De tale KanaƤns: schrap ouderwets taalgebruik in bevindelijke preken

Hoe nu verder met de bevindelijke preek? Ik ga er daarbij van uit dat de onbedoelde werking van de preek, vanuit een bevindelijk-gereformeerd kader uiteindelijk onbevredigend is, omdat ze de hoorder niet zozeer bepaalt bij het ene nodige, maar eerder bevestigt in wat de hoorder al vindt en weet.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee