Ik heb onze kinderen geen griezelverhalen over de hel verteld
Een boek dat ik als kind vaak heb doorgebladerd was de christelijke encyclopedie. Het was misschien wel het enige studieboek dat we thuis hadden. Boeken werden geleend bij de winkel van Walraven aan de Waalstraat in Vlaardingen. Achter in de boekwinkel had je een minibibliotheek. Daar kon je voor een paar centen boeken lenen.
In die encyclopedie bekeek ik vaak hetzelfde plaatje. Het was een foto van een drieluik. Een drieluik is een kunstwerk, een schilderij dat bestaat uit drie panelen die samen één geheel vormen. Het drieluik dat ik vaak bekeek was een drieluik over het laatste oordeel:
Omringd door de apostelen, heiligen en engelen oordeelt Christus op de Laatste Dag wie naar de hemel gaat en wie naar de hel. De gelukzaligen werden op het linkerpaneel naar de hemel geleid, op het rechterpaneel sleuren gedrochten en duivels de verdoemden het hellevuur in.
Ik krab echt even achter mijn oren.
Overdrijf ik niet. Heb ik echt die bladzijde steeds weer opgezocht?
Het is echt waar.
Achteraf kun je zien hoe behouden worden maar ook verloren kunnen gaan in mijn denken als kind een rol speelden. Wat geef je als ouder je kind mee? Toch heerste bij ons thuis geen zwaarmoedige stemming. Maar ik vertelde jullie al: voor mijn moeder was het een levensvraag: hoe weet ik dat ik behouden ben? Angst om verloren te kunnen gaan speelde toen bij haar een grote rol.
Ik heb dat bij de opvoeding van ons kinderen vermeden.
Ik probeerde hun te leren en nog altijd voor te leven hoe fijn het is als je een kind van God mag zijn. God is liefde. Een liefde, zo zegt de Bijbel drijft de angst uit, 1 Johannes 4:18.
Wat heb ik de kinderen van onze gemeente geleerd?
Ik kwam het ook bij jullie (Facebook-vrienden, red.) tegen. Ik leerde hen: de hemel is daar waar God is en de hel waar God niet is. En Jezus is de weg. Zo lerende hield ik hen voor dat je als je het zo definieert, je nu al in dit leven een stukje hemel en iets van de hel al meemaken. En in dat alles is Jezus de weg.
Ik heb hen geen griezelverhalen verteld. Ik heb altijd willen laten zien dat als je een kind van God bent al nu al in dit leven een stukje van de hemel op aarde mag beleven.
Ja, ik heb ook gepreekt over mensen die buitengesloten worden. Maar heb de gemeente er wel op gewezen dat het de mensen hun eigen schuld was. De man uit de gelijkenis koos ervoor om niet met het talent van zijn heer te gaan werken. En de meisjes uit de gelijkenis hadden niet gezorgd voor voldoende olie in hun lampen. Jezus huilde om het verdrietig lot van Jeruzalem. Maar zei ook: Gij hebt niet gewild.
Ja, ik heb ook gepreekt uit het boek Openbaring. Maar vooral over gedeelten waar je betrekkelijk ‘gemakkelijk’ preken over kon maken. Bijvoorbeeld over de zeven brieven en over het feit dat het Lam regeert.
Verder heb ik om wat ik niet begreep en nog altijd moeilijk vind om hulp aangeklopt bij dominee De Vuijst. Hij wist veel over de zogenaamde apocalyptische literatuur. Later is hij professor geworden in het Nieuwe Testament. Samen met hem organiseerden we een cursus. Wij zorgden voor de organisatie, Hij gaf leiding aan de studie. Ieder zijn vak.
Het geeft mij kracht dat ik tegen God mag zeggen dat ik Hem altijd niet begrijp. God is voor mij een God die zich verborgen houdt, Jesaja 45:15. ‘Onnoembaar aanwezig’ vult Hij mijn bestaan. Wat ben ik daarom ontzaglijk blij met de persoon en het werk van de Here Jezus. Die Zoon heeft God ons gegeven. Johannes 3:16.
Dat is eigenlijk niet met een pen te beschrijven.
Ja, Jezus heeft zelf de verhalen over het buitengeworpen worden in de buitenste duisternis verteld. Hij heeft gesproken over geween en over tandengeknars. Maar dat wil niet zeggen dat daarmee alles gezegd is.
Praatmee