Het ingrijpen vond afgelopen zaterdag plaats in de Eritrese hoofdstad Asmara, meldden bronnen aan Open Doors. “Ongelovigen werden door de politie naar huis gestuurd”, zei een van hen. De christelijke aanwezigen bij de viering werden naar het nabijgelegen politiebureau gebracht.

Opsluiting
Invallen en arrestaties van gelovigen die God aanbidden buiten de erkende stromingen (islamitisch, luthers en katholiek), zijn in Eritrea gebruikelijk. Wanneer christenen worden ‘betrapt’, kunnen ze naar het beruchte gevangenisnetwerk van Eritrea worden gestuurd. In veel gevallen worden ze voor onbepaalde tijd opgesloten.

Naar schatting duizend Eritrese christenen zitten gevangen, zonder dat er een aanklacht is ingediend. Leden van sommige huiskerken zitten al meer dan tien jaar in de gevangenis. Zij moeten vaak onmenselijke omstandigheden doorstaan, waaronder eenzame opsluiting in kleine cellen, en krijgen meestal geen eerlijk proces.

Staatstoezicht
Eritrea, waar officieel 47 procent van de bevolking christelijk is, erkent slechts drie christelijke denominaties (Eritrees-orthodox, rooms-katholiek en luthers). Andere christenen, onder wie evangelischen of pinkstergelovigen, lopen voortdurend gevaar. Bovendien krijgen ze meer dan eens te maken met druk vanuit familie of de gemeenschap waartoe ze behoren.

Maar ook bij de erkende kerken houdt de overheid elke lokale gemeente nauwlettend in de gaten. Wie zich uitspreekt over vervolging of tegen overheidsbemoeienis met kerkelijke zaken wordt niet geduld. Zelfs het publiek vragen om gebed, bijvoorbeeld via internet, wordt bestraft: het regime legt dat uit als het ontvangen van ‘hulp van buitenaf’. Dat maakt de situatie voor christenen nog ingewikkelder.

Dit artikel is overgenomen van de website van Open Doors.