Pastor Constantin: “Families in onze kerk hebben niet genoeg om in dagelijkse levensbehoeften te voorzien"
Normaal is het een drukte van belang in de kerk van pastor Constantin Burlacu in Roemenië. “Diensten op zondag, kinderactiviteiten op zaterdag, gebedsbijeenkomsten doordeweeks en missiewerk in de dorpen rond Craiova, de stad waar onze gemeente gevestigd is.” Door het coronavirus kwam het allemaal ‘stil’ te staan. Pastor Constantin (rechts op foto): “Er zijn families in onze kerk die niet genoeg geld hebben om in de dagelijkse levensbehoeften te voorzien.”
Twee maanden lang was er geen dienst in Burlacu’s gemeente in Craiova. Sinds een maand wordt het weer langzaam opgestart, al mogen er slechts vijfentwintig tot dertig mensen in de kerk. Het kinderwerk kan nog nauwelijks plaatsvinden, omdat het nog niet is vrijgegeven door de overheid. “Als ze komen controleren, kan je een flinke boete krijgen”, vertelt Burlacu vanuit Roemenië.
In de dorpen rond Craiova is de impact van het virus groter dan in de stad, zegt pastor Constantin. “Daar komt het inkomen van mensen vaak van één specifieke werkgever. Zoals we hier in Craiova een Ford-fabriek hebben. In mijn gemeente zijn mensen die voor hun baan vrezen omdat de autobouwer hard geraakt wordt door de crisis. Er zijn mensen hun werk kwijtgeraakt omdat Ford minder auto’s verkoopt. Behalve dat krijgen ze ook gewoon minder uitbetaald door de crisis.”
God is goed geweest
Bijzonder: in Burlacu’s gemeente zijn er geen mensen getroffen door het virus. Er zijn in Craiova twee evangelische gemeenten gesloten en daar zijn mensen ziek geworden vanwege het coronavirus. “In onze kerk is een dokter die werkt in het ziekenhuis waar coronapatiënten worden verpleegd, die niet ziek is geworden. We kunnen alleen zeggen dat God goed voor ons is geweest.”
De coronamaatregelen maken de Roemeense gemeente creatief, zo blijkt. “We schakelden maanden over op Zoom-meetings. Afgelopen zondag hadden we een doopdienst in de grote tuin van onze kerk, met de familieleden van de dopelingen. Wel interessant.” Toch heeft het nadelen: “We hebben ook oudere gemeenteleden in onze gemeente die niet weten hoe het moet of geen computer hebben.”
Dagelijkse levensbehoeften
De relatie van de gemeente met Stichting HOE (Hulp Oost-Europa) gaat inmiddels bijna vijf jaar terug. “Ze kwamen kijken bij het missiewerk dat we doen in de dorpen rond Craiova en in de stad.” In de coronacrisis kreeg Burlacu’s gemeente steun van HOE: “Die hulp is gebruikt om voedsel te kopen voor mensen die niet genoeg geld hadden om in hun dagelijkse levensbehoeften te voorzien. In onze gemeente hebben we een paar families die door de crisis geen inkomen hebben. Zij hadden het nodig. Aan de andere kant hebben we het gebruikt om families te helpen waar we missionair zijn.” De coronacrisis raakt gemeenten in Oost-Europa hard, zo blijkt ook uit Constantins woorden. Hij vertelt dat er medicijnen gekocht moesten worden voor ouderen die nu later aan de beurt waren in het ziekenhuis. “Er was een enorme rij. Zij moesten sneller geholpen worden.”
Hulp van stichtingen in het westen van Europa is hard nodig, maakt Burlacu duidelijk. Voorlopig is de crisis niet ten einde, zegt hij, en misschien komt het ergste gedeelte van de crisis nog in Roemenië. Wat zijn hoop voor de toekomst is? “Onze enige hoop is altijd God en Hij zal dat altijd zijn. De toekomst is onzeker, niemand weet wat gaat komen. We kunnen het niet plannen, maar we weten dat God er is en een plan heeft. Daar vertrouwen we op.”