Ophef in Duitse kerk over Israël-tentoonstelling

Een tentoonstelling over de vlucht en verdrijving van Palestijnen uit Israël in 1948 mag niet getoond worden op de Duitse Kerkdag in juni. Dit is unaniem besloten door de raad van bestuur van het jaarlijkse kerkfeest “Kirchentag”, meldt CNE News.
Deze beslissing is volgens de raad genomen omdat de tentoonstelling over de "Nakba" de geschiedenis "op een eenzijdige manier" presenteert. Er is al tientallen jaren een geschil tussen Israël en de Palestijnen over de gebeurtenissen tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog in 1948. Ook in andere landen van de wereld, waaronder Nederland, wordt daar verschillend over gedacht.
Verschillende Arabische staten hadden dat jaar de oorlog verklaard aan de jonge staat Israël. Nadat de troepen de aanval hadden afgeslagen, ontvluchtten zo'n 700.000 Arabieren Israël. Terwijl Israëli's de gebeurtenissen zien als een heroïsche verdediging van hun staat tegen een overweldigende vijandelijke macht, noemen Palestijnen het de "Nakba" (Arabisch voor catastrofe).
In het verleden werd de tentoonstelling van de vereniging "Vluchtelingenkinderen van Libanon" regelmatig vertoond tijdens Duitse kerkfeesten. Critici zeiden echter van begin af aan dat er te weinig aandacht in de tentoonstelling is voor de rol van de Arabische staten.
Geen vervalsing
De voorzitter van de vereniging, Ingrid Rumpf, begrijpt deze kritiek niet. Eén van de 14 panelen van de tentoonstelling zou namelijk wel deglijk gaan over de aanval op Israël door de Arabische legers. "Daar staat dat de Arabische staten Israël de oorlog hebben verklaard. Het somt ook de sterktes van de verschillende legers op. Meer kunnen we niet doen."
De Protestantse Ontwikkelingsdienst en de Stichting voor Ontwikkelingssamenwerking van Baden-Württemberg sponsoren de tentoonstelling "Nakba". Ze zouden dit nooit hebben gedaan als het om een vervalsing van de geschiedenis zou gaan, zegt Rumpf. "Het gaat er in geen geval om de staat Israël zijn bestaansrecht te ontzeggen."
De protestantse voorzitter van het eerste oecumenische kerkcongres in 2003, Elisabeth Raiser, bekritiseert dat er in de aanloop naar het kerkcongres al verboden worden uitgesproken. "Als je een tentoonstelling afwijst, moet je dat verantwoorden", zegt ze.
Raiser kan begrijpen dat veel Israëli's vinden dat kerkelijke feesten in het verleden meer gericht waren op de Palestijnse kant. Ze zegt echter dat dat niet het doel is van de "Nakba"-tentoonstelling.
Historisch feit
De secretaris-generaal van de Kirchentag, ds. Kristin Jahn, verdedigt het besluit van het bestuur en acht het gerechtvaardigd vanwege de "eenzijdigheid" van de tentoonstelling. "Het is al jaren duidelijk dat de tentoonstelling aan een opknapbeurt toe is. De vereniging is zich daar schuldig aan gebleven." Daarnaast geldt het verbod alleen voor de tentoonstelling; de vereniging kan verslag blijven doen van haar activiteiten tijdens het kerkfeest, aldus Jahn.
Het Christelijk Forum voor Israël verwelkomt het besluit van het bestuur. "Elke oorlog leidt tot een vluchtelingenstroom", zegt bestuurslid Winfried Rudloff. "In dit geval is het echter een historisch feit dat Israël eerst werd aangevallen door buurlanden en moest vechten voor zijn voortbestaan als jonge staat. En dat zes miljoen Joden in Europa op brute wijze werden vermoord in de Holocaust."
Rudloff voegt hieraan toe dat de vluchtelingen door de aanvallende Arabische legers werd opgedragen hun huizen en dorpen een aantal dagen te verlaten totdat alle Joden de zee in waren gedreven. "Dit geeft de vluchtelingenstroom een andere connotatie."
Hij zegt dat de tentoonstelling verhult dat zo'n 850.000 Joodse vluchtelingen met geweld werden verdreven uit moslimlanden, vooral uit Noord-Afrika, na de oprichting van de staat Israël in 1948. "Joden werden het slachtoffer van moord, verkrachting en diefstal. Vaak konden ze alleen hun leven redden."
Praatmee