De stem van Kinga Bán: balsem voor ons gewonde hart
Na het eten gaan we op weg naar de Dorpskerk, waar het kistje van onze dochter Miriam is neergezet. De uitvaartverzorger heeft gevraagd of we samen met onze kinderen de laatste schroeven willen aandraaien, zodat de deksel niet meer van de kist kan worden getild. Gideon, die graag bezig is met gereedschap en schroeven, wil dat graag doen.
We parkeren de auto en lopen naar de ingang die naar het koorgedeelte van de kerk leidt. Het is stil om ons heen. Het zachte avondlicht dat door de hoge kerkramen naar binnenstroomt, omhult het witte kistje in het midden van de ruimte. Ik voel een zware deken van verdriet op mijn schouders drukken en het lijkt of de kinderen dat ook ervaren. Bedroefd lopen ze naar de kist toe en blijven eromheen staan. Op de tafel naast de ingang staan koekjes en limonade. Mijn moeder heeft het voor ons neergezet, maar niemand heeft trek. We geven Gideon de benodigde aanwijzingen en geconcentreerd gaat hij aan de slag, met het puntje van zijn tong naar buiten gestoken.
Als de schroeven allemaal stevig vastzitten, geef ik hem een knuffel. ‘Zullen we maar weer gaan, dan?’, vraagt mijn man Maarten. Zijn hele lichaamstaal geeft aan dat hij hier niet wil zijn. Zelf sta ik ook op het punt om in tranen uit te barsten. Het kistje ziet er zo verloren uit in deze grote ruimte en het is moeilijk om Miriams lichaam voor de zoveelste keer in eenzaamheid achter te laten.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee