Volgens overlevenden kwamen de aanvallers vanuit het nabijgelegen bos. “Ze riepen ‘Allahu Akbar’ terwijl ze op motoren en te voet het dorp binnenstormden", vertelt dorpsbewoner Douglas Fogo aan International Christian Concern (ICC). “Ze schoten willekeurig om zich heen, staken huizen in brand en joegen vrouwen en kinderen de bossen in. Het duurde meer dan twee uur. We konden niets anders doen dan vluchten.”

Na de aanval werden zeven lichamen gevonden op akkers en paden rondom het dorp. Twee andere slachtoffers bezweken later aan hun verwondingen. Acht gewonden liggen in verschillende ziekenhuizen in Kachia en Kaduna. Een van hen is Mary Audu. Zij vertelde vanuit de Alheri-kliniek: “Ik werd in mijn been geraakt toen ik mijn jongere broer probeerde weg te halen bij de aanvallers. Ze noemden ons ongelovigen en zeiden dat we het land moesten verlaten. Ik dacht dat ik daar zou sterven.”

Wakeh is een christelijk Adara-dorp dat eerder te maken kreeg met aanvallen. Ook ontheemden uit nabijgelegen dorpen zochten er al hun toevlucht, waardoor de impact van deze aanval nog groter is.

Gecoördineerde aanvallen
Eind augustus vonden gecoördineerde aanvallen plaats in verschillende dorpen in de aangrenzende deelstaat Plateau. Daarbij kwamen tientallen mensen om het leven, werden kerken en huizen verwoest en raakten meer dan 5.000 mensen op de vlucht. Ook werd een grote veestapel geroofd.

Zuid-Kaduna is grotendeels christelijk en bestaat uit landbouwgemeenschappen. Ondanks de aanwezigheid van verschillende legerbases gaat het geweld door. Christelijke organisaties, waaronder ICC, waarschuwen al langer dat de veiligheidssituatie verslechtert en dat de getroffen dorpen nauwelijks bescherming krijgen.