Handelingen 10:38 leert dat Jezus rondging, goed doende en genezing brengende aan de zieke mensen. Liefde, herstel, bescherming, altijd omzien naar die ene, afzien van geweld en vergelding, en niet toestaan dat mensen als verschoppelingen werden behandeld. Of het ging om de barmhartige Samaritaan, de moordenaar aan het kruis, de Samaritaanse vrouw bij de put, of om de tollenaar: Jezus zocht deze mensen op en liet hen weten dat Hij van hen hield. En dat ook zij - juist zij! - waard en waardig waren om Zijn liefde te ontvangen.