De boodschap van Jezus rolt onstuitbaar als een machtige golf door India en Nepal
Evangelisten in India en Nepal hebben niet alleen fysiek geweld te verdragen. Er is ook een geestelijke strijd tegen occulte machten. Toch breekt het Evangelielicht baan in de duisternis.
Duister rollen de drumslagen door de nacht, het dorp in. In de tempel centraal in het dorp zweept een hindoepriester een groep dansers op. Naast hem staat een kleurrijk afgodsbeeld. Om de nek van het beeld hangt een bloemenkrans. Op de grond ligt bloed. Het zijn de sporen van geslachte lammetjes en geiten, die de priester met hulp van medepriesters offerde.
Zo zag een van de nachten van de Indiase evangelist Ashok er zeven jaar geleden nog uit. “Als hindoepriester bracht ik nachten in tempels door als aanbiddingsleider, vaak dronken”, vertelt hij. “Ik deed ook aan magie, net als veel andere priesters. Tegen betaling vervloekte ik bijvoorbeeld buren van mensen die vanwege hun eigen armoede jaloers waren. Ook bij ziekte kwamen mensen naar me toe. Ziekten komen immers van kwade geesten en door die te bezweren, is een hindoepriester in staat anderen gezond te maken, geloven hindoes.”
Het verhaal van evangelist Ashok laat de duistere kant van het hindoeïsme zien, met zijn ontelbare goden. In vele dorpen en steden in India en Nepal heerst een duistere macht met een mix van occultisme en hindoeïsme.
Geweld onder hindoeïstische vlag
Die duistere kant van het hindoeïsme komt op een andere manier ook steeds scherper aan het licht. De tolerantie en inclusiviteit waar het hindoeïsme om bekend staat, zijn ver te zoeken in Nepal en met name India, waar deze godsdienst de meeste aanhangers telt. Het aantal gewelddadige incidenten tegen christenen verdubbelde afgelopen jaar in bepaalde regio’s.
Zo startte eind vorig jaar in de Centraal-Indiase staat Chhattisgarh een campagne tegen christenen onder de noemer ’Ghar Wapsi’ (‘terug naar huis’). Dat hebben christenen geweten. Eind november drong een grote groep hindoes gewapend met stokken een kerk binnen. De 25-jarige evangelist Abhay (schuilnaam in verband met zijn veiligheid) werd naar buiten getrokken en publiekelijk met stokken in elkaar geslagen. Abhay hield er een gebroken arm, een beschadigde oogkas en diverse interne bloedingen aan over. In dezelfde week werden in vijf andere dorpen aanvallen op christenen uitgevoerd. En in december staken hindoes huizen van pasbekeerden en vijf kerken in de brand. Op het moment van schrijven zijn er al tientallen van dit soort aanvallen op christenen gemeld en is er nog geen einde aan gekomen. De aanvallers vinden bescherming onder het beleid van Indiase president Modi. Hij vindt dat elke rechtgeaarde Indiër hindoe is. Ruimte voor christenen neemt zo stap voor stap af.
Het tempelcomplex waar Ashok diende
Evangelist Abhay hoeft slechts een ritueel uit te voeren om de vervolging te laten ophouden. Met het dragen van een bloemenkrans, het vasthouden van een kokosnoot en het laten kaalscheren van zijn hoofd is hij weer hindoe. Dat zou voor Abhay een uitkomst zijn, want op politiebescherming hoeft de evangelist niet te rekenen. Integendeel. Er loopt een arrestatiebevel tegen hem vanwege het veroorzaken van oproer. Het is de omgekeerde wereld. Momenteel zitten zijn familie en hijzelf ondergedoken. Abhay blijft echter bij zijn geloof in de Heere Jezus Christus: “Mijn leven is van Jezus”, getuigt de evangelist, “ik sterf liever voor Jezus dan dat ik ophoud met evangeliseren en mijn geloof opgeef.” Met steun uit het HVC-fonds ‘Vrienden in verdrukking’ krijgen hij en zijn familie (medische) ondersteuning.
Uit de greep van het hindoeïsme
Het getuigenis van Abhay laat de kracht van het Evangelie zien. Het rolt onstuitbaar als een machtige golf door India en Nepal. Het ene na het andere dorpje in de vaak afgelegen regio’s wordt de blijde Boodschap verkondigd en er ontstaan spontaan huiskerkjes.
Dat neemt niet weg dat er soms veel voor nodig is om te ontkomen uit de greep van het hindoeïsme. Dat blijkt wel uit het getuigenis van Ashok, de voormalige hindoepriester. Met een levensschokkende gebeurtenis breekt het licht baan in zijn leven. Zijn tienerdochter wordt dan ernstig ziek. Ze raakt verlamd en komt op bed terecht. Ze zegt dat ze bang is voor de hindoegod die haar vader dient in de tempel van het dorp. Ashok probeert uit alle macht zijn dochter te genezen met magie. Hij spreekt mantra’s uit, wendt zich tot andere priesters en bezoekt hindoetempels. Zonder resultaat. Hij brengt zijn dochter ook naar ziekenhuizen, maar de dokters weten geen genezende therapie voor te schrijven.
Dan komen zijn andere dochter en zijn zoon op het idee om een christelijke voorganger te vragen uit een naburig dorp. Ashok: “Ik stemde ermee in. De toestand van mijn dochter verslechterde met de dag en al mijn mislukte pogingen om haar te genezen maakten me wanhopig.”
Als de evangelist komt, ligt Ashoks dochter al een tijd doodstil op bed. Het moment van overlijden lijkt nabij, vreest de familie. De evangelist bidt voor het meisje. Ashok: “Direct zette de genezing in. Ze opende haar ogen, en ging zitten op de rand van haar bed. Dat kon ze al weken niet. Terwijl ze daar zat, klaagde ze over hevige hoofdpijn. Ook daar bad de evangelist voor, toen trok ook die weg.”
Het blijkt een keerpunt in het leven van Ashok: “Ik zag de kracht van Jezus Christus in de genezing van mijn dochter. De hindoegoden en al mijn duistere praktijken hielpen niet. Eén gebed tot de Heere Jezus genas haar wel. Daarop gaf ik mijn leven aan Hem.” De evangelist breekt met het hindoegeloof en zegt zijn zwarte magie vaarwel.
In een naburig dorpje waar het Evangelie nog niet eerder geklonken had, brengt hij nu de blijde Boodschap. Het huiskerkje dat daaruit is ontstaan, telt ondertussen dertig zielen. Zo overwint het Licht duistere machten. Niet door te vervloeken, maar door te zegenen. En de slagen te verdragen.
Bovenstaand artikel verscheen eerder in HVC Hulp Magazine van februari 2023. Klik hier om het magazine te ontvangen.
Praatmee