Zwitserse kerk stapt naar Europees Hof na doopverbod in Meer van Genève
De evangelische kerk van Cologny, gelegen in het Zwitserse kanton Genève, heeft besloten om het besluit van de Zwitserse Federale Rechtbank aan te vechten bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Dit besluit betreft het verbod op het houden van openbare doopdiensten in het Meer van Genève. Dat meldt Evangelical Focus Europe.
De Zwitserse Evangelische Alliantie (SEA-RES) en haar Geneefse afdeling, het Réseau évangélique de Genève (REG), steunen de kerk in deze juridische strijd. Ook de Federatie van Vrije Evangelische Kerken (FREE), waar de kerk lid van is, staat achter het besluit om de zaak voor te leggen aan het EHRM. Volgens deze organisaties is het belangrijk om de verenigbaarheid van de uitspraak van de Federale Rechtbank met het internationale recht op godsdienstvrijheid te toetsen.
Een lange weg naar gerechtigheid
In juli 2022 verbood de Staatsraad van Genève de kerk van Cologny om doopdiensten te houden in het Meer van Genève. Dit verbod was gebaseerd op de laïciteitswet van het kanton, waarin staat dat "doopdiensten op openbare plaatsen alleen toegestaan zijn voor kerken waarmee de Staatsraad een officiële relatie heeft."
Stéphane Klopfenstein, plaatsvervangend directeur van de RES, betreurde dit besluit destijds en verklaarde: "Genève vertrapt haar traditie van tolerantie en schaadt haar reputatie als hoofdstad van de mensenrechten."
Na het afwijzen van hun beroep door de Federale Rechtbank in februari 2024, besloten de evangelische kerken om hun zaak voort te zetten bij het Europees Hof.
Te veel macht voor het kanton?
"In zijn uitspraak van februari 2024 heeft de Federale Rechtbank het concept van secularisme uitgebreid, waarbij een doopceremonie in de openbare ruimte volgens haar de religieuze vrede en de overtuigingen van anderen zou kunnen schaden", aldus het gezamenlijke persbericht van de kerk van Cologny, RES en FREE.
Volgens de evangelische organisaties ligt het grootste meningsverschil bij de erkenningsprocedure die door het kanton Genève is ingesteld. Deze procedure vereist dat de betrokken religieuze gemeenschap een verklaring van toewijding ondertekent, gevolgd door een discretionaire beslissing van de Staatsraad van Genève, een besluit waartegen geen beroep mogelijk is.
Het persbericht waarschuwt dat "de staat de macht heeft om te kiezen welke gemeenschappen de vrijheid krijgen om hun godsdienstvrijheid op openbaar terrein uit te oefenen, en welke gemeenschappen dit recht wordt ontzegd."
"Achteruitgang van religieuze vrijheid"
Na de uitspraak van de Federale Rechtbank in februari gaf de RES in april een verklaring uit waarin werd opgemerkt dat "deze beslissing een achteruitgang van de godsdienstvrijheid in het kanton bevestigt, wat een grote teleurstelling en bron van onbegrip is".
"Het laat een secularisme zien dat meer gericht is op wantrouwen jegens kerken dan op openheid en een rijker sociaal netwerk. De rechtbank heeft helaas de achteruitgang van religieuze vrijheid in het kanton Genève bevestigd", voegde de RES toe.
De RES vindt het betreurenswaardig dat "religieuze organisaties a priori als verdacht worden behandeld, doordat zij een verplichting tot de staat moeten aangaan voor religieuze evenementen, iets wat niet van andere gebruikers van het openbare domein wordt vereist".
"De staat kan voordelen bieden aan religieuze organisaties die ervoor kiezen om relaties met hem te onderhouden, maar mag op geen enkele manier de rechten beperken van degenen die dat niet doen. De volledige onafhankelijkheid van kerken van de staat moet de norm zijn", concludeert de verklaring.
Praatmee