Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Deze week mag ik schrijven over waarschijnlijk één van de meest bekende fragmenten uit de vier Evangeliën: de Bergrede. Of het eerste gedeelte ervan althans, want ook in hoofdstuk zes en zeven gaat het voor zover ik weet over de Bergrede. Ik herinner me van de eerste keer dat ik dit las, dat dit één van de eerste Bijbelgedeelten was waartoe ik me erg aangetrokken voelde en waardoor ik geraakt werd.
Jezus spreekt zittend op een berg een mensenmassa, onder wie ook zijn discipelen, toe. Deze Bergrede begint meteen al heel krachtig, mooi en hoopvol. Hij spreekt namelijk over wie er gelukkig zullen zijn: de nederigen van hart, want voor hen is het koninkrijk van de hemel, de treurenden die getroost zullen worden, de zachtmoedigen die het land zullen bezitten, zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en die verzadigd zullen worden, de barmhartigen die barmhartigheid zullen ontvangen, zij die zuiver van hart zijn en God zullen zien, de vredestichters die kinderen van God genoemd zullen worden en degenen die vervolgd worden omdat dat ze opkomen voor de gerechtigheid, en die vervolgd worden vanwege hun geloof in Jezus, want voor hen is het koninkrijk van de hemel en zij zullen daar rijkelijk beloond worden.