cip.nl is nu cvandaag.nl
Start gratis maand
Ds. J. C. den Ouden
Dit artikel is nu opgeslagen in je dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.

God

22 juni 2020 door Jeffrey Schipper

In de Biblebelt ging het evangelistenbloed bij ds. Den Ouden sneller stromen: "Ik stond oog in oog met de secularisatie"

“In Opheusden stond ik oog in oog met de secularisatie. Mijn evangelistenbloed is daar gaan stromen.” Bijna tien jaar was ds. J. C. den Ouden actief in Opheusden. Uitgerekend in een Biblebelt-gemeenschap, voelde de hersteld hervormde dominee zich een evangelist. Cvandaag sprak met Den Ouden in Sint-Maartensdijk over ontmoetingen, zijn passie voor muziek en waarom het domineesbestaan soms bikkelen is.

cvandaag Premium logo

Dit artikel is je cadeau gedaan door cvandaag Premium lid Jeffrey Schipper.

Word ook lid

“Van jongs af aan heb ik een grote liefde voor het Woord van God”, vertelt hij. “Als kind had ik daar natuurlijk een romantische voorstelling van. Een kerk vol mensen en een prekende dominee vond ik mooi. Inmiddels ben ik alweer heel wat jaren verder en weet ik dat het domineesbestaan helemaal niet zo romantisch is. Het kan soms best een kwestie van bikkelen zijn. Je hebt het gevoel dat je altijd moet geven. Je moete altijd geestelijk zijn, en dat ben je helaas niet. Dwars door alles heen geloof ik dat de Heere mij geroepen heeft om dit werk te doen.”

Geloofszekerheid was voor u een belangrijke voorwaarde. Hoe is die geloofszekerheid ontstaan?
“Eerlijk gezegd zijn er soms momenten dat ik me afvraag: is het wel waar”, geeft Den Ouden toe. “Als ik echt een kind van God ben zou ik meer liefde en ijver moeten hebben voor de Heere. M’n gebedsleven zou intenser zijn. M’n bewogenheid met de naaste veel groter. Aan de andere kant durf ik het niet te ontkennen. Daarmee zou ik de genade van de Heere tekortdoen. Hij heeft mij geroepen en getrokken. Hij heeft mij meer lief dan ik Hem ooit lief kan hebben. Door de prediking en het lezen van de Bijbel mag ik weten: die genade is er ook voor mij. Ook ben ik hoe langer hoe meer de rijkdom van mijn doop gaan verstaan. Toen ik nog niet naar God kon vragen vroeg Hij naar mij. Dat is niet te begrijpen.”

"Christen-zijn wordt door buitenkerkelijken vaak vereenzelvigd met het houden aan de regels. Het is verdrietig als we niet meer uitstralen dan dat."

Tien jaar lang maakte Den Ouden duidelijk dat die genade er ook geldt voor alle inwoners van Opheusden. “Daar is mijn evangelistenbloed gaan stromen”, maakt de predikant duidelijk. “Ruim 900 gemeenteleden waren randkerkelijk of kwamen überhaupt niet in de kerk. Op begrafenissen ontmoette ik kinderen en kleinkinderen van overledenen die niets meer met het geloof hadden. Ze keken me in rouwdiensten aan of je een sprookje stond te vertellen. Dat heeft mij aangegrepen. In Opheusden ben ik me er nog bewuster op gaan toeleggen laagdrempelig te preken. Eenvoudig preken zonder oppervlakkig te zijn, dat is echt niet makkelijk. Ik probeer de focus meer op de basis van het evangelie te richten. De franje buiten de kern van Jezus’ boodschap, hoeft van mij niet. Ook in mijn taalgebruik zoek ik eenvoudig te zijn. Ik heb daarin veel geleerd van ds. L. Vroegindeweij en zeker ook van iemand als Maarten Luther. Zij spraken de taal van de mensen. ”

Hoe verklaart u dat in een BibleBelt-gemeenschap als Opheusden u zoveel mensen sprak die niet naar de kerk gaan?
“In Opheusden stond ik oog in oog met de secularisatie. Wat ik vaak terug hoorde, was: ‘Kerkmensen stralen uit dat ze zich beter voelen dan wij die niet naar de kerk gaan. En kerkgangers denken een streepje voor te hebben bij God.’ Ik denk dat hierin een stuk waarheid schuilgaat. De farizeeër die dankte dat hij gelukkig niet zo slecht was als die ander. Ook zijn mensen afgeknapt op schijnheiligheid. 'Kerkmensen die op zondag netjes in de kerk zitten en door de week proberen ze beter van je te worden', zo denkt men. Christen-zijn wordt door buitenkerkelijken vaak vereenzelvigd met het houden aan de regels. Het is verdrietig als we niet meer uitstralen dan dat.

Als dominee is het vervolgens de kunst om niet boven hen te gaan staan. Mijn zwarte pak maakt mij niet anders dan zij die de kerk de rug hebben toegekeerd. Ik ben een gewoon mens die worstelt met dezelfde vragen en zonde als een ander.”

Ik vroeg haar: ‘Hoe ben je ertoe gekomen naar de kerk te gaan?’ Ze zei: ‘Ik hoorde de kerkklok luiden en dacht: daar moet ik naartoe.’

Hoe zag u God aan het werk tijdens uw periode in Opheusden?
“Een jongeman had helemaal gebroken met de kerk en kreeg op een gegeven moment een tumor. Via via werd mij gevraagd of ik hem wilde opzoeken in het ziekenhuis. Tijdens dat gesprek zei die jongen tegen mij: ‘Dominee, u moet bidden en als ik dit overleef kom ik bij u naar de kerk.’ Ik sprak een gebed uit en las een stuk uit de Bijbel. Eerlijk gezegd dacht ik: ‘Die jongen zegt dat hij weer naar de kerk komt als hij er goed uitkomt, maar dat zal vast niet gebeuren. Erg, hè?’”

Deze jongeman onderging een succesvolle operatie en kwam er weer bovenop. “En wat denk je? Vanaf zijn eerste kerkbezoek sinds zijn ziekenhuisperiode, heeft hij geen kerkdienst meer overgeslagen. In die tijd erna heb ik hem vaak bezocht en veel met hem gebeden. Ondertussen woonde hij samen met zijn vriendin. Ik ben er bewust niet over begonnen en dacht: ‘Als zijn verandering écht van God is, komt hij er zelf wel een keer mee voor de dag.’ En zo geschiedde. Op een gegeven moment liet hij weten dat hij wilde trouwen. Na zeven jaar samenwonen ging zijn vriendin weer terug naar vader en moeder, waar zij tot hun huwelijk verbleef.”

De dominee herinnert zich nog een ander, verhaal. “‘Dominee, u zou eens bij onze buren op bezoek moeten gaan’, vroeg een lid uit de gemeente. Sinds hun trouwen waren ze gestopt met de kerkgang. Hun vijf kinderen waren niet gedoopt. Ze waren helemaal klaar met de kerk en het geloof.
De buurvrouw heeft er met hen over gesproken en voelde aan dat de tijd rijp om hierover door te praten. Tijdens dat gesprek gaven ze aan geen rust te hebben bij een leven zonder God en de kerk. Na onze ontmoeting trokken ze de stoute schoenen aan en gingen de eerstvolgende zondag bij ons naar de kerk. Hun oudste zoon lachte het weg. Hij had er helemaal niets mee. Na een paar maanden ging hij met zijn ouders mee naar de kerk. Op een gegeven moment heb ik die moeder en hun kinderen gedoopt. Tijdens de doopdienst moest ik denken aan Handelingen 16, waar staat dat de cipier en zijn hele huisgezin tot geloof in God kwamen en gedoopt werden.

Het bijzondere is dat deze mensen op mijn weg zijn gebracht. Ik heb ze zelf niet gezocht. De Heere wilde mij gebruiken. Meer niet. Wonderlijk! Zelf hoef ik alleen maar te zaaien en groot te spreken over God.” Den Ouden vertelt enthousiast over een jonge vrouw. “De scriba tipte mij over een vrouw die nog niet zo lang naar de kerk ging. Tijdens mijn bezoek vroeg ik haar: ‘Hoe ben je ertoe gekomen naar de kerk te gaan?’ Ze zei: ‘Ik hoorde de kerkklok luiden en dacht: daar moet ik naartoe’, antwoordde zij. Vervolgens heeft zij de fiets gepakt en sindsdien bezoekt zij elke zondag de kerk. Haar man - die van huis uit ook nooit naar de kerk ging, is later met haar meegegaan. Ook daar heb ik weinig aan gedaan. God bracht dit gezin op mijn pad.”

"Soms kreeg ik het gevoel dat ik een bedrijf draaiende moest houden. Veel begrafenissen en trouwdiensten. Veel zieken."

U vertelt veel bijzondere en mooie verhalen. U gaf al aan dat het domineesbestaan ook een kwestie van bikkelen is. Wat bedoelt u daarmee?
“Er waren er in de gemeente die mij na mijn intree met hosanna verwelkomde. Zo’n dominee hadden ze nooit gehad. Nou, dat voelt wel goed als dat gezegd wordt. Na verloop van tijd temperde het enthousiasme. Ze begonnen dingen in mijn prediking te missen. Van ziekenzalving tot tongentaal en het duizendjarig rijk. Vervolgens lieten zij zich overdopen. En gingen zelf dopen.
Zij droegen actief hun visie uit in onze kerk en probeerden gemeenteleden mee te nemen. Dat was heel pijnlijk maar ook leerzaam. Je moet maar nooit op roem van mensen bouwen. En niet denken dat je wat bijzonders bent.

Wat ook lastig is, is dat je als dominee in een sleur terecht kunt komen. De hersteld hervormde gemeente in Opheusden is groot. Er moest veel gebeuren, waardoor ik soms het gevoel kreeg dat ik een bedrijf draaiende moest houden. Veel begrafenissen en trouwdiensten. Veel zieken. En dan al het andere werk wat erbij komt kijken. Iedere zondag twee nieuwe preken. Dan bezat ik niet altijd de houding van Jezus die ‘vol ontferming bewogen was toen hij de schare zag’."

Sinds 2018 is Den Ouden predikant in Sint-Maartensdijk, toevallig de gemeente waar tot die tijd zijn broer N. den Ouden predikant was. Lopend door het huis van Den Ouden, komen we al snel tot de ontdekking dat er op allerlei plekken muziekinstrumenten te vinden zijn. “Een leven zonder muziek kan ik mij niet voorstellen. Spelen op de piano of het orgel geeft mij rust. Ik kan eindeloos naar Bach luisteren. Wat een muziek. En Beethoven en Schubert."
Den Ouden en zijn vrouw stimuleren hun kinderen zoveel mogelijk om muziekinstrumenten te bespelen. Zo gaan de ‘Den Oudjes’ regelmatig naar piano- en vioolles.

Ook wordt in huize Den Ouden veel gezongen. “Iedere zondag geven de kinderen na het avondeten een lied op en zingen we een half uur lang liederen om de Heere te prijzen. Muziek bindt samen en maakt je hart gaande. Aanstaande zondag is het weer zover!”

Ds. J. C. den Ouden begon in 2004 als predikant in de hersteld hervormde gemeente in Rijssen. In 2009 ging hij aan de slag in Opheusden. Sinds 2018 woont en werkt Den Ouden in Sint-Maartensdijk.

cvandaag Premium logo

Christenen die meer diepgang willen kiezen voor cvandaag Premium

Je las net een gratis cvandaag Premium artikel. Meld je aan en start je gratis maand.

Start je gratis maand

Praat mee

Alleen cvandaag Premium leden kunnen reageren op artikelen. Word ook cvandaag Premium lid, praat mee en geniet van nog veel meer voordelen!
Bekijk alle voordelen Inloggen

Reacties

W
Mooi interview, zeker wat dat laagdrempelig preken bevat.

Ik denk ook heel belangrijk in deze tijd dat mensen weinig meer van de bijbel af weten. Spreek de taal van de mensen.

Daarna gaan ze zelf op zoek naar meer antwoorden op hun levensvragen.