Wetsvoorstel rouwverlof SGP, CDA en CU naar Raad van State
Werknemers met minderjarige kinderen die hun levenspartner of een minderjarig kind verliezen, moeten recht krijgen op betaald rouwverlof van minimaal vijf werkdagen. Dat vinden SGP, CDA en ChristenUnie. Hun initiatiefwet hierover is vandaag naar de Raad van State gestuurd.
De Nederlandse wet kent op dit moment geen verlofregeling voor situaties van rouw. De drie christelijke partijen willen met de Wet invoering rouwverlof daar verandering inbrengen. Het rouwverlof is in aanvulling op het bestaande kort verzuimverlof, dat het verlof regelt tot aan de uitvaart van een geliefde.
De initiatiefnemers stellen voor dat het verlof flexibel opneembaar is tot een jaar na het overlijden en door de werkgever doorbetaald wordt. Doelstelling van het voorstel is de positie van rouwende werknemers te verbeteren door ervoor te zorgen dat hij of zij sneller kan terugkeren naar de werkvloer, zodat de hoge verzuimcijfers na verlies zullen afnemen. Daarnaast wordt gestimuleerd dat werkgevers, bovenop de voorgestelde minimumnorm, maatwerk bieden aan werknemers die terechtkomen in verliessituaties.
De Raad van State zal, als hoogste adviseur van regering en parlement, zich buigen over het voorstel en aan de initiatiefnemers advies uitbrengen, waarna beide Kamers zich erover zullen uitspreken.
SGP-fractievoorzitter en initiatiefnemer Chris Stoffer: “Rouw is in ons verlofstelsel een ondergeschoven kindje, terwijl vroeg of laat iedereen ermee geconfronteerd wordt. Een wettelijke basis voor rouwverlof biedt ruimte en lucht aan rouwende ouders, zodat zij de tijd krijgen weer op te krabbelen.”
Inge van Dijk (CDA): “Op het moment dat je partner of je kind overlijdt staat je wereld stil, terwijl de wereld om je heen doordraait. In een fatsoenlijk land geven we elkaar op zo'n moment de ruimte om stil te kunnen staan en bij je naasten te zijn. Een wettelijk geregeld rouwverlof helpt daarbij.”
Don Ceder (CU): “Iedereen in Nederland krijgt te maken met rouw. Maar op de werkvloer is dit nog niet goed geregeld. En dat kan anders. Als we dit beter regelen geven we de samenleving de broodnodige ruimte om waarde te hechten aan wat écht belangrijk is.”
Praatmee