In elke klas zit iemand die te maken heeft met kindermishandeling: "Het went nooit"
āAl jaren zijn de cijfers van huiselijk geweld en kindermishandeling stabiel, maar veel te hoogā, zegt Nella van Dijke, beleidsmedewerker kindermishandeling en huiselijk geweld bij Eleos. āHet zijn er 120.000 per jaar, in iedere klas zit wel iemand die te maken heeft met kindermishandeling.ā Het begin van de oplossing? De verbinding zoeken met elkaar, vindt de orthopedagoog. āKijk naar elkaar om en zoek mensen op van wie je houdt.ā
Kindermishandeling went nooit. Ook niet voor Van Dijke, die al sinds 2003 werkzaam is voor de christelijke zorginstelling Eleos. āHet blijft veel met je doenā, vertelt ze via een videobelgesprek. āAls je merkt dat een kind enorm in de knel zit. Als het met een bleek gezicht bovenaan de trap zit en hoort hoe ouders elkaar uitschelden. Of als een kind het slachtoffer is van seksueel misbruik. Dat blijft een enorme prikkel om dit werk te doen.ā Ook haar christelijke identiteit kan ze bij Eleos een plek geven: āHet is mooi om bij een christelijke organisatie te werken, waar geloof en hulpverlening geen gescheiden terreinen zijn. Je deelt je geloof met collegaās. En als je het zelf niet meer weet, kan je je zorgen en de cliĆ«nten bij God brengen.ā
Kleine uitbarsting of geweld?
Binnen Eleos is het tijdig signaleren van huiselijk geweld een must, aldus de orthopedagoog. De eerste signalen worden juist opgevangen als je vroegtijdig in gesprek gaat. āOuders kunnen zich zĆ³ onmachtig voelen en dan komt de zorg voor de kinderen in de knel. Dan zeggen ze bijvoorbeeld in een gesprek met een hulpverlener: āHet was weer erg stressen vanochtend toen mijn kind naar school moest! Ik zette hem even stevig op de bank.ā Het is belangrijk om daarop in te gaan en bijvoorbeeld te vragen of dit vaak voorkomt. En door te vragen hoe ouders reageren bij stress. āJe zei dat je zoontje zat te drammen, wat doe je dan?ā Natuurlijk heeft elke ouder wel eens een uitbarsting. Dat is natuurlijk nog geen huiselijk geweld. Van Dijke: āDaarom is het gesprek ook zo belangrijk. Als hulpverlener moet je met een open mind het gesprek aangaan.ā
Hoe de orthopedagoog bij Eleos belandde? Van Dijke: āIk heb een hart voor preventie en voor kinderen. Wat zou het mooi zijn als je problemen zou kunnen voorkomen, dacht ik altijd. Daar wilde ik wat mee. En in 2003 startte Eleos een afdeling Preventie waar ik als orthopedagoog aan de slag kon. Door de jaren heen is de positie van het kind in de behandeling van cliĆ«nten flink veranderd. Als een cliĆ«nt bijvoorbeeld voor een angststoornis behandeld wordt, was er vroeger schroom om te vragen hoe het met hun kinderen ging. Daar is de afgelopen jaren verandering ingekomen. Landelijk gezien is die focus ook verschoven: iemand die hulp vraagt, functioneert binnen zijn netwerk. Het is vreemd als het wel over het werk gaat en niet over de kinderen.ā
Hulpverleners vinden het soms moeilijk om naar de kinderen te vragen, want ouders zijn kwetsbaar in hun kinderen. "Juist omdat ze zo kostbaar zijn. Dan kan het echter ook een opluchting zijn als er wel gevraagd wordt hoe het met de kinderen gaat. Ouders hebben er alles voor over dat het goed gaat met hun kinderen. Ze proberen hun eigen zorgen en problemen te verbergen, maar kinderen merken het altijd als ouders gestrest zijn, verdriet hebben of te maken heeft met psychische klachten", vertelt Van Dijke. "Het is onze taak als hulpverleners om dat te benoemen. Ouders weten bewust of onbewust ook wel dat kinderen veel aanvoelen. Als de problemen bespreekbaar worden, kunnen we ook samen kijken wat ouders en kinderen nodig hebben om tot rust te komen, zodat de kinderen ontlast worden. Je gunt ieder kind een onbezorgde jeugd.
Vermoedens
Binnen Eleos adviseert Van Dijke collegaās bij het gebruik van de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling, bij vermoedens van huiselijk geweld. āWe zijn verplicht om deze Meldcode te hanteren. Het is een stappenplan dat de hulpverlener gebruikt om zorgvuldig te werk te gaan als er signalen van geweld zijn. Een van de stappen is bijvoorbeeld dat we onze zorgen over de veiligheid altijd eerst met cliĆ«nten bespreken voordat we eventueel een melding doen bij Veilig Thuis. In de meeste gevallen kan je er met cliĆ«nten prima over praten. āJe vertelde dat de kinderen ās avonds vaak alleen thuis zijn. Ik maak me daar zorgen over,ā zeg je dan bijvoorbeeld.ā Soms zitten ouders zelf zo in de knel dat kinderen te veel verantwoordelijkheid krijgen. Dan gaan we daarover in gesprek en vragen ouders of ze in hun eigen omgeving mensen hebben die kunnen helpen. Want ook ouders wensen hun kinderen een onbezorgde jeugd toe. Ouders hoeven zich niet schuldig te voelen als ze hulp nodig hebben. Dat zeggen we ook: āAls dingen jezelf niet lukken, ben je een goede ouder als je hulp durft te vragen.ā Ouders kunnen er diep doorheen zitten en dan is het heerlijk als een kind een dagje bij familie kan zijn. Het is een compliment waard dat je het voor je kind hulp vraagt en het een onbezorgde dag gunt.ā
Bij Eleos is er binnen de hulpverlening niet alleen oog voor de cliĆ«nt die hulp vraagt, maar ook voor zijn of haar thuissituatie. āWe hebben de taak om het welzijn van ouders en kinderen te bevorderen. Het gebruik van de meldcode heeft niet tot doel om zoveel mogelijk bij Veilig Thuis te melden. Soms is het ook genoeg te overleggen wat we het beste kunnen doen, of schakelen we behalve Eleos een andere instelling in voor de begeleiding.ā
Elke week een sterfgeval
De cijfers van kindermishandeling en huiselijk geweld blijven onverminderd hoog. Elke week sterft in Nederland een kind aan de gevolgen van kindermishandeling en in elke klas zit een kind dat slachtoffer is van mishandeling. Van Dijke zag de aantallen in haar loopbaan niet afnemen, al deed de overheid veel aan het voorkomen van kindermishandeling. Waarom dit zo enorm vaak voorkomt? āJe kan heel fundamenteel zeggen: we leven in een gebroken wereld. Daarbij zijn er diverse risicofactoren. Kindermishandeling komt vaker voor als een ouder psychische of verslavingsproblemen heeft. Ook het hebben van financiĆ«le problemen en overbelasting van ouders zorgen ervoor dat kindermishandeling op de loer ligt. Dat zie je bij jezelf vast wel terug: als je niet goed in je vel zit, geef je sneller een snauw terug dan wanneer je goed uitgeslapen bent.ā
Wat jij kan doen
Wat je als christen en als mens kan doen, ook om huiselijk geweld te voorkomen? āPraat als ouders met elkaar. Ook over de opvoeding. Als je tegen vragen aanloopt voelt dat als falen, want je vindt dat je het als ouders moet kunnen. Maar ouders hebben elkaar nodig, niet alleen als vader en moeder, maar ook als vrienden. Professor Ter Horst schreef in 1977 al in āHerstel van het gewone levenā dat het goed is om te leven binnen een gemeenschap waarin mensen in liefde naar elkaar omzien en met elkaar meedenken. Als er dingen mis gaan in de opvoeding ligt in het herstel van gewone dingen vaak het aanknopingspunt voor verandering. Rust, reinheid en regelmaat, eigenlijk.ā
Het toenemende individualisme zorgt er in de westerse samenleving voor dat buren, vrienden en familie steeds meer langs elkaar heen leven. āVroeger bleven families vaak dichter bij elkaar wonen en waren gezinnen groter. Daardoor kon je in het gewone dagelijkse leven meer van elkaar leren, ook over het opvoeden van kinderen. Christenen kunnen dat samen optrekken met andere gezinnen nu wellicht ook in de kerk zoeken. Zoek de verbinding met elkaar en zoek de mensen op van wie je houdt. Want we zijn geschapen als sociale mensen."