Ga je op de stoel van God zitten als je embryo DNA aanpast?
'Door embryo-DNA aan te passen, ga je op de stoel van God zitten.' Dit is de laatste stelling in het slot van een artikelenreeks van NPV - Zorg voor het leven. In deze artikelenreeks geven vier experts antwoord op verschillende stellingen die aan het thema ingrijpen in embryo-DNA raken. In het landelijk project ‘De DNA dialogen’ worden hier gesprekken over gevoerd. De NPV mag in deze dialogen christelijke perspectieven naar voren brengen.
Stel: het is 2050 en er is een nieuwe techniek in gebruik genomen waarmee je het DNA van menselijke embryo’s kunt aanpassen. Met deze techniek kunnen erfelijke ziekten uitgebannen worden. Genen die ziekten veroorzaken worden uit het DNA verwijderd en vervangen voor genen die een gewenste uitkomst geven. Veelbelovend… Toch?
De overheid staat aan de vooravond van belangrijke besluiten. Willen we deze techniek toelaten in ons land? En zo ja, onder welke voorwaarden? En willen we als land embryokweek toestaan zodat deze techniek verder ontwikkeld kan worden? Wat doet dit alles met de samenleving en onze kijk op het leven? Belangrijke vragen, waar goede afwegingen en gesprekken voor nodig zijn…
Hieronder reageren vier experts reageren op de stelling: 'Door embryo-DNA aan te passen, ga je op de stoel van God'.
André Poortman, theoloog: “Als je dit antropomorfe beeld van God wilt gebruiken, dan kun je niet anders dan concluderen dat we als mensen per definitie op de stoel van God zitten. Dat is misschien wel onze ultieme tragiek. Geworpen in ons bestaan, tegen wil en dank, staan we er in ethische dilemma’s alleen voor. We kunnen natuurlijk ethische richtlijnen proberen te destilleren uit religieuze bronnen als de Tenach en het Evangelie, de traditie en allerhande andere religieuze bronnen. Maar in ultimo is Gods stoel vacant op deze wereld en kan hij alleen door ons mensen worden bezet. Dat hangt samen met het gegeven van de menselijke vrijheid. De mens is gedoemd vrij te zijn en is daarmee ook tegelijk radicaal verantwoordelijk.
Jonathan Sacks roept in zijn boek Een gebroken wereld heel maken op om de menselijke vrijheid in te zetten als partners van God in het werk van de schepping. Zo kan de menselijke vrijheid samenvallen met een ethiek van verantwoordelijkheid. De mens kan namelijk alleen verantwoordelijk zijn als hij ook vrij is. Werken als partner van God is een visie die het leven beaamt, aldus Sacks, het is ‘de moed om het risico van verantwoordelijkheid te nemen door medeauteurs te worden van een wereld zoals die behoort te zijn.’
Het ongemak bij het zitten op de stoel van God, het ongemak rondom ethische dilemma’s en het onbevredigende van ethische keuzes maken is niet iets dat we zouden moeten ontlopen door ons te verschansen in conservatieve loopgraven of te relativeren met blinde progressiviteit. Het ongemak moeten we koesteren, cultiveren. Ethische besluitvorming en wetgeving zal altijd een kiezelsteen in onze morele schoen blijven.”
Henk Jochemsen, ingenieur, filosoof en bijzonder hoogleraar: "Op de stoel van God gaan zitten, vind ik een ongelukkige uitdrukking. Ik vat die nu maar op als het doen van dingen die de mens niet toekomen.
Uit de stelling kun je de suggestie lezen dat het DNA heilig is of dat het embryo heilig is. Voor het embryo als een zich belichamend mens geldt dat; dit mag dus nooit puur als onderzoeksmateriaal gebruikt worden. Voor het DNA geldt dat niet; het is een molecuul met noodzakelijke informatie, maar kan op zich ook in het laboratorium gemaakt worden. De cruciale vraag is niet of het DNA wordt aangepast maar wat die aanpassing doet met de mens die het betreft. DNA aanpassen in lichaamscellen ter behandeling van aandoeningen is in principe prima.
De stelling suggereert dat mensen door kiembaan genetische aanpassing met hun eigen lichamelijke bestaan, of met dat van hun kinderen, omgaan als een project. Dit moet leiden tot de optimale expressie van de identiteit waarvoor die mensen kiezen voor zichzelf of hun kinderen.
We zien in de samenleving en de geneeskunde een toenemende tendens tot instrumentalisering van het lichaam voor de wensen en doelen van het individu. Het lichaam moet optimaal functioneren om van het leven te kunnen genieten en als dat onmogelijk is geworden, dan kan het maar beter stoppen. Kweken van embryo’s is hiervan een uitdrukking evenals een nog altijd voorkomend behandelfanatisme gecombineerd met euthanasie als we daaraan toe zijn. Dat is – om dan die term nog te gebruiken- op de stoel van God gaan zitten. Dit is natuurlijk wat scherp gezegd en er is gelukkig veel goede zorg. Maar de genoemde tendens kan deze ondermijnen en dienen we dan ook te weerstaan.
Martina Cornel, arts: “Wat wordt er precies bedoeld met “op de stoel van God zitten”? Sommige mensen zullen daarmee bedoelen dat je je bezighoudt met zaken waar mensen zich niet mee mogen bezighouden. Persoonlijk denk ik dat God mensen nodig heeft. Juist in de gezondheidszorg doen we veel vanuit de motivatie dat omzien naar zwakkeren en zieken is wat God van ons vraagt. Veel artsen zullen God daar niet letterlijk bij noemen, maar spreken bijvoorbeeld over “weldoen” en “niet-schaden”. Wanneer je door embryo DNA aan te passen, veel leed kan voorkomen, vind ik dat we niet bij voorbaat “nee” moet zeggen, maar verder moet kijken wat de zorgen zijn (veiligheid, effectiviteit, schadelijke neveneffecten) en wat de maatschappelijke effecten kunnen zijn (gaan we na ernstige medische problemen ook andere eigenschappen in het DNA aanpassen, of hoe kunnen we dat voorkómen).
In de geneeskunde hebben we in het algemeen niet zo veel met determinisme. Als God of het noodlot of wat dan ook bepaald heeft dat iemand ziek is, proberen we die persoon beter te maken of minstens goed zorg te verlenen. Een chirurg zal een gebroken been opereren. Een geneticus zal in principe best een gebroken gen willen repareren.
Er zijn wel teksten te vinden over DNA als de “taal van God”. Bijvoorbeeld toen de volgorde van het humane genoom in kaart gebracht was, zei president Bill Clinton “We are learning the language in which God created life”. Toch denk ik dat er met DNA net zo zorgvuldig moet worden omgegaan als met alle andere bouwstenen van het menselijk lichaam. Natuurlijk maakt het doorgeven van DNA aan volgende generaties zorgvuldigheid extra belangrijk. Maar we kunnen mijns inziens God best helpen door foutjes te repareren.”
Bert-Jan Heusinkveld, theoloog en ethicus: “Door embryo-DNA aan te passen gaan we niet direct op de stoel van God zitten. Hier speelt het onderscheid tussen genezen en verbeteren een belangrijke rol. We zijn geroepen om leven te beschermen, lijden te verlichten, ziekten te voorkomen en te genezen indien mogelijk. Daar is de geneeskunde op gericht: op de liefdevolle zorg voor mensen in een bepaalde vorm van nood.
We zijn niet God, ook geen medescheppers naast God, hooguit bijna goddelijke creatievelingen (Ps. 8). Die creativiteit heeft ons veel en ver gebracht, onder andere door de ontwikkeling van de gentechnologie. De betekenis van genen voor de mens als geheel verzet zich op zichzelf niet tegen een modificatie van DNA-volgorden, als deze op een technisch correcte en volledig veilige manier zou kunnen worden uitgevoerd. Het probleem bij kiembaangenmodificatie is dat we ingrijpen in het allerprilste stadium waar het leven nog zó geconcentreerd is binnen de cel, dat daar maar moeilijk goed te handelen is. Bovendien gaan we beslissen over álle toekomende generaties, waarbij we de werking van het genoom in zijn totaliteit niet volledig kennen. Daarbij komt dat er mogelijk in de toekomst allerlei nieuwe behandelmethoden beschikbaar komen die een aandoening beter behandelbaar maken, waardoor het risico van ingrijpen in de kiembaan nóg minder noodzakelijk wordt of met gentherapie voor betreffende persoon goed te behandelen is, zonder risico’s voor latere generaties.
Als het gaat over ‘op de stoel van God gaan zitten’ wijs ik vooral op de maakbaarheidsgedachte van het leven. Wij kunnen enorm veel, ook op het terrein van de geneeskunde en dat stemt dankbaar, ook naar God. Maar we kunnen het leven niet volledig maken of beheersen en moeten dat ook niet willen. Het vraagt om een vorm van levenskunst om technologie in te zetten voor het goede leven. De technologische ontwikkelingen moeten echter niet bepalen wat we doen en hoever we gaan, dat beslissen we zelf. We zijn niet de Schepper die het leven geeft en moeten geen opscheppers worden die het leven volledig in handen willen hebben. De kiembaan lijkt hier een grens aan te geven waarvan het overschrijden met het oog op modificatie de menselijke maat te boven gaat.”
De NPV verzamelt de mening van christenen over dit thema. Wilt u meepraten, eventueel vanuit uw ervaringsdeskundigheid? Klik dan hier of laat een bericht achter in de comments. U vindt op deze websitepagina ook meer over het standpunt van de NPV ten aanzien van kiembaanmodificatie, waarbij de beschermwaardigheid van íeder leven voorop staat.
Lees ook de andere artikelen uit de serie:
Praatmee