE hem uit zijn nood heeft gered, zegt hij: ‘Wat zal ik de HEERE vergelden voor al Zijn weldaden, die Hij mij bewees? Ik zal de beker van het heil heffen en de Naam van de HEERE aanroepen.’ (vs.12-13)
– En vervolgens lezen we in vers 17: ‘Ik zal U een offer van dankzegging brengen en de Naam van de HEERE aanroepen.’
We herkennen in dit drievoudige refrein de drieslag van de Heidelbergse Catechismus: ellende, verlossing, dankbaarheid.
De Bijbel is een onuitputtelijke bron van schoonheid. Maar om dat te ontdekken, moet je er wel voor gaan zitten en, net als bij een schilderij van Brueghel, rustig en geconcentreerd kijken. Een mooi voorbeeld uit de Bijbel is Nehemia 8:4, waar het volk aandachtig luistert naar de wet van God. Pas door echt stil te staan bij de details, ontdek je dat de teksten niet slechts een bron van informatie zijn maar een venster op de relatie tussen God en mens.
Exodus 25:22 herinnert ons eraan dat God spreekt vanaf het verzoendeksel. Dit verwijst naar Christus en Zijn verzoeningswerk. Hebreeën 1:1 vat dit krachtig samen: ‘Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.’ Christus is de belichaming van Gods spreken, zoals Johannes 10:4 laat zien: ‘De schapen volgen Hem, omdat zij Zijn stem kennen.’ Je kunt dus Gods spreken herkennen in Christus.
Rabbi Soesja
Een bekend chassidisch verhaal van rabbi Soesja biedt een prachtig voorbeeld van de kracht van Gods spreken. Elke keer dat rabbi Soesja de woorden ‘en God sprak’ hoorde, raakte hij in extase. Hij sloeg met zijn handen op de houten muur en riep herhaaldelijk: ‘En God sprak, en God sprak, en God sprak…’ Nog voor de woorden zelf ter sprake kwamen, was het eenvoudige feit dat God spreekt genoeg om hem in vervoering te brengen. Dat kan nog steeds. God spreekt.
Dr. M. J. de Vries uit Papendrecht is bijzonder hoogleraar Christelijke filosofie aan de Technische Universiteit Delft en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van deze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!
Praatmee