Video: wat iedere christen zou moeten weten over de Bijbelheuvel

De Bijbelheuvel (Hebr. ‘Givat HaTenach’) ligt ten zuiden van de Oude Stad van Jeruzalem; aan de rand van de Hinnomvallei. De heuvel is grotendeels onbebouwd. Vanaf de top kun je een groot deel van de stad Jeruzalem zien.
Een gedeelte van de Bijbelheuvel, het gebied tussen de Schotse kerk en een conferentiecentrum, heet ‘Ketef Hinnom’. Dit betekent letterlijk zoiets als: ‘Schouder van Hinnom’. Archeologen hebben daar een reeks eeuwenoude graven teruggevonden.
De graven zijn uitgehouwen in de rots, net als het graf van Jozef van Arimathea waarin de Heere Jezus is begraven (Matth. 27:60). De graven zijn ontzettend oud. Deskundigen schatten in dat ze dateren uit de zesde of zevende eeuw voor Christus. Dat is ongeveer uit de tijd van koning Hizkia!
Ligbanken
Graven in Israël zagen er vroeger heel anders uit als in Nederland. Veel graven kon je binnenlopen door een soort deurtje. Dan kwam je eerst in een hal. Vanaf de hal had je toegang tot de verschillende grafruimten; de ruimten waar de mensen daadwerkelijk werden begraven.
In Israël werden mensen vroeger begraven in een linnen doek. Dat lezen we in de Bijbel ook over de begrafenis van de Heere Jezus (Matth. 27:59). De gestorven mensen werden voorzichtig op een soort stenen ligbanken gelegd. Sommige ligbanken zijn uithakt in de vorm van een lichaam.
Na verloop van tijd kwamen de familieleden terug bij het graf. Dan verzamelden zij de beenderen van de overleden persoon. Die beenderen werden vervolgens in de beenderenruimte gelegd. Daar lagen ook de beenderen van mensen die al eerder gestorven waren. Hier komt de Bijbelse uitdrukking vandaan dat iemand werd ‘verzameld tot zijn vaderen’ (zie bijv. 2 Kon. 22:20). De vrijgekomen ruimte in de grafkamer kon vervolgens weer worden gebruikt om iemand anders te begraven.
Bekijk de video van De Verkenners:
Opgravingen
De graven op de Ketef Hinnom zijn ontdekt in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De archeologen kregen bij de opgravingen hulp van kinderen.
Een van de kinderen heette Nathan. De leidende archeoloog vond Nathan een lastige jongen. Daarom gaf hij Nathan een vervelend klusje. Hij moest van de archeoloog een van de beenderenkamer helemaal schoonmaken. ‘Net zo schoon als de keuken van je moeder.’
Nathan vond het maar een nare opdracht. Daarom bewerkte hij de vloer van de beenderenkamer met een hamer. Toen deed hij echter een geweldige ontdekking. Hij vond verborgen in de vloer van de beenderenkamer allerlei prachtige spullen.
Nathan was uiteraard de held van de dag. Hij moest echter plaatsmaken voor professionele archeologen. Zij vonden uiteindelijk meer 1000 bijzondere objecten, zoals: oude munten, pijlpunten, kruiken en zelfs zilveren en gouden sieraden.
Priesterlijke zegen
De belangrijkste ontdekking bestond uit twee stukjes opgerold zilver: ‘silver scrolls’. Afgerold zijn deze rolletjes ongeveer 4 en 10 centimeter lang. De vondst van de twee silver scrolls was op zich al heel bijzonder. De vondst werd nog spectaculairder toen na lang onderzoek bleek dat op een van de scrolls een Bijbeltekst staat. Het is het oudst bestaande stukje Bijbeltekst dat tot dusver is gevonden.
Op een van de scrolls wordt een gedeelte uit de priesterlijke zegen geciteerd: ‘De HEERE zegene u en behoede u, de HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!’ (Numeri 6:24-26).
Praatmee