CGK-classis Apeldoorn negeert oproep synode en gaat kerken met vrouwelijke ambtsdragers niet vermanen
Waar de classis Rotterdam van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) afgelopen week twee gemeenten vermaande omdat er vrouwelijke ambtsdragers actief zijn, heeft de classis Apeldoorn besloten dat niet te doen. Dat is de uitkomst van een vergadering, van deze classis, zo weet het Reformatorisch Dagblad te melden.
Ds. B. A. T. Witzier, de preses van de classisvergadering in Apeldoorn, laat aan de krant weten dat er lang is gesproken over de oproep van de generale synode om een vermanend gesprek te voeren met gemeenten die zich niet aan besluiten van diezelfde synode houden. “De breed geslagen conclusie was: op dit moment gaan wij niet vermanen”, is de predikant duidelijk. Twee CGK-gemeenten in de classis Apeldoorn laten op dit moment vrouwen toe tot het ambt. Het gaat om samenwerkingsgemeenten in Deventer en Arnhem. Daarnaast zijn vier andere gemeenten voornemens ook het ambt open te stellen voor vrouwen.
Kerkelijke vermaning staat in de CGK hoog op de agenda vanwege de classisvergaderingen die op verschillende plaatsen in het land plaatsvinden. De generale synode heeft in april besloten om geen ruimte te geven aan vrouwelijke ambtsdragers binnen de kerk. “Gemeenten die toch zusters in de ambten hebben benoemd, moeten hierop nu in de classes opnieuw worden aangesproken en vermaand”, stelde synodevoorzitter ds. J. G. Schenau. Recent ontstond er verwarring over de vraag of vermaning nu wel of niet aan de orde is, omdat diverse bezwaarschriften (revisieverzoeken) tegen het recente synodebesluit zijn ingediend.
Verwarring
Onder andere prof. dr. Arnold Huijgen en ds. D. Quant stelden dat vermaning nog niet aan de orde is. Volgens emerituspredikant Quant betekenen de bezwaarschriften dat besluiten over 'vrouw in ambt' automatisch zijn opgeschort naar de volgende generale synode in 2024. Prof. dr. Herman Selderhuis is het daar niet mee eens, zo stelde hij in het Reformatorisch Dagblad: "Gemeenten die tegen al die besluiten in toch vrouwen als diaken of ouderling hebben bevestigd, kunnen dan nu niet zeggen dat eerst de uitkomst van revisieverzoeken moet worden afgewacht. Vermanen mag nu wel degelijk. Kerkrechtelijk gezien moet het zelfs."
Deputaten kerkorde en kerkrecht kwam dinsdagochtend met de broodnodige duidelijkheid. 'Het is in de CGK niet mogelijk om vrouwelijke ambtsdragers te bevestigen. Doen kerken dat toch, dan is er alle reden om die kerken op dat schenden van de gezamenlijke kerkordelijke afspraken aan te spreken, en in die zin te vermanen', onderstreept het deputaatschap. Men maakte wel de kanttekening dat uitspraken die tijdens de generale synode in 2022 zijn gedaan veel verder gaan dan wat er in 1998 gezegd werd en die vallen onder de opschortende werking die de revisieverzoeken hebben. 'Hier kan dus niet op teruggegrepen worden als onderbouwing om op dit moment kerkenraden in deze zin te vermanen.'
Het Christelijk Gereformeerd Beraad (CGB) stelt ter aanvulling: 'In aanvulling op het bovenstaande is het goed om in het oog te houden dat het niet alleen gaat om het bevestigen van vrouwen in de ambten. Dat is op zich al reden genoeg voor vermaan. Maar er is in alle gevallen ook sprake van het negeren van toegekende appels tegen die besluiten (en het uitvoeren daarvan). In veel gevallen hebben de kerken die vrouwen willen bevestigen de opschortende werking van zo’n (aangekondigd) revisieverzoek of appel genegeerd. Het geeft dan geen pas als deze gemeenten zich beroepen op de opschortende werking van revisieverzoeken tegen het besluit van de generale synode, terwijl ze zelf ten aanzien van hun eigen besluiten die opschortende werking hebben genegeerd.'
Een middenweg
'Vermanen is echter niet zomaar iets. Het betekent dat er iets gezegd moet worden als: 'Jullie zijn op een verkeerde weg, naar serieuze geestelijke problemen'', onderstreept CGK-predikant dr. N. C. Smits in een column op Cvandaag. 'Een tussenweg zou kunnen zijn dat alleen die gemeentes die zich echt liefdeloos bejegend voelen beginnen aan een geduldige weg van vermaan. Maar voor de gemeentes die deze overtuiging niet delen is er de opschortende werking. Zij hoeven niet mee te doen. Vermaan heeft immers alleen kans van slagen als het met overtuiging gebeurt. En om dat ‘slagen’ gaat het toch uiteindelijk iedereen?'
Praatmee