Frans Timmermans vertelt in Adieu God? overtuigd te zijn dat God bestaat
Ondanks het misbruik in zijn jeugd en de katholieke kerk veel conservatiever is dan hijzelf, is Frans Timmermans verknocht aan de kerk. Dat vertelde de partijleider van GroenLinks-PvdA onlangs in het EO-programma 'Adieu God?'. In datzelfde programma vertelt hij te geloven dat God bestaat. Die overtuiging kreeg hij toen hij God om hulp vroeg, nadat zijn vrouw een hersenbloeding kreeg als gevolg van de geboorte van hun jongste dochter.
Op een schaal van een tot tien, hoe 'katholiek' vindt Frans Timmermans zichzelf? "Een zes", reageert hij. "Ik vind dat ik tot de traditie behoor en dat ik op mijn manier mijn geloof invul, al vind ik ook dat ik de kerk niet moet overlaten aan al die ultraconservatieven die het allemaal voor het zeggen hebben. Ik heb een missie en tegelijkertijd heb ik ook veel kritiek op de lijn en op een aantal zogenaamde dogma's."
Het gesprek vindt plaats op een voor Timmermans bekende plek: De Heilig Hart van Jezuskerk in Heerlen. "In de arbeiderswijk Meezenbroek, hier vlakbij, groeide mijn moeder op. Vanuit deze kerk zijn mijn beide grootouders begraven en hier hebben we in 1987 ook het vijftigjarig huwelijk van mijn grootouders gevierd", vertelt hij.
Voordat Timmermans in Heerlen kwam wonen, woonde hij in België en Rome. De voormalig Europarlementariër vertelt dat het katholicisme een grote rol van betekenis in zijn jeugd speelde. "Een beetje zoals Bruce Springsteen dat in zijn biografie schrijft: 'God was overal.' Dat vind ik zo mooi omschreven. God was overal, altijd en overal was God. Bij mijn grootouders hing een portret aan de muur, met een driehoek en een oog erin. Dat was Gods oog, want God zag alles."
De politicus bracht zijn hele basisschooltijd door in België. "Dat was heel katholiek. Je werd geacht om naar de kerk te gaan in het weekend en de pastoor of de kapelaan kwam maandag in de klas om te horen waar de zondagse preek over gegaan was. Als ik dan niet gegaan was, dacht ik wel eens: ik verzin wel iets, maar dat had hij meteen door."
Ook bij Timmermans thuis speelde het geloof een grote rol van betekenis, omdat zijn ouders beiden katholiek waren. "We gingen ieder weekend ook naar de kerk. Met de basisschool gingen we ook iedere maand een keer biechten. Dan liep je met de klas in een stoet naar de kerk en moest je onderweg bedenken wat je nou voor zonde gedaan had."
De politicus vertelt vroeger een gelovig jongetje te zijn geweest. "Mijn oom, de oudste broer van mijn vader - heette ook Frans en hij was missionaris. Hij is ook nog de enige van die generatie die nog in leven is. Tegen hem keken we natuurlijk ontzettend op. Ergens in mijn puberteit begon ik de existentialisten te lezen en ik weet nog dat ik naar mijn ouders toeging en afzonderlijk tegen hen zei - ze waren toen al uit elkaar - dat ik niet meer in God geloof. Mijn moeder zei: 'Oh jammer!', maar voor mijn vader was het een ramp. Je kan wel zeggen dat je niet meer gelooft, maar Hij laat je niet zo gemakkelijk los."
Dat was ook de persoonlijke ervaring van Timmermans, die even later in het gesprek aan de hand van een gebeurtenis vertelt waarom hij ervan overtuigd geraakt is dat God bestaat. "Toen onze jongste dochter geboren is, kreeg mijn vrouw een hersenbloeding als gevolg van de geboorte. De prognose in de eerste uren en dagen was heel negatief: 'Ze gaat het niet overleven. Als ze het overleeft, dan in vegetatieve staat.' Omdat mijn vrouw op de intensive care in Maastricht lag en wij in Heerlen woonden, zat ik toen heel veel in de auto. Ik ging twee keer per dag naar haar toe, een keer per dag met de baby en een keer per dag alleen. Ik heb toen om hulp gevraagd en gekregen. Ik voelde het. Iedereen kan me uitleggen: dat komt uit jezelf en je hebt jezelf daarmee op dat moment getroost. Maar zo voelde het niet."
Het raakt de politicus enorm als hij over deze gebeurtenis spreekt. "Dit is een van de belangrijkste momenten in mijn leven. Op dat moment kreeg ik de troost waar ik enorme behoefte aan had. Het bijzondere daarvan is dat ik op dat moment niet om troost vroeg, maar om hulp voor Irene. We zijn nu 18 jaar verder. Ze heeft er wel wat aan overgehouden, maar minimaal. Dat ze er verder heel gezond is uitgekomen, vind ik een wonder."
Praatmee