'Een koning zal de tijden en de wet veranderen'; is de profetie uit Daniƫl 7 al vervuld?

"In Daniƫl 7:25 staat dat er een koning de tijden en de wet veranderen zal. Volgens de muziekartiest Christian Verwoerd is deze profetie vervuld in de tijd van Constantijn de Grote toen Joodse feesten werden vervangen door heidense feesten met een christelijke betekenis. Wat is de juiste exegese van Daniƫl 7:25? Is deze profetie al vervuld of gaat dit over de antichrist aan het einde van de wereldgeschiedenis?", aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
Prof. dr. Mart-Jan Paul antwoordt: "De engel legt uit dat het vierde dier het vierde koninkrijk op aarde zal zijn (vs. 23). Het zal verschillen van alle andere koninkrijken. Het zal heel de aarde verslinden, vertrappen en verbrijzelen. De tien horens die uit het beest voortkomen, staan voor tien koningen die zullen komen, een teken dat dit rijk lang zal bestaan en over uitzonderlijk grote kracht zal beschikken (vs. 24).
Vervolgens zal een andere koning opstaan, die anders is dan de eerdere koningen en die drie van deze eerdere koningen neerhaalt. Dit geeft aan dat deze laatste koning (voorgesteld door de kleine hoorn) met geweld zijn koningspositie zal verwerven en over grote macht beschikt; hij is immers krachtiger dan drie van zijn concurrenten samen. Zijn machtsbewustzijn is zo groot dat hij het zich zelfs permitteert zich in zijn spreken tegen de Allerhoogste te verheffen en de heiligen van de Allerhoogste hevig vervolgt (vs. 25). Hij zal proberen tijden en wetten te veranderen en zij zullen aan hem worden overgeleverd gedurende een tijd, tijden en een halve tijd.
Daarna echter zal Gods gerechtshof zitting houden (vs. 26). Men zal hem de heerschappij afnemen om hem volkomen uit te roeien en te vernietigen. Het koningschap, de heerschappij en de grootheid van alle koninkrijken onder de hemel zullen worden gegeven aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste (vs. 27). Dat koninkrijk is een eeuwigdurend koninkrijk en alles wat heerschappij heeft zal Hem dienen en gehoorzamen.
Wie dit gedeelte leest, merkt dat de heerser die probeert de wetten en tijden te veranderen, zich tegen de God van Israƫl verzet en de heiligen van de Allerhoogste hevig vervolgt. Dit past niet bij Constantijn de Grote. Deze bekeerde zich tot het christelijke geloof en schonk de christenen allerlei voorrechten. Helaas was er bij hem een anti-Joodse houding, gestimuleerd vanuit de kerk, maar de beschrijving van Daniƫl 7 past niet bij hem. Bovendien klopt het ook niet dat na hem Gods oordeel voltrokken werd en de heiligen de heerschappij ontvingen. Kortom: lees de woorden in hun verband en wees beducht voor uit hun verband gerukte citaten", aldus de oudtestamenticus.
Praatmee