Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Het was in het voorjaar van 1999. In de bovenkamer van een pand ergens in Amersfoort zaten de directeuren van de partijbureaus van politieke partijen GPV, RPF (de twee voorgangers van de ChristenUnie) en SGP met hun ‘secondanten’. Bij de koffie serveerde de directeur van de SGP op zijn geheel eigen wijze een stevig statement: ‘Deze samenwerking zou er nóóit zijn gekomen als wij zelfstandig een zetel zouden kunnen behalen.’
Dit zestal was het campagneteam van de drie partijen voor de Europese verkiezingen. Ik zat aan tafel voor de RPF. De wereld van de RPF en de SGP kende ik het best, groot geworden in een zogenaamde Gereformeerde Bondsgemeente en degelijk geschoold in het reformatorisch onderwijs. Ik was gecharmeerd van de gezamenlijke Europese lijst en moest wel even slikken na het statement van de SGP. Daar zat ik met m’n idealen. Wat een teleurstelling! Het was blijkbaar een pragmatische keuze.