3. Roep om wereldleiding
Vrijwel alle nationale overheden hebben zich ingespannen om de uitbraak van corona tegen te gaan. Ze letten op elkaar, maar voeren toch ook elk hun eigen koers. Daarom heeft vaak de roep geklonken om onderlinge afstemming in beleid.
Duidelijk is ook gebleken dat de verwevenheid van de hele wereld in onder andere handel en toerisme een grote rol gespeeld heeft bij de razendsnelle verspreiding, waardoor veel landen op slot zijn gegaan. Zodoende zijn onderling afhankelijke landen toch sterk op zichzelf aangewezen. Dat roept onder andere de vraag op wat solidariteit betekent, bijvoorbeeld binnen de EU, waar zwaar getroffen landen om steun vragen.
Dit alles baant de weg voor een wereldleider. Centrale coördinatie en centraal gezag lijken wenselijk. Aan een sterke leider is ook behoefte. Juist in landen met een dictatoriaal regime (zoals China en Vietnam) gebeurde de bestrijding bijzonder efficiënt. Tot dusver breidde een wereldrijk zich van bovenaf uit, doordat een sterke leider uit was op verovering. De ontwikkelingen rond het coronavirus zouden kunnen leiden tot een wereldrijk dat van onderaf tot stand komt, omdat er om leiding gevraagd wordt.
4. Focus op gezondheid
Meer dan drieduizend jaar geleden gold het al: ‘Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven’ (Job 2:4). Zo zit een mens blijkbaar in elkaar. In onze tijd, waarin de ziel uit beeld raakt en het samenleven onder druk staat, is dit nog versterkt. Dit leidde in de coronacrisis tot een hyperfocus. Bij een flink deel van de bevolking leek er vooral nog maar één ding te tellen: Hoe vrijwaar ik mijzelf (en anderen) van deze ziekte? Nu is voor roekeloosheid ook bepaald geen reden, maar niet zelden nam het de vorm aan van hysterie. Allerlei voorheen schijnbaar onmisbare zaken kon men ineens opgeven. Soms was dat, gelukkig, uit echte bezorgdheid om kwetsbaren. In het algemeen lijkt de zorg om eigen gezondheid echter de boventoon te voeren. Boven de vraag naar het eeuwig welzijn, of de verbondenheid aan elkaar.
Deze hyperfocus op lichamelijke gezondheid past bij de ‘godsdienst’ van het rijk van de antichrist. Het kan ook heel goed mensen klaarstomen voor andere aspecten, omdat ze nu meer bereid zijn tot het nemen van maatregelen waar ze, bijvoorbeeld om reden van privacy, anders niet toe zouden willen overgaan.
5. Onderlinge verwijdering
Een ‘anderhalvemetersamenleving’ zou het nieuwe normaal moeten worden. Dat heeft veel praktische consequenties, maar de impact gaat veel verder dan het praktische. Het doet iets met je geest, met de manier waarop je naar elkaar kijkt. Wie iemand op een voetpad passeert, wijkt uit voor de ander alsof die gevaarlijk is. Of dat je zelf gevaarlijk bent voor die ander.
En daar is ook iets van waar. Maar niet alleen nu, want een risico zijn we altijd, dat hoort bij het samenleven – denk alleen maar aan het verkeer. Normaliter realiseren we ons dat niet zo, en dat is tot op zekere hoogte maar goed ook. Als wij er ons al te veel van bewust worden welk mogelijk risico het inhoudt om met elkaar te leven, zouden we geneigd kunnen zijn om elkaar te ontlopen. En dat, terwijl wij de ander niet primair moeten zien als een risico, maar als een medemens. Het waren de priester en de leviet (Luk. 10:31-32) die uit risicomijding met een boog om hun naaste heen gingen.
Gelukkig zijn er heel wat initiatieven om er toch voor anderen te kunnen zijn, maar het effect op langere termijn zou weleens heel goed kunnen zijn dat we terechtkomen in een samenleving op afstand, die ons nog verder brengt op de weg van Mattheüs 24:12: ‘de liefde van velen zal verkouden’.
6. Risicomijding
De neiging tot risicomijding heeft een grotere invloed dan alleen op het onderlinge, sociale contact. Het gaat bijvoorbeeld ook om het openlijk durven geven van een tegengeluid. Omdat gezondheid in het spel is, wordt diegene die bepaalde maatregelen durft bekritiseren of zelfs maar bevragen, gezien als een bedreiging voor de volksgezondheid en dus de maatschappij.
Zeker voor christenen voelt dit riskant, omdat zij toch al een kwetsbare plaats hebben in de samenleving. De meeste christenen hebben zich daardoor bijzonder snel geschikt in de maatregelen. Dat is een voorbeeld van goed burgerschap (Jer. 29:27), maar het stelt ons wel voor de vraag of we niet steeds meer geneigd worden de veilige kant te zoeken. Terwijl wij weliswaar in onze levenswandel onberispelijk moeten zijn, maar onvermijdelijk ergernis zullen oproepen vanwege trouw aan God en Zijn wet (Dan. 6:5-6, 1 Petr. 3:16).
Meer in den brede zorgt onze neiging tot risicomijding voor een verandering van karakter. Het maakt volgzaam. Als er iemand is die zegt wat we moeten doen, laten we dat maar doen, want anders weten we ook niet waar we goed aan doen. En die volgzaamheid is een perfect uitgangspunt voor een toekomstige wereldleider.
In een nadere toelichting zegt ds. Van Reenen: “Het manuscript van mijn boek over de antichrist lag klaar toen de coronacrisis uitbrak. Van meet af aan zag ik veel parallellen tussen wat er gebeurde en wat ik al geschreven had. Daarom heb ik besloten een hoofdstuk in te voegen. Dat was eind april. Dat is natuurlijk riskant, in zo’n vroeg stadium. Misschien schatte ik het toen verkeerd in. Nu we midden in de tweede golf zitten, sta ik er nog helemaal achter. Natuurlijk zie je nu sommige dingen wat scherper, en gelukkig pakken sommige dingen tijdens de tweede golf net wat anders uit, maar mijn zorg is dezelfde. We staren ons blind op een uiterlijk gevaar en zoeken uiterlijke oplossingen. We hebben zo weinig oog voor de ziel, Gods handelen en duivelse listen. Het eeuwigheidsperspectief is verdwenen, ook bij veel christenen.”
Lees ook het CIP-interview met ds. Van Reenen: ds. Van Reenen roept op tot waakzaamheid: "Stap naar de antichrist is heel klein".
Christenen die meer diepgang willen kiezen voor cvandaag Premium
Je las net een gratis cvandaag Premium artikel. Meld je aan en start je gratis maand.
Start je gratis maand