"We durven niet meer te klappen of hardop te zingen"
Er was een tijd dat de kleine gemeente van Narendran en Kavita zonder problemen kon samenkomen. Maar vervolging verspreidt zich als een olievlek door de deelstaten van het reusachtige India en laat een spoor van vernieling en geweld achter. Kavita: “We zouden in angst en onzekerheid leven als jullie niet waren gekomen om te helpen.”
Cvandaag en Open Doors komen deze maand in actie voor christenen in India. We luiden de noodklok: christenen in India wordt de mond gesnoerd en geweld neemt dramatisch toe. Bid je mee en help je christenen met een noodhulppakket?
Het is een vreemde gewaarwording na de dienst op nieuwjaarsdag: slippers en schoenen die de kerkgangers bij de ingang hebben achtergelaten, zijn doorgeknipt of met een mes in stukken gesneden. Voorganger Narendran en zijn vrouw Kavita hadden wel gezien dat een groep jongeren het terrein van hun kerk was opgelopen tijdens de viering, maar ze waren in de veronderstelling dat deze groep de dienst graag bij wilde wonen. Niets bleek minder waar. De vervolging die miljoenen christenen in India treft, raakt die dag ook voor het eerst de kleine christelijke gemeenschap van Narendran en Kavita.
Narendran heeft dan al een tijdje een voorgevoel dat het wel eens verkeerd zou kunnen gaan. “Ik voelde constant de aandrang om te bidden of God ons wilde beschermen tegen problemen”, vertelt hij. “Ik vroeg me wel af waarom ik dat moest bidden, maar ik bleef het doen. Nu weet ik dat dit gebed met een reden was.”
Het doorgeknipte schoeisel valt in het niet bij wat de kerk van Narendran en Kavita nog aan vervolging te wachten staat. Narendran herinnert zich een begrafenis, waarbij hij met een aantal kerkgangers de kist naar de plek droeg waar de overledene begraven zou worden. Onderweg werden ze tegengehouden. Ze kregen te horen dat het lichaam van een christen niet begraven mocht worden op de algemene begraafplaats. “In het verleden hadden we daar zo vaak mensen begraven”, vertelt Narendran. “Nu stond er een groep jongeren die ons tegenhield en twee uur lieten wachten. Ze wilden ons gewoon dwarszitten.”
Een paar dagen later is het opnieuw raak. Narendran en Kavita zijn met een groep aan het bidden, als er twee jongens aan de poort van de kerk verschijnen. “Ik ging poolshoogte nemen”, vertelt Kavita. “De jongens kwamen meteen schreeuwend op me af: ‘Waarom maken jullie zoveel lawaai? Je kunt hier niet zomaar bidden.” Kavita antwoordt dat ze hun gebed zullen beëindigen, maar voor het tweetal aan de poort is dat niet genoeg. Ze beledigen en bedreigen de kerkgangers en beginnen Narendran te slaan. De christenen die bij de gebedsbijeenkomst zijn, vluchten naar huis. Voor Narendran is het dan nog niet voorbij. Het raakt hem nog als hij vertelt wat er vervolgens gebeurde. “Ze prikten me in de ogen, trokken mijn shirt kapot en sloegen me”, zegt hij. “Daarna begonnen ze ook mijn vrouw te slaan. Ze zakte bewusteloos in elkaar door de klappen.” Als de aanvallers zien dat hun plan om de dienst te verstoren en de voorgangers te verwonden is geslaagd, maken ze zich uit de voeten.
Narendran en Kavita zijn zo ernstig gewond, dat ze met een ambulance naar het ziekenhuis worden gebracht. Maar zelfs daar steken de aanvallers een stokje voor. Ze dragen het ambulancepersoneel op het echtpaar enkel af te zetten bij het ziekenhuis en niets te zeggen over de oorzaak van hun verwondingen. Eenmaal in het ziekenhuis blijken dokters ook al op de hoogte te zijn van wat zich heeft afgespeeld; ze zijn door de aanvallers onder druk gezet om geen medische zorg te verlenen aan Narendran en Kavita. Pas als andere voorgangers en een advocaat zich met de zaak bemoeien, wordt het stel geholpen. Narendran en Kavita verblijven uiteindelijk een week in het ziekenhuis. De vervolgers zien in die tijd hun kans schoon om de kerk onder handen te nemen. Ze vernielen stoelen, de muziekinstrumenten en andere spullen in de kerk.
De vervolging laat diepe sporen na bij Narendran en Kavita. Narendran durft geen kerkgangers meer te bezoeken, hij is bang opnieuw aangevallen te worden. Het aantal gemeenteleden is bovendien rap geslonken door de gebeurtenissen. “De helft van de gemeente komt niet meer. De aanvallers zochten hen thuis op en dreigden dat het serieuze gevolgen zou hebben als zij de kerkdiensten blijven bezoeken”, legt Kavita uit. “De overgebleven gemeenteleden zijn ook bang. We kunnen ’s avonds niet meer samenkomen voor gebed. We zijn gestopt muziekinstrumenten te gebruiken en durven niet meer te klappen of hardop te zingen.”
Voor hun inkomen waren ze afhankelijk van donaties uit de gemeente, maar nu die is gehalveerd, hebben Narendran en Kavita moeite om rond te komen. Lokale Open Doors-partners hoorden van hun situatie toen het echtpaar in het ziekenhuis lag en zochten hen daar op om met hen te bidden en een voedselpakket te brengen. Ook kregen ze van Open Doors een naaimachine, waarmee ze een kleermakerij konden starten. Hierdoor kunnen ze voorzien in hun eigen levensonderhoud en zelfs schoolgeld voor kun kinderen betalen.
Voor Narendran en Kavita is deze hulp een duidelijk voorbeeld van Gods voorzienigheid. “Toen Elia bang was en zich verstopte, kwam een engel van God om hem te eten te geven en te bemoedigen. Hij zei: ‘Sta op en eet, want de reis is te lang’. Op dezelfde manier ervaren wij dat Open Doors ons hielp met gebed en praktische steun toen wij aan het worstelen waren en zorgen hadden”, zegt Kavita. “Hierdoor kunnen we ons werk hier voortzetten. We zouden in angst en onzekerheid leven als jullie niet waren gekomen om te helpen. Nu realiseren we ons dat we niet alleen zijn. Broers en zussen in Christus staan naast ons in onze problemen en steunen ons door hun gebed.”
Kijk in onderstaande video van Open Doors het verhaal van Narendran en Kavita terug:
Naast gebed hebben Indiase christenen dringend behoefte aan voedsel, kleding en medicijnen! Sta jij naast Narendran, Kavita en miljoenen andere christenen? Geef dan een noodhulppakket met de Cvandaag Crowdfund!
Praatmee