Een les van Ezechiël: Niet zeggen wat jij vindt, maar vertellen wat God zegt

Een van de moeilijkste momenten op de dag van een begrafenis is het sluiten van de kist. Nog een keer zie je die ander maar dan is het voor altijd voorbij. Op de begraafplaats gekomen wordt dat gevoel nog een keer onderstreept als de kist in het graf wegzakt.
Wanneer een graf eenmaal gesloten is, wordt het niet snel meer geopend. Er is speciale toestemming voor nodig. Grafschennis is strafbaar.
Het graf van Jezus werd op een heel bijzondere manier afgesloten. Er werd een zware steen voor de grafopening gerold. Maar het graf werd ook nog verzegeld. En als extra beveiliging werd het graf ook nog bewaakt door een kordon soldaten.
Eenmaal begraven, is het allemaal voorgoed voorbij. Wat overblijft is de herinnering, de foto’s, de verhalen. Het graf is voor een mens als een gevangenis waar je nooit meer uitkomt. Het lichaam dat je gekend en bemind hebt, zie je nooit meer terug. Het verteert. De Bijbel zegt het ook:’ Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’.
Ooit liet God aan de profeet Ezechiël in een visioen een dal vol dorre doodsbeenderen zien. Dat is nog een fase verder. ‘Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen?’ vroeg Hij aan de profeet. De profeet gaf een opvallend antwoord. Hij zei niet: ’Ja, natuurlijk’. Hij zei ook niet: ‘Nee, natuurlijk niet’. Nee, hij zei: ‘HEER, mijn God, dat weet U alleen’.
Het lijkt trouwens op het antwoord dat Petrus ooit aan Jezus gaf.
Je vragen leggen in de handen van God.
Ezechiël geeft een prachtig antwoord. Je hoort wel eens zeggen: ‘God mag het weten’. Meestal is dat niet positief bedoeld. Maar je kunt dat dus ook in het geloof zeggen. God heeft het antwoord waar wij geen antwoorden meer hebben.
“HERE, U weet het!”
Kunnen en willen we dat nazeggen?
Gelovig nazeggen?
Bij vragen zoals die je die tegenkomt, als je van iemand afscheid neemt. Als je weet dat zijn of haar lichaam zal vergaan? Als je vragen hebt over weerzien? Als je vragen hebt over hemel en hel. Over verloren gaan en behouden worden?
“HERE, U weet het!”
Dat vraagt om vertrouwen, overgave, geloof.
Overgave. Misschien is dat ook echt geloven. Dat je niet alleen je zelf aan God toeverrouwt, maar ook de vragen die je over diezelfde God hebt. Dat je niet jezelf voorbijpraat of overschreeuwt maar God aanspreekt als de HERE. Niet als een onpersoonlijke grootmacht die ergens in het universum aan de touwtjes trekt. Maar de HERE, die hemel en aarde geshapen heeft. Die ons doorgrondt en kent. Die van ons houdt.
Ezechiël laat het antwoord aan God over. De profetische woorden die volgen zijn dan ook niet de woorden van Ezechiël. De profeet herhaalt, geeft door wat God hem als antwoord heeft gegeven.
Dat doet een echte profeet altijd. Niet zeggen wat jij vindt, maar vertellen wat God zegt. Doorgeven van wat vaak je eigen pet te boven gaat. Soms gaat het zelfs tegen je verstand en wil in.
“HERE, U weet het!” - Ezechiël 37:1-14
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee