Geweld, dat doet wat met je...

Als je moet vluchten voor geweld en terreur, dan zit de angst er diep in. Voor nog meer geweld, voor de daders, voor elkaar. Veel vluchtelingen zijn getraumatiseerd door wat ze hebben gezien: moord, verkrachting en mishandeling. Hun verhalen spreken boekdelen. Maar noodhulp- en wederopbouworganisatie ZOA is er. En helpt hen.
āWe hoorden ās nachts ineens geweerschoten. De helft van de soldaten in het nabijgelegen kamp werden gedood, en de rest werd in een truck meegenomen. Ik zag het met mān eigen ogen. Het was verschrikkelijkā, vertelt de 32-jarige Melishew. Zij vluchtte weg uit de provincie Tigray in EthiopiĆ« en zit nu met haar kinderen in een vluchtelingenkamp in een andere regio. Huilend zegt ze: āIk weet echt niet hoe het verder moet.ā
Melishew, beeld Jilke Tanis
Aisa Modu Aisama uit Nigeria is 105 jaar oud. Zes jaar geleden overviel rebellenbeweging Boko Haram haar dorp. Iedereen zette het op een lopen, behalve Aisa. Want hard lopen zat er voor haar al lang niet meer in. Ze verborg zich en zag gruwelijke dingen. Op het dorpsplein werden armen en hoofden van militairen afgehakt. Daarna moesten de buren en vrienden van Aisa op hun buik gaan liggen en werden ze om de beurt door het hoofd geschoten. Nu zit Aisa in een vluchtelingenkamp. Nog steeds krijgt ze geen hap door haar keel. āMijn maag huilt. Als ik iets te eten krijgen, dan moet ik denken aan wat ik heb gezien.ā
Dweilen met de kraan open
Volgens cijfers van de Wereld Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) waren er eind 2021 meer dan 89 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, geweld, natuurrampen, vervolging en mensenrechtenschendingen; 8 procent meer dan een jaar eerder en ruim het dubbele aantal van 10 jaar geleden. Sindsdien hebben de Russisch-OekraĆÆense oorlog en andere noodsituaties, zoals in Afghanistan, het cijfer omhooggeduwd naar een huiveringwekkende mijlpaal: meer dan 100 miljoen.
Veel van deze vluchtelingen komen uit of bivakkeren in crisislanden waar ZOA werkt. Nu het aantal vluchtelingen alleen maar toeneemt, lijkt dit werk op dweilen met de kraan open. Corita Corbijn, ZOA-specialist op het gebied van vredesopbouw, herkent dat gevoel: āHet lijkt alsof we machteloos zijn. Maar dat is het mooie van ons werk: we zijn het niet. Droogte, armoede, het ontbreken van onderwijs, de gewoonte om met geweld problemen op te lossen: het zijn factoren die een āidealeā voedingsbodem creĆ«ren voor conflicten. ZOA wil die bodem uithollen en in plaats daarvan zorgen voor een vruchtbare bodem van hoop, herstel en perspectief.ā
Corita Corbijn
ZOA focust zich daartoe op vier pijlers: economische ontwikkeling, meer inspraak voor bijvoorbeeld jongeren en vrouwen, het oprichten van vredescomitƩs - om te voorkomen dat geweld escaleert - en sociotherapie. In deze therapie leren mensen via groepsgesprekken en rollenspellen weer met elkaar praten, omgaan met hun conflicten, hun angst voor geweld, hun diepgewortelde wantrouwen en onverwerkte emoties. ZOA wil zo geweldsspiralen doorbreken. Preventie is dus het sleutelwoord bij ons werk in crisisgebieden. Irak is ƩƩn van die landen.
Dagelijks leven in puin
Irak, het oude MesopotamiĆ«, kent een rijke geschiedenis, maar helaas ook Ć©Ć©n van conflicten, strijd en terreur. De opkomst van IS in 2014 zorgde voor een afschuwelijke situatie van angst en geweld. Miljoenen mensen ontvluchtten hun huis. Inmiddels is deze terroristische groep verzwakt, maar de schade aan steden en infrastructuur is gigantisch ā de Iraakse stad Mosul is vrijwel geheel verwoest. Ook het psychisch leed van mensen is enorm.
Inmiddels zijn zoān 4 miljoen mensen teruggekeerd naar huis - hoewel huis een groot woord is, als dat in puin ligt. Zij hebben meestal geen (kans op) werk, geen inkomen, en dus geen eten. Veel winkels en scholen zijn nog verwoest. Tegelijk is er een voortdurende dreiging van milities, die hun kans proberen te grijpen in een chaotische situatie. Heel recent is de crisis in Irak weer geĆ«scaleerd.
Gevoelig voor geweld
Op dit chaotische toneel hebben ākinderen en jongeren onze speciale aandachtā, zegt Sarah Raad Al-Heyalley, ZOAās programmamanager in Irak. āIn Irak is een hele generatie opgegroeid zonder (goed) onderwijs. Kinderen kregen bijvoorbeeld les op door IS-geleide scholen, waardoor ze ideeĆ«n uit het IS-gedachtegoed hebben meegekregen, of ze bleven thuis. Deze kinderen zijn getekend door geweld, spreken soms de taal van geweld en hebben veel stress en angst. Ze zijn daardoor kwetsbaarder voor ideologieĆ«n, die gewelddadig extremisme propageren.ā
Om daar iets tegen te doen, voert ZOA in Irak, samen met UNESCO en het Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken, een onderwijsproject uit met de titel Preventing Violent Extremism (PVE). Leerkrachten en schooldirecteuren worden getraind om goed met kinderen om te gaan en hun eventuele agressief gedrag. Sarah: āIn de klas leren kinderen bijvoorbeeld dat ze elkaar moeten helpen, elkaar niet moeten veroordelen, maar mogen luisteren en vragen stellen als: wat bedoel je daarmee?ā Ook leren docenten kritischer te denken en hun leerlingen hierin te betrekken; het is immers niet per definitie waar wat iemand roept. Sarah benadrukt dat de PVE-training de leerkrachten ook enorm helpt. āZij hebben immers zelf ook vaak te maken met traumaās en frustratie. Daardoor kunnen ze erg boos reageren op kinderen in de klas. Door de training reageren ze veel vriendelijker, kalmer en met meer begrip. Dat heeft een positief effect op de kinderen en hun gedrag. Ook kunnen kinderen zich hierdoor beter concentreren.ā
ZOA-Āambassadeur JoeĢl Voordewind (uiterst rechts) bezoekt in Irak een veilige ruimte voor kinderen, die via activiteiten leren om met hun trauma's om te gaan.
Het project is inmiddels een groot succes: zoān 12.000 leerkrachten zijn al getraind. EĆ©n van de leerkrachten is Jassem: āIk was erg negatief naar kinderen van IS-strijders, ook al waren ze niet schuldig aan wat hun ouders deden. Maar met deze training zie ik in dat hardhandig optreden in de klas meer agressie oproept.ā En Abdulaziz geeft toe dat zijn gedachten waren vervormd door die van IS. āIk had het mis.ā Mohammad zegt: āIk veroordeelde de mensen die tijdens de bezetting van IS in de stad waren gebleven. Ik zei altijd dat ze niet het recht hadden om te spreken. Ik wil nu mijn excuses aanbieden. Ik heb niet het recht om over hen te oordelen.ā
Veilige, kindvriendelijke plekken
Naast de PVE-training maakt ZOA zich sterk voor het creƫren van safe places (= veilige plekken) voor kinderen na terreur. Daar zijn sociale werkers actief die er simpelweg voor kinderen zijn, zodat ze kunnen vertellen over wat ze hebben meegemaakt. Ook zijn er individuele en groepsactiviteiten, die uitgaan van een holistische, gezinsvriendelijke en inclusieve benadering: kinderen die gehandicapt zijn (geraakt), worden hierbij betrokken.
Een ZOA-medewerker in Irak vertelt: āEr is een 10-jarige jongen, die bang was om ergens heen te gaan zonder zijn moeder of zussen, sinds hij de moord op zijn broers voor zijn ogen zag gebeuren. Maar nu komt hij zelfs alleen met de bus naar het centrum! Twee broertjes van 7 en 9 jaar, beiden met een spraakgebrek, vochten veel met elkaar. Maar geleidelijk aan zijn ze meer voor elkaar gaan zorgen. Ze sluiten zelfs vriendschap met andere kinderen.ā
In Irak is het nog steeds niet rustig en geweld laait telkens op. Is Sarah hoopvol over deze projecten? āJa, toch wel. De situatie in Irak is weliswaar niet rooskleurig, maar we zien dat kinderen zich anders gaan gedragen. Ze leren dat geweld niet de oplossing is voor problemen die er zijn. Ik geloof dat we werkelijk goede zaadjes planten voor de toekomst.ā
Draag je ook bij aan het werk van ZOA? Dat kan hier!