Noord-Koreaan sloeg Bijbel open: "Ik wist niet wat ik moest doen"

De Noord-Koreaanse Lee Young-sil groeide op in een land waar de overheid alles controleert en waar kinderen leren hun dankbaarheid uit te spreken aan "Grote Leider Kim Il Sung". In dat land kan zelfs het bezit van een Bijbel levensgevaarlijk zijn. Maar juist in die duisternis vond zij het Licht.
āIk wist niets van God of het christelijk geloofā, vertelt Lee aan Cornerstone Ministries International. āMijn ouders hielden hun geloof zorgvuldig verborgen - zelfs voor mij.ā Maar alles veranderde toen ze twaalf jaar oud was en een boek vond in een oude lade. āEr stond niets op de kaft. Toen ik het opensloeg, las ik: āIn het begin schiep God de hemel en de aarde.āā
In Noord-Korea zijn alle buitenlandse boeken verboden, laat staan een Bijbel. āIk wist niet wat ik moest doenā, herinnert ze zich. āMoest ik dit melden bij de veiligheidsdienst? Of bij mijn leraar?ā Nacht na nacht piekerde ze over het boek, totdat ze haar vader vroeg om uitleg.
Zonder iets te zeggen, nam hij haar mee naar buiten en wees naar de sterrenhemel. āDenk je dat dit allemaal zomaar is ontstaan?ā, vroeg hij. Daar, onder de open hemel, vertelde hij haar over de Schepper, over Adam en Eva. En over Jezus. āWonderlijk genoeg geloofde ik hem meteen, zonder angst of twijfelā, zegt Lee. Ze besloot haar vertrouwen niet langer in Kim Il Sung (1912-1994) te stellen, maar in Jezus Christus.
Hoewel ze haar geloof voorzichtig deelde met een paar vertrouwde vrienden, zag ze ook het gevaar. In hun dorp woonde een man die wĆ©l openlijk over zijn geloof sprak. Hij kreeg een waarschuwing van de geheime dienst: āSpreek niet meer over God.ā Maar hij antwoordde: āWat kan een ambtenaar doen tegen iemand die vervuld is met de Heilige Geest?ā De man weigerde zijn geloof af te zweren en werd ter plekke geĆ«xecuteerd. Zijn vrouw en kinderen werden naar een strafkamp gestuurd.
āIn Noord-Korea moet je bereid zijn je leven op te geven als je evangeliseertā, zegt Lee. āEr bestaat daar geen ānepgeloofā.ā Haar eigen geloofsleven begon thuis, met gebed. āMijn ouders en grootmoeder baden elke dag voor Zuid-Korea en voor IsraĆ«l. We baden voor de komst van Gods koninkrijk.ā
Vandaag de dag woont Lee in Zuid-Korea, maar haar hart ligt nog steeds in het noorden. āAls de grens opengaat en God groen licht geeft, dan wil ik als eerste teruggaanā, zegt ze. āAls Noord-Koreaanse gelovigen en Zuid-Koreaanse christenen samen biddend optrekken, dan zal Gods koninkrijk doorbreken in Noord-Korea.ā
Praatmee