Een typisch voorbeeld van het vrijgemaakte ‘alles-of-niets-syndroom’
'Een verkeerd signaal: NGK stopt met uitzenden zendingswerkers', zo was vorige week te lezen via Cvandaag. Aanleiding voor het opinieartikel van ds. M. van Reenen was een besluit van Verre Naasten (in de volksmond DVN genoemd, omdat het tot voor kort De Verre Naasten was). De Nederlandse Gereformeerde Kerken hebben via hun missieorganisatie besloten om geen zendingswerkers meer uit te zenden. Is er, zoals Van Reenen beweert, inderdaad sprake van een verkeerd signaal?
Oud-GKV'ers hebben regelmatig last van het ‘alles-of-niets-syndroom’. Dat mag ik zeggen, want ik ben voor de volle 100 procent zo’n vrijgemaakte jongen. Dat geldt ook voor de stevige uitspraken van Klaas Harink, de net afgetreden directeur van Verre Naasten en de huidige interim-directeur Janneke de Vries over het niet meer uitzenden van zendelingen naar het buitenland. Klaas Harink leidde DVN van 2013 tot 2024. In die periode verdwenen de laatste zendelingen bij DVN “en daar zijn we trots op”, liet hij optekenen in het Nederlands Dagblad, want “nu ondersteunen we lokaal mensen, die in hun eigen land en taal Gods liefde in woorden en daden uitdelen.”
Zijn tijdelijke opvolger Janneke de Vries is er ook blij mee dat Verre Naasten geen zendelingen meer naar het buitenland stuurt. In het Reformatorisch Dagblad zegt ze: “De verantwoordelijkheid van de Evangelieverkondiging ligt bij lokale christenen.” Volgens haar is Verre Naasten daarbij een helpende partner van betekenis door in woord en daad kerken, organisaties en theologische instellingen te steunen die dat nodig hebben. Maar dan wel vanuit Nederland, want “het uitzenden van een persoon kost veel meer geld dan het inzetten van lokale deskundigen. In die zin getuigt deze werkwijze van goed rentmeesterschap”.
Praatmee