Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
God
17 maart 2023
door
Ds. Arie van der Veer
Als je een offer aan God brengt, moet je ook bereid zijn anderen te vergeven
Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster jou iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen - Matteüs 5:23,24.
Bovenstaand voorbeeld gebruikte Jezus in Zijn beroemde Bergrede.
Het gaat over een man die naar de tempel was gekomen om een offer te brengen. Maar ineens ging hij weg. Zijn offer liet hij achter bij het altaar.
De priester die hem bij het altaar stond op te wachten, zal vreemd opgekeken hebben. Wat was hier aan de hand? Zoiets was ongehoord en ongepast.
Als je een offer aan God brengt, bijvoorbeeld om vergeving te vragen, moet je ook bereid zijn anderen te vergeven.
Was er een verschrikkelijk ongeluk gebeurd?
Stond zijn huis in brand?
Kreeg hij een hartaanval?
Aan zulke nare dingen moet je wel denken.
Want normaal gesproken deed niemand zoiets.
Een voorzichtige conclusie kan zijn dat de man iets te binnen was geschoten dat nog belangrijker was dan het brengen van een offer. Een offer brengen in de tempel was voor gelovige Joden ontzettend belangrijk. Dat was zoiets als een ontmoeting met God.
Dan loop je toch niet zomaar weg?
Volgens Jezus herinnerde de man zich plotseling dat hij die nare ruzie met zijn vriend niet had bijgelegd. Offeren zou dan huichelen zijn. Want als je een offer aan God brengt, bijvoorbeeld om vergeving te vragen, moet je ook bereid zijn anderen te vergeven. Je hart moet vrij zijn om een offer te brengen zoals God het bedoeld heeft.
Maar zoiets kun je toch ook best doen na het bezoek aan de tempel?
Dat vinden wij tenminste.
Als je onderdaan van dat rijk bent, ben je in staat om dingen te doen die voorheen onmogelijk waren.
Trouwens, dit is een apart voorbeeld uit die Bergrede. Jezus gaf meer voorbeelden van dingen, die wij normaal gesproken niet zo gauw zouden doen.
Waarom gaf Jezus deze voorbeelden?
Maakte Hij het zo niet nóg moeilijker voor de eenvoudige mensen die naar Hem luisterden? Hij noemde hen al ‘vermoeid en belast’. Deed Hij er niet nog een schepje bovenop?
Misschien helpt een voorbeeld uit mijn leven om het beter te begrijpen. Stel, je bent ernstig ziek. De specialist heeft gelukkig een medicijn. Als je dat inneemt, zal het beter gaan. Jezus had ook tegen die mensen gezegd dat voor hen het koninkrijk der hemelen was. Als je onderdaan van dat rijk bent, ben je in staat om dingen te doen die voorheen onmogelijk waren.
Jezus’ voorbeelden zijn geen bevel, maar een belofte.
Met Hem is het onmogelijke mogelijk.
Geloof jij dat?
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Deel dit artikel op: