Praten met prostituees
‘Mogen we even binnenkomen?’ vragen we aan een vrouw achter het raam. Ze zwaait de deur al open. Shalina -een van de vrijwilligers van Stichting De Haven met wie ik een avond meeloop- mag op haar bed zitten, ik op een laag krukje. Ik in een lange broek, spijkerjasje en witte sneakers waarin de rode lamp weerspiegelt, onze gastvrouw op haar barkruk, in haar lingeriesetje -haar bh nog los- en hoge hakken. Net op het moment dat we ‘aaaaaah’ en ‘wat schattig’ roepen bij het bekijken van filmpjes van haar vijfjarige dochtertje, rijdt een politieauto de straat in. Een van de vrouwen is in elkaar geslagen door een klant.
‘Wat kan ik voor jullie doen?’ vraagt iemand uit zichzelf als we voorbijlopen. ‘Nee, nee, nee!’ roept Shalina, met druk afwerende gebaren. We moeten alle drie lachen om haar reactie en hebben spontaan een heel gesprek met deze vrouw in een ander bordeel. Over haar werk, de kerk, haar kinderen, haar geloof in Jezus en onderwerpen waarover ik niks in deze column kan delen. (Sowieso heb ik vanwege de privacy details aangepast.) We bedanken haar voor het leuke gesprek. Echt, als ze mijn buurvrouw zou zijn, zou ik haar uitnodigen op de koffie. Als ze een collega zou zijn, zou ik graag samenwerken. Uiteraard in een andere branche.
Wat Shalina verwachtte van de avond, vroeg ik aan het begin. Als ze kan aansluiten bij de ander is het goed. Met een zwaai, een hug, een gebed of een goed gesprek. Onze avond is al goed. Dit zijn van die momenten waarop je niet hoeft te preken, maar moet luisteren. Een gelijkwaardig gesprek moet voeren. Daar staat De Haven voor: respectvol present zijn als stoppen geen optie is. Ook al lijkt de impact soms verdraaid klein in verhouding met de joekels van monsters van angst, vernedering, geweld, misbruik en dwang.
Even later ontmoeten we Marilyn. De eerste drie dagen op haar nieuwe werkplek vielen vies tegen. Haar klanten willen steeds afdingen. Mijn oog valt op een tattoo op haar onderarm, een kruisje. Ik vraag of ze christen is. Katholiek. Voordat we vanavond op pad gingen, gaf iemand ons de tekst mee uit Lucas 12:12 waarin staat dat de Heilige Geest zal ingeven wat we moeten zeggen. Opeens schiet haar naam me weer te binnen. Met haar handen in de mijne druk ik haar op het hart ‘Marilyn, je bent vernoemd naar de moeder van Jezus. Je weet wat de engel tegen haar zei?’ Ze knikt. ‘Dat ze bijzonder was. Gezegend. Vergeet nooit dat Gods zegen ook voor jou is. Ook jij bent bijzonder!’ Met waterige ogen belooft ze het niet te vergeten. Toch nog een preekje. Een hele korte. Hopelijk blijft die haar nog lang bij.
Paulien Vervoorn is spreker, trainer en auteur en eigenaar van Geloofwaardig Spreken. Deze blog van Paulien Vervoorn verscheen op 23 augustus als column in het Nederlands Dagblad en haar website.
Praatmee