Het 'hiernamaals': een vooruitblik op mijn eigen begrafenis
Als oudste kleinkind van mijn moeders vader was ik de laatste persoon die mijn grootvader bezocht heeft op zijn sterfbed. Dat was een ziekenhuisbed in Enschede, en het was in 1978. Alleen wij tweeƫn waren op dat moment bij elkaar. Dat waren gedenkwaardige ogenblikken die wij samen genoten hebben!
Mijn opa, die altijd vol grapjes was geweest en wiens geestelijk leven niet gemakkelijk gepeild kon worden, was nu bijna in extase omdat hij wist dat hij nu spoedig zou āheengaanā om ābij de Heerā te zijn. Met stralende ogen keek hij naar het plafond en zong het ene geestelijke lied na het andere. Het herinnerde mij aan de vier jaren dat hij in het huis van mijn ouders had gewoond nadat mijn oma was gestorven en voordat hij hertrouwde. Dit was tussen mijn dertiende en mijn zestiende levensjaar geweest. Vele keren had ik op het orgel gespeeld, en opa had de oude liederen gezongen. Hij had een goede stem; in zijn jongere jaren was hij de voorzanger in zijn plaatselijke gemeente geweest. Nu, in zijn laatste ogenblikken, kon ik hem niet langer begeleiden. Mijn opa sprak en zong alleen, hij zong van de gelukzaligheid die hem te wachten stond en hij zong met afnemende kracht. En ik zat daar en hield meer van mijn opa dan ooit tevoren.
Een van de liederen die hij aanhaalde, was een favoriet van hem, een lied dat hij diverse malen gezongen had met mijn begeleiding. Het was in het Duits; mijn opa had een aantal jaren in Duitsland gewoond toen hij jong was (tot zijn dertigste jaar) en hij kende een heel aantal Duitse liederen uit het hoofd. Dit speciale lied was geschreven door een dame die Adeline Birke geb. Schƶneborn heette; ik weet niets van haar behalve dat ze leefde van 1832 tot 1869. Ze stierf dus jong, en dat maakt haar lied des te opmerkelijker. Hier zijn de eerste coupletten van het lied:
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee