Minister Kuipers uit in antwoord op SGP-Kamervragen opnieuw zorgen over christelijke transgenderbrochure

Eerder dit jaar stelde minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid) dat de transgenderbrochure ‘Mam, pap, ik ben trans’ schadelijke gevolgen kan hebben voor het welzijn en de gezondheid van transgenderkinderen en -jongeren. De kritiek van de bewindsman op de flyer schoot de SGP in het verkeerde keelgat, en dus stelde de partij een aantal Kamervragen. Deze week werden de vragen door de D66-minister beantwoord.
'Onderkent u dat het doel van de flyer is ouders te ondersteunen om hun kind op zorgvuldige wijze te begeleiden bij vragen over genderdysforie en dat het daarom niet juist is om te stellen dat de flyer tegen transgenders zou zijn?', vragen SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij en Kamerlid Roelof Bisschop. Kuipers geeft aan dat hij niet heeft aangegeven dat de flyer 'tegen transgenders is'. 'Dat neemt niet weg dat ik mij niet kan vinden in de wijze waarop deze flyer beoogt ouders van kinderen met genderidentiteitsvragen te ondersteunen. Dit omdat, zoals ik in de eerdere antwoorden heb aangegeven, bepaalde uitspraken die in de flyer worden gedaan grote gevolgen kunnen hebben voor het welzijn en de gezondheid van transgenderkinderen en -jongeren, en ik bezorgd ben over de gevolgen van de adviezen die in deze flyer aan ouders worden gegeven.'
De minister herhaalt dat 'bepaalde uitspraken in deze flyer grote gevolgen kunnen hebben voor het welzijn en de gezondheid van transgender kinderen en jongeren'. Specifiek doelt hij op het advies in de transgenderbrochure ‘om niet te snel mee te gaan in de gedachte van hun kind als het zegt transgender te zijn’ of ‘met verandering van voornaamwoorden’, en de uitspraak ‘Een man kan geen vrouw worden en een vrouw geen man’. 'Dit kabinet vindt het belangrijk dat ieder kind en iedere jongere zich in vrijheid en veiligheid kan ontwikkelen.'
Van der Staaij en Bisschop vragen ook: 'Op welke gronden suggereert u dat de stelling dat biologisch gezien een man geen vrouw kan worden en vice versa, niet juist zou zijn? Welke wetenschappelijke onderzoeken laten volgens u zien dat transgenderpersonen door een medische transitie wel op alle biologische aspecten volledig veranderen?' Antwoord Kuipers: 'Het gaat mij niet om de vraag of een bepaalde stelling biologisch gezien wel of niet juist is; het gaat mij om de vraag wat goed is voor het welzijn en de gezondheid van jongeren met genderidentiteitsvragen.'
Een andere Kamervraag luidt: 'Bent u van mening dat ouders op geen enkele wijze vragen mogen stellen bij - of zich zorgen mogen maken over de ervaren genderidentiteit en/of genderexpressie van hun minderjarige kind, maar de genderidentiteit van hun kind alleen maar zouden mogen bevestigen?' Kuipers antwoordt: 'In de wetenschappelijke en klinische gemeenschap rondom transgenderzorg bestaat er consensus dat een dergelijke affirmatieve benadering de beste psychologische gezondheidsuitkomsten geeft. Ouders kunnen hun kinderen ondersteunen in dit proces door te benadrukken dat een kind mag exploreren en verkennen, en dat ook een variatie in de tijd volledig normaal en geaccepteerd is. Het zorgen maken of (mede)onderzoeken van de genderidentiteit sluit de bevestiging en steun van ervaringen van kinderen niet uit.'
De SGP-Kamerleden constateren een 'zeer forse toename van het aantal behandelverzoeken voor genderdysforie door minderjarigen' en vragen de minister of hij zich hierover zorgen maakt. Kuipers: 'Ik maak mij op dit moment geen zorgen over de toename van het aantal behandelverzoeken voor genderdysforie door minderjarigen. Deze toename kan verschillende oorzaken hebben, die ook positief kunnen zijn, bijvoorbeeld dat er meer kennis is over genderdysforie, dat het in deze tijd makkelijker is om als transgender persoon uit de kast te komen dan dat dit 20 of 30 jaar geleden was, en/of dat de wetgeving sinds 2014 minder eisen stelt aan het wijzigen van het geslacht op de geboorteakte. Om er achter te komen of er reden is tot zorg, is eerst meer inzicht nodig in de oorzaken van deze toename.'
Ardjan Boersma, beleidsmedewerker namens de Tweede Kamer-fractie van de SGP, deelt via Twitter zijn verbazing over de antwoorden van Kuipers. 'Volgens de minister doet biologie niet ter zake', merkt Boersma op. 'De minister gaat voorbij aan de wetenschappelijke kritiek die er bestaat ten aanzien van de affirmatieve benadering. Als je de minister vraagt naar reactie op internationale ontwikkelingen in o.a. VK, Zweden, Finland, komt er gewoon geen antwoord (vraag 7) of verwijst hij naar zorgverleners (vraag 10, 11 en 12).' Het feit dat de D66-minister zich 'op dit moment' geen zorgen maakt over de toename van het aantal behandelverzoeken door minderjarigen, vindt Boersma eveneens opmerkelijk.
'Door te stellen dat ouders met de adviezen in deze flyer de verkeerde kant op gaan denken spreekt de minister eigenlijk een oordeel uit over de mening die ouders hierover kunnen hebben op dit gebied', stelde Gerdien Lassche, bestuurslid van GezinsPlatform.NL, eerder in een column via Cvandaag.
Praatmee