"De kerk is geen samenklontering van mensen"

Geen bijbeltekst die tot leven kwam, een stem uit de hemel of andere bijzondere ervaring. Ds. J. J. Verhaar werd āgewoonā predikant omdat hij de overtuiging had dat de tijd rijp was. āIk deed accountancy en toen kwam het predikantschap op mijn pad. Waarom? Gewoon. Omdat ik het Evangelie wil doorgeven.ā Op 38-jarige leeftijd beklom hij voor het eerst de kansel in Nieuw-Lekkerland, Houten en Krimpen aan den IJssel. Sinds 2015 is Verhaar met emeritaat. CIP.nl zocht hem op.
āIk heb nog nooit voor een kerk gekozen,ā zegt Verhaar, pratend over zijn tijd als gemeentepredikant. āDe kerk is ons door God gegeven en geen kwestie van kiezen. Geen samenklontering van mensen, maar planting van God. Een opvatting die volkomen buiten deze moderne tijd staat, maar dat is voor mij geen reden om daarin mee te gaan.ā Verhaar herinnert zich een gesprek met een jongeman uit de kerk die na een bijzondere ervaring deze memorabele woorden uitsprak: ānu wordt het tijd dat ik een kerk ga kiezen, denk ikā. Het kwam niet in hem op dat hij mogelijk door God in zijn eigen kerk geplaatst zou zijn.ā
De waarde van traditie
Het geloof doorgeven en trouw zijn aan de kerk waar je opgroeit. We hebben duidelijk te maken met een Ć©chte Gereformeerde Bonder. āHet geloof wordt niet alleen traditioneel beleefd, maar is ook traditie. Ik merk op dat mensen van mijn generatie het erg lastig vinden om dit de waarde van onze traditie door te geven aan de nieuwe generatie. Met vernieuwen is niets mis. Dat neemt niet weg dat ik de traditie in een hoog vaandel heb staan en we niet mogen vergeten dat we op de schouders staan van Luther en Calvijn. Tegelijkertijd neem ik het de jeugd niet kwalijk dat dit historisch besef ontbreekt. Het belang van traditie krijgt niet iedereen mee.ā
De 66-jarige dominee legt uit waarom hij zoveel waarde hecht aan traditie. āAlle begrippen die we in de kerk bezigen, hebben een enorme voorgeschiedenis. Daar moeten we ons bewust van zijn. Anders loop je het risico dat je op een gegeven moment niet weet waar je over praat. āU altijd maar met die traditieā, zei een diaken ooit tegen mij. āZodra jij je mond open doet over God komt er Ć©Ć©n grote stroom traditie uit,ā reageerde ik. Daarmee bedoel ik te zeggen dat we het geloof niet alleen van Boven hebben meegekregen, maar ook is doorgegeven door onze voorouders en mensen in de kerk.ā
Hij verwijst naar 1 Korinthe 15. āPaulus zegt in dat hoofdstuk dat de opstanding van Christus doorgegeven moet worden. Hij gebruikt zelfs het woord traditie. Ooit heb ik dit bijbelgedeelte gebruikt om te preken over hoe waardevol traditie is. In een jonge gemeente kreeg ik na afloop de opmerking: āu heeft wel eens een betere preek gehoudenā. ās Avonds hield ik dezelfde preek in een oudere gemeente en kreeg ik de opmerking: āprachtige preek, dominee!ā Op die momenten komt de kloof tussen christenen die waarde hechten aan traditie en gelovigen die daar minder mee hebben heel helder aan het licht."
Vrienden en vriendinnen
Verhaar heeft zijn drie gemeenten als vrijgezelle dominee mogen dienen. Zonder gezin is het niet zo dat hij zeeĆ«n van tijd heeft om te besteden aan hobbyās of vrije tijd. āHet is natuurlijk wel zo dat ik thuis met niemand rekening hoef te houden. Daar zit ook een andere kant aan. Het gevaar om jezelf voorbij te lopen ligt dan op de loer. Ik denk dat ik voldoende in staat ben geweest om mezelf in die zin overeind te houden. De steun van vrienden en vriendinnen heeft daar zeker ook aan bij gedragen,ā aldus de predikant met een dankbare blik in zijn ogen.
āDe vier liefdesā. Dit is de titel van een boek van C. S. Lewis. Die komt bij Verhaar, pratend over vriendschap, naar boven. āDaarin beschrijft hij vriendschap ook als een vorm van liefde die zwaar wordt onderschat. Misschien heeft dat te maken met de tegenwoordige nadruk op liefde die tot uiting komt in lichamelijk contact. Tegelijkertijd zie ik onder christenjongeren een positieve kentering. Als vrienden gaat de jeugd heel close met elkaar om. In mijn tijd ging het er echt afstandelijker aan toe. Mogelijk dat de nieuwe media daaraan hebben bijgedragen.
Veel is er niet veranderd sinds ik met emeritaat ben. Voor een christen blijft het in alle levensfasen lastig om gericht te zijn op het koninkrijk van God. Getrouwd of ongetrouwd. Binnen of buiten het arbeidsproces. In alles levensfasen is het gevaar dat je weinig aan het koninkrijk van God denkt. Je moet er constant aan je haren bij gesleept worden. Dat gevoel deel ik dan weer wĆ©l met de jongere generatie. Traditioneel of modern. Iedere gelovige heeft met deze uitdaging te maken en daarin mogen we elkaar aanvuren.ā
Praatmee