Jan Dirk van Nifterik vraagt aandacht voor christenvervolging Afghanistan: "Ze lopen levensgevaar"
“Deze mensen hebben meer dan ooit onze hulp nodig”, zegt Jan Dirk van Nifterik, directeur van Stichting HVC (Hulp Vervolgde Christenen). Sinds de machtsovername van de Taliban hebben christenen in Afghanistan het moeilijker dan ooit. Er wordt nu actief jacht op hen gemaakt en worden hoogstwaarschijnlijk gedood als bekend wordt dat ze christen zijn. Daarnaast hebben ze het door de economische malaise in het land extra moeilijk.
Daarom vroeg HVC afgelopen maand extra aandacht voor hun situatie en ging Cvandaag onlangs met Van Nifterik in gesprek. Allereerst vraag ik Van Nifterik hoe het momenteel gesteld is met de situatie van de christelijke gemeenschap in Afghanistan. “Er zijn daar twee dreigingen die de situatie van christenen uiterst moeilijk maken. Allereerst de dreiging van ontdekt te worden. Zodra gezien wordt dat je christen bent, ben je je leven niet zeker. Christen zijn in Afghanistan luistert heel nauw, je bent er christen in het geheim. Eigenlijk is er in het land geen vrijheid meer om als christen handen en voeten aan je geloof te geven.”
“We moeten beseffen dat de meeste Afghaanse christenen een islamitische achtergrond hebben”, reageert Van Nifterik. “Veelal weet een familie af van het feit dat je de islam de rug hebt toegekeerd en je christen geworden bent. Daardoor is er een reële kans dat je familieleden je aangeven bij de autoriteiten, want je wordt als afvallige gezien. Of ze nemen het heft in eigen handen en proberen je te doden. Veel christenen zijn daarom op de vlucht geslagen of houden zich elders schuil. Naar wat we weten bevinden zich nog enkele duizenden christenen in Afghanistan.”
Behalve de voortdurend aanwezige dreiging om gedood te worden, is het bestaan van de Afghaanse christenen door de huidige economische malaise in het land nog moeilijker geworden. “Momenteel kampt het land met een enorme voedselonzekerheid. Uit een rapport van het World Food Programme (onderdeel van de Verenigde Naties, red.) blijkt dat liefst 18,9 miljoen Afghanen amper of zelfs te weinig voedsel hebben om te overleven”, zegt Van Nifterik.
“Met de komst van de Taliban is de internationale samenwerking met omliggende en westerse landen vrijwel stil komen te liggen", vult van Nifterik aan. "Dat heeft ook gevolgen voor de voedselbeschikbaarheid. Daarnaast hebben mensen die als christen bekend staan vaak geen werk. Al met al maakt dat de overlevingskansen van een christen bijzonder moeilijk.”
Tegelijkertijd merkt Van Nifterik wel dat christenen het ook voor de machtsovername van de Taliban bepaald niet makkelijk hadden in Afghanistan. “Het is nooit een florissant land geweest om christen te zijn, maar er was wel wat meer vrijheid en contacten konden makkelijker gelegd worden. Sinds de komst van de Taliban is dat echt veranderd, dramatisch veranderd zelfs.”
Van Nifterik beaamt dit. Hij ziet dat terug in de bewegingsvrijheid die medewerkers van lokale partnerorganisaties in het land hebben. “De mensen die, ondanks de situatie, zo dapper zijn om nog altijd voor ons het land in te gaan, moeten dat volledig undercover doen. Zij zoeken christenen op om hen te ondersteunen. Momenteel hebben we ook een voedselprogramma in Afghanistan lopen voor christenen die we specifiek kennen. Dat is wat we als stichting concreet voor deze mensen doen."
"Wat we horen is dat mensen heel bang zijn, de angst om door de Taliban ontdekt te worden is levensgroot”, gaat Van Nifterik verder. “Zo zijn er ook broeders die we kennen die in de gevangenis zitten en horen we soms ook van executies.”
“De komst van de Taliban heeft er mede voor gezorgd dat netwerken en contacten in het land uit elkaar gevallen zijn”, vertelt Van Nifterik. “Voordat de Taliban het in Afghanistan voor het zeggen kreeg, was het voor organisaties makkelijker om te werken in het land, er waren trainingsprogramma`s en er vonden allerlei activiteiten plaats."
Hoewel die netwerken uit elkaar zijn gevallen, zijn er nog wel lijntjes en fragmenten van die netwerken overgebleven. "We richten ons sinds enkele jaren op Afghanistan en begonnen er dit jaar onze projecten. We proberen daar weer contacten te leggen en deze mensen te bezoeken, zodat we onze broeders en zusters tot steun kunnen zijn. Daarbij willen we ook weer gaan nadenken over (toekomstige) mogelijkheden tot evangelisatie in het land, ondanks de risico's”, vertelt Van Nifterik.
Als ik Van Nifterik vraag of hij het idee heeft dat christenvervolging inmiddels genoeg aandacht krijgt, zegt hij: “Wat is genoeg? Ik denk dat onze missie geslaagd is op het moment dat elke christen in Nederland de vervolgde kerk op zijn of haar hart draagt, op welke manier dan ook. Of dat nu middels gebed, donaties of medeleven is. Via de verhalen van vervolgde christenen proberen wij het thema christenvervolging dichterbij te brengen in Nederland. Ik herhaal het nog eens: ik ben pas tevreden als elke christen de vervolgde kerk op zijn hart draagt, want daar zijn we wat mij betreft nog lang niet.”
“Tegelijkertijd heb ik wel de indruk dat de bekendheid van de vervolgde kerk is toegenomen. Dat zie ik ook terug aan de groei van inkomsten van dit jaar, maar ook aan mensen die spontaan hun betrokkenheid tonen. Die groep zien we zienderogen toenemen."
Is er nog wel toekomst is voor een christelijke gemeenschap in Afghanistan? “Het eerste wat in mij opkomt zijn de woorden van Jesaja 9 vers 1", zegt Van Nifterik. Daar staat: ‘Het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien.' De duisternis zal dat licht niet tegen kunnen houden. Daarom zal er, ongeacht de omstandigheden, altijd perspectief zijn voor een christelijke gemeenschap. Waar dan ook. Het kan nog zo duister zijn, maar juist tegen de verdrukking in groeit de kerk. Ja, wellicht is de kerk in Afghanistan nu versplinterd geraakt, maar ze is er nog steeds. Het licht zal blijven schijnen, daar ben ik rotsvast van overtuigd.’
Volgens Van Nifterik is er veel wat wij als westerse christenen van onze Afghaanse broeders en zusters kunnen leren. “Ik denk dat wij van hen, maar ook van christenen die in zijn algemeenheid met verdrukking te maken hebben, kunnen leren dat juist in het lijden en in de gebrokenheid van deze wereld je Gods nabijheid kunt ervaren. Gods Woord biedt troost en bemoediging te midden van alle omstandigheden. God heeft niet gezegd dat het lijden ons bespaard zal blijven, maar belooft ons wel dat Hij erbij is in het lijden", stelt Van Nifterik.
Kunnen wij als westerse christenen wat voor deze mensen kunnen betekenen? Van Nifterik: “Het is waardevol om aan deze christenen te kunnen vertellen dat er Nederlandse christenen zijn die voor hen bidden en aan hen denken. Dat wordt door christenen daar als enorm bemoedigend ervaren. En tegelijkertijd ontkom ik er niet aan, en dat klinkt misschien wat plat, om te zeggen dat we fondsen nodig hebben om deze mensen te kunnen helpen. Beiden zaken zijn hard nodig."