De Menora voor het Israƫlische parlement is bewerkt met taferelen uit de Bijbelse geschiedenis

Wellicht weet u dat er een grote menora staat bij de Knesset, het parlementsgebouw van Israƫl in Jeruzalem. Op die menora staan tal van taferelen uit de geschiedenis van Israƫl. Deze menora brengt ons terug naar de dagen dat Israƫl uit de slavernij van Egypte werd verlost. God gaf Mozes opdracht een zevenarmige gouden kandelaar te plaatsen in de tabernakel. Eeuwen later kreeg de gouden kandelaar een plaats in de tempel.
Toen de tempel in het jaar 70 na Christus werd verwoest door de Romeinen gebruikten de overwinnaar de menora om hun overwinning over het Joodse volk te tonen, door hem op de Boog van Titus buiten het Colosseum in Rome af te laten beelden.
Toen in 1948 de moderne staat Israƫl werd gesticht, werd de menora weer gekozen als het nationale embleem van de natie. De menora tegenover de ingang van de Knesset staat op een sokkel van ongeveer een meter hoog. Op de armen van de menora staan 29 gravures, die de geestelijke strijd van het Joodse volk verbeelden, evenals belangrijke gebeurtenissen uit de Joodse geschiedenis.
De linkertak illustreert de Joodse geschiedenis van de profetie van Jesaja over het einde van de dagen tot aan rabbi Yochanan ben Zakkai, die de mondelinge traditie van de Thora uiteenzette en verder de Gouden Eeuw van het Spaanse Jodendom en de Babylonische Ballingschap.
Andere takken geven weer hoe koning David triomfantelijk het door hem afgehakte hoofd van Goliath toont, Ezechiƫls visioen van de dorre doodsbeenderen, de worsteling van Jakob met de engel, Jeremia die rouwt om de verwoesting van de tempel, AƤron en Hur die de armen van Mozes ondersteunen tijdens de strijd met Amelek, en de geheime immigratie van Joden naar Israƫl tijdens het Britse Mandaat.
EĆ©n van de belangrijkste gravures in de menora, onderaan op de takken, wordt gevormd door het Bijbelvers: āNiet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE van de legermachtenā (Zacharia 4:6). Hier zit de boodschap in dat IsraĆ«l niet alleen moet vertrouwen op de kracht van haar leger, maar op de HEERE van de legermachten.
Volgens onderzoekers van Neot Kekumin, het Bijbels Landschaps Instituut in Israël, zijn de afbeeldingen van de stengels, takken, bloemen en bloesems op de menora afkomstig van Salvia Palaestina, een in Israël veel voorkomende plant, die in de Negev en in de Sinaïwoestijn groeit. De vorm van deze grove plant stond waarschijnlijk model voor de menora, toen deze werd ontworpen en gemaakt tijdens Israëls woestijnreis.
Bovenstaand bericht verscheen via Israƫl Today in de nieuwsbrief van Dirk van Genderen.
Foto: Creative Commons
Praatmee