Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Onlangs twitterde ik: ‘Wealth is not forever, not even a corona lasts for all time’ (Spr. 27:24 CSB, ‘Rijkdom duurt niet voor eeuwig, zelfs een corona blijft niet voor altijd’). In de tekst staat natuurlijk niet ‘corona’, maar ‘crown’ (‘kroon’), maar ‘crown/kroon’ is een verbastering van het Latijnse corona. Vers 24b luidt in de Nova Vulgata (de Nieuwe Vulgaat, de Latijnse Bijbel): Num corona tribuetur in generationem et generationem? Vrije toepassing: blijft het coronavirus soms voor altijd? Wat een troost!
Intussen kan ik het niet helpen dat ik als theoloog nogal nieuwsgierig ben naar de theologische interpretaties die in de verschillende gezindten van de coronacrisis gegeven worden. Laat ik beginnen met twee uitersten, die meteen de hele spanwijdte aan interpretaties aardig weergeven, en wel enerzijds de bevindelijk-gereformeerde gezindte, anderzijds de (extreem-)charismatische beweging. In mijn boek Geneest de zieken! ben ik al breedvoerig ingegaan op het verschil tussen deze twee. In het kort zeggen veel bevindelijk-gereformeerden: alle ziekte komt van God (vgl. de Heidelbergse Catechismus Zondag 10: ook ziekte valt je toe uit ‘Gods goede Vaderhand’) en is bedoeld als tuchtiging, zo niet als straf (zoals ook de priester Paneloux beweerde in de beroemde, thans weer veel gelezen roman De pest van Albert Camus). Deze opvatting wordt in de hand gewerkt door de foute vertaling van paideia in Hebr. 12:5-8, namelijk ‘bestraffing’. Paideia betekent ‘opvoeding’ (denk aan het afgeleide woord ‘pedagogiek’).