Wetenschapsjournalist schrijft slotbrief: 'In onze benadering zit een fors verschil'
'De schepping van hemel en aarde is voor mij een verhaal over dingen die te groot zijn om te bevatten, dus ook om na te vertellen, aldus dr. RenƩ Fransen in zijn slotbrief. Vandaag sluit zijn opponent ir. Bart van den Dikkenberg deze briefwisseling over schepping en evolutie af. De verschillende standpunten blijven overeind, maar tegelijkertijd spreekt de wetenschapsjournalist zijn waardering uit. 'Je pogingen om gaten in mijn boek te schieten, zetten mij ook weer aan het denken.'
Beste RenƩ,
Ik herken me in jouw ervaring dat het lastig is om in kort bestek zoān complex onderwerp grondig uit te benen. Ik loop jouw brief op volgorde door, en zal daarop waar nodig reageren.
Je begint met de terechte conclusie dat geen enkel wetenschappelijk argument mijn standpunt zal kunnen veranderen als het gaat over de schepping zoals die is beschreven in Genesis 1 en 2.
In mijn vorige brief heb ik aangegeven dat de (methodologisch naturalistische) wetenschap geen zinvolle uitspraken kan doen over een wonder. Simpelweg omdat wonderen buiten het wetenschappelijke onderzoeksterrein vallen.
Jouw reactie is vervolgens dat forensische wetenschap uit allerlei feiten kan komen tot āwettig en overtuigend bewijsā. Inderdaad. Zelfs tot de rechtbank toe wordt het aanvaard als bewijs.
Maar het gaat bij de schepping over een wonder, en dat verandert de zaak compleet. Ik neem een ander wonder als illustratie. De Heere Jezus heeft als eerste wonder in Kana water in wijn veranderd. Stel, je zou die wijn methodologisch naturalistisch via de forensische wetenschap onderzoeken met alle moderne apparatuur die daarvoor beschikbaar is. Dan zou de uitkomst luiden: uitstekende rode wijn, heeft wellicht vijf jaar gerijpt in eikenhouten vaten. Het alcoholgehalte is 12 procent, dat betekent dat het suikergehalte van de druiven vrij hoog moet zijn geweest. Naturalistisch gezien kloppen de feiten met de conclusie dat het een uitstekende wijn was (Joh. 2:10).
Praatmee