Hoe kan waarheid naast genade staan? Bekijk de tutorial

In een tijd van polarisatie en populisme is het belangrijk om te begrijpen dat het christelijk geloof vol paradoxen zit. Dat maakt het geloof spannend want het vraagt voortdurend om ‘met twee woorden te spreken’ zodat we niet in of/of termen blijven hangen. In tutorials legt Stichting Omega daarom uit hoe het zit. ‘Waarheid én genade’ is de paradox waar deze tutorial over gaat.
Jezus, vol van genade én waarheid.
Voor veel mensen gaat geloof over goed zijn, beter worden, dus je best doen. De Bijbel staat niet voor niks vol met geboden. Het lijkt alsof alles draait om moraal. In zekere zin is dat terecht, want God heeft alles bedacht, dus Hij weet hoe het werkt. Als we naar Hem luisteren voorkomt dat een hoop gedoe en ellende. Het zou dus logisch zijn Hem te gehoorzamen.
Maar dat ligt helaas niet zo simpel. We doen vaak liever ons eigen ding. We denken het beter te weten. We willen vrij zijn, we willen de grenzen verkennen, maar eigenlijk moet je concluderen dat we maar al te vaak over de grenzen gaan. De waarheid is dan niet meer altijd welkom. De waarheid is confronterend en tikt ons op de vingers. Het is logisch dat dat weerstand oproept.
Het bijzondere van Jezus is dat over Hem wordt gezegd dat Hij vol is van genade én waarheid. Dat lijkt tegenstrijdig. Want is Hij nou degene die ons een spiegel voorhoudt, die laat zien waarin we tekort schieten? Of is Hij degene die ons aanvaardt zoals we zijn en niet zo moeilijk doet? Ons beeld van Jezus is vaak eenzijdig. Want we vinden het moeilijk om de beide kanten van Hem bij elkaar te houden. Dat komt omdat we met een paradox te maken hebben, een ogenschijnlijke tegenstelling en dat zet ons denken onder spanning, het creëert cognitieve dissonantie…
Geen water bij de wijn
Als het om de geboden gaat doet Jezus absoluut geen water bij de wijn. Integendeel: Hij zet de dingen vaak op scherp. Maar Hij is tegelijkertijd ontzettend begripvol voor degenen die het niet redden. Hij heeft meer moeite met de mensen die vinden dat ze het allemaal goed doen dan met mensen die weten dat ze er een puinhoop van gemaakt hebben.
Dat heeft met de essentie van genade te maken. We krijgen niet wat we wel verdienen en we krijgen wel wat we niet verdienen. Als we erkennen dat we zondig zijn staan we open voor vergeving. Maar dat niet alleen, we worden aangeraakt door God, zodat we een ander mens worden. Genade kunnen we echter alleen ontvangen als we de waarheid over onszelf onder ogen zien. Daarom zegt Jezus dat de waarheid ons vrij maakt.
Vier manieren van reageren
Een: het beste is om beide kanten van de paradox ten volle te omarmen. We verwelkomen dan alles wat God tegen ons wil zeggen. We staan dan niet alleen open voor bemoediging maar ook voor aansporing en zelfs voor correctie. We willen de volle waarheid kennen. Tegelijkertijd zijn we ook ontvankelijk voor Gods genade. We weten dat we het echt van Hem moeten hebben. Dat gaat zowel om vergeving als om vernieuwing. We beseffen dat we voor verbetering vatbaar zijn.
Twee: maar het is verleidelijk om de beide kanten van de paradox wat af te zwakken. We zijn dan geneigd om de waarheid te verwelkomen zolang het ons bevalt, maar willen niet echt met dingen dealen die niet in ons straatje passen. Dus we zijn selectief en staan niet echt open voor wat God wil zeggen. Tegelijkertijd willen we ook niet echt erkennen dat we het van genade moeten hebben. We vinden eigenlijk dat we het best goed doen en dat we niet echt hoeven te veranderen. We staan pas open voor genade als we klem zitten en er op eigen kracht niet uitkomen.
Drie: de derde manier van omgaan met de paradox is dat we één kant verabsoluteren. In dit geval houdt dat dus in dat we of alleen maar oog hebben voor de waarheid of alleen maar voor genade. In het eerste geval zijn we voortdurend bezig met de vraag of we het wel goed doen. We proberen dan krampachtig alles onder controle te krijgen. We nemen onszelf en de ander constant de maat, worstelen met schuldgevoel als we tekort schieten of worden arrogant als we voor ons gevoel het beter doen dan anderen. Als we de genade verabsoluteren maken we ons niet druk over de waarheid en hebben we de neiging toegeeflijk of relativerend te zijn ten aanzien van onze tekorten. We nemen aan dat God in zijn genade ons wel aanvaardt. Genade wordt op deze manier gemakkelijk en goedkoop.
Vier: ten slotte kunnen we ook heen en weer zwabberen en dan weer deze en dan weer de andere kant benadrukken. We zijn dan niet consistent en laten onze mening afhangen van de omstandigheden. Soms zijn we dan streng voor onszelf maar we hebben niet de motivatie om echt te veranderen. Hierdoor doen we maar wat en laten we onszelf meenemen door wat lekker voelt; God vindt het allemaal vast wel oké.
Het radicale midden
Kortom, om op een gezonde en evenwichtige manier met de paradox van genade en waarheid om te gaan vraagt radicaliteit. Ik zou je dus willen aanmoedigen te zoeken naar het radicale midden waarbij we de spanning die dit oplevert ten volle omarmen. Dat is de beste manier om echt volwassen te worden in ons geloof.





































Praatmee