De twee handen van God: als Hij je genade geeft, krijg je ook zondebesef

En Hij ging voorbij, de Here, voor hem langs, en riep: Here Here, God, bewogen en genadig, langzaam tot boosheid en groot van gunst en trouw, vriendelijkheid bewarende voor duizenden, ongerechtigheid en overtreding en zonde vergevende, maar die de schuldige geenszins onschuldig houdt, de ongerechtigheid van de vaderen bezoekende over de zonen en de zonen van de zonen op het derde en op het vierde geslacht (Exodus 34:6-7, eigen vertaling).
Van oudsher wordt de rechterhand geassocieerd met autoriteit, waarheid, wet, recht en gerechtigheid, en de linkerhand met eigenschappen als barmhartigheid, bewogenheid, vergeving, aanvaarding en genade. Rechts is de onvermurwbare harde hand, zou je kunnen zeggen, en links de begripvolle, zachte warme. Misschien is dat ook zo bij God, als wij bovenstaande tekst lezen. Zijn rechterhand vertegenwoordigt Zijn gerechtigheid: Hij houdt de schuldige niet onschuldig, zegt God over Zichzelf tegen Mozes. God doet geen water bij de wijn. Hij sluit in Zijn heiligheid geen compromis. Zonde is zonde. Hij rekent af.
Maar God heeft twee handen, niet een. Wanneer Hij Zijn armen om je heen legt, krijg je ook Zijn warme linkerhand op je leven: Zijn genegenheid, bewogenheid, loyaliteit, goedheid, genade en begrip. Als je het hebt verknald, is daar toch ook Zijn vergeving als Zijn reactie op berouw. Wanneer je Gods gerechtigheid omarmt, kun je toch ook aan Zijn genade niet ontsnappen.
De vader en de zoon
Je kunt het met Hem in orde maken, zoals de verloren zoon naar huis terugkeerde in de beroemde gelijkenis in Lucas 15. Wanneer hij thuiskomt, ziet de vader hem al van verre aankomen, rent op hem af, vliegt hem om de hals en kust hem. Wat een warm welkom! Dat is het evangelie ten voeten uit! De vader was zo blij dat hij zijn zoon weer bij zich had, dat die nauwelijks de kans kreeg om zijn zonden op te biechten. Dat is nou typisch God: het gaat Hem erom dat je thuiskomt, wat je ook hebt uitgespookt. Hij vergeeft direct en vergeet het (Ps.103:12, 65:4). Er is weer een nieuw begin.
Ook dat zegt God over Zichzelf tegen Mozes. Sterker nog, Zijn toorn duurt maar voor een ogenblik, want Zijn genade en barmhartigheid winnen het. God is zo verrukt over ons, dat Hij niet lang boos kan blijven. Psalm 30:5 zegt: “Want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich!”
Gods omgang met Israël
Dat zien wij in Gods omgang met Israël. Gekrenkt door Israëls gang naar andere goden, hun vreemde liefdes en corruptie, doet God het volk een tijd van Zich weg en keert Zijn gezicht van hen af (Jes.64:7, Deut.31:18, Micha 3:4, Jes.59:2, 8:17). Maar er komt toch weer bewogenheid in Gods hart op en trekt God het volk weer naar Zich toe. God kan hun ellende niet lang aanzien en ontfermt Zich weer, uit medelijden (Deut.32:36, Rich.2:18).
In Jesaja 54:7-8 pent de profeet hoezeer Gods hart voor hen bonst: “Een kort ogenblik heb Ik u verlaten, maar met groot erbarmen zal Ik u tot Mij nemen; in een uitstorting van toorn heb Ik mijn aangezicht een ogenblik voor u verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid ontferm Ik Mij over u, zegt uw Losser, de HERE.” Deze tekst is, zoals zoveel andere, een echo van het karakter van God in Exodus 34:6-7. Gods affectie is zo diep, dat Zijn frustratie niet lang duurt. En hoe diep de toorn ook is, Hij kan je niet uit Zijn gedachten krijgen (Jer.31:20).
Bewogen
God is diep bewogen. Hij heeft begrip. Daarom kun je altijd een beroep doen op het zachte hart van God. David deed dat na zijn zonde met Bathseba. In Psalm 51:1 pleit hij: "Wees mij genadig, God, naar Uw goedheid, naar Uw grote bewogenheid wis mijn overtredingen uit.”
Zou David Exodus 34:6-7 hebben onthouden? Zou David geweten hebben wie God is, zoals Hij Zich aan Mozes had laten zien? Drie Hebreeuwse woorden die David bidt zijn namelijk precies dezelfde: “genade”, חָנַן, “vriendelijkheid”, חֶסֶד, en “grote bewogenheid”, רַחֲמִים. Het Hebreeuwse “rachamim”, bewogenheid, betekent: gevoelens van een broer, moederlijke gevoelens, gevoelens van liefde, genegenheid, affectie. Het komt van “racham”, zacht zijn, en het aanverwante “rechem” betekent baarmoeder. Bovendien bidt David het in Psalm 51 in het meervoud (rachamim), “bewogenheden”, en wordt het ook nog eens vergezeld door רֹ֥ב, vele, grote.
Baarmoeder van genade
Zou David Exodus 34:6-7 hebben onthouden? Zou David geweten hebben wie God is, zoals Hij Zich aan Mozes had laten zien? Drie Hebreeuwse woorden die David bidt zijn namelijk precies dezelfde: “genade”, חָנַן, “vriendelijkheid”, חֶסֶד, en “grote bewogenheid”, רַחֲמִים. Het Hebreeuwse “rachamim”, bewogenheid, betekent: gevoelens van een broer, moederlijke gevoelens, gevoelens van liefde, genegenheid, affectie. Het komt van “racham”, zacht zijn, en het aanverwante “rechem” betekent baarmoeder. Bovendien bidt David het in Psalm 51 in het meervoud (rachamim), “bewogenheden”, en wordt het ook nog eens vergezeld door רֹ֥ב, vele, grote.
Ren je weg?
“Wat mooi”, zeg je nu misschien, “ik grijp gelijk Zijn linkerhand. Dat komt goed uit!” Ja, er is veel genade en geen zonde is zo groot dat Hij die niet kan verzoenen. Als je Zijn genade nodig hebt om wat je hebt gedaan, dan kun je bij Hem terecht. Maar kun je ooit zeggen: Ik neem wel de linkerhand van God en Zijn rechter niet? Ik wil wel Zijn barmhartigheid maar niet Zijn heiligheid? Kun je Hem maar half nemen? Als God Zijn linkerarm om je heen legt, legt Hij ook Zijn rechter om je heen. Als Hij je genade geeft, krijg je ook zondebesef. Je mag onbevreesd bij Hem binnenstormen, maar er is ook plaats voor ontzag waardoor je buigt.
Sommigen lijken een loopje met Gods genade te nemen en alleen Zijn linkerhand te pakken. Voor hen lijkt berouw niet meer nodig. Misschien rennen zij voor Zijn rechter weg uit vrees?
Toch heb je pas genade nodig als er een wet is die je veroordeelt. Wanneer je leest dat God de schuldige niet onschuldig houdt en je realiseert je je zonde, dan weet je dat je genade nodig hebt zoals iedereen (Rom.3:23). Zo komen wet en genade in Gods wereld als een eeneiige tweeling, geboren uit het ene karakter van God, zoals Gods linkerhand nooit zonder Zijn rechterhand komt.
Slot
Misschien dat je nu zegt: Maar als Gods rechterhand mij treft, dan blijft er niks van mij over! Maar in Gods woorden over Zichzelf klinkt hoop. Wanneer God Zich die dag kenbaar maakt aan Mozes, begint God eerst te vertellen over Zijn bewogenheid voordat Hij Zich uitspreekt over Zijn onvermurwbare gerechtigheid. Daarin ligt een uitnodiging: Zijn genade overwint.
Zijn oordeel en Zijn diepe bewogenheid temt Zijn woede. Zou Gods linkerhand Zijn rechter tegenhouden? Er is geen reden voor vrees, zegt God. Kom je naar huis? Mag Ik Mijn armen om je heen slaan zoals de vader in de gelijkenis, en alles goedmaken? Je bent welkom. Ik wil je. Mijn bewogenheid stilt Mijn toorn over je gebrokenheid. Met recht zegt Visje: Genade: Straf verdienen en een omhelzing krijgen.
Praatmee