Moeilijke Bijbelteksten - Waar lag het land Moria?
In de serie 'Moeilijke Bijbelteksten' behandelt Bijbelleraar Marco van Putten in korte artikelen onderwerpen uit de Bijbel die moeilijk worden gevonden. Dit artikel gaat over de vraag wat in de Bijbel staat over het land Moria, waar Abraham zijn zoon Izak aan God wijdde.
Joodse en christelijke tradities stemmen overeen als het gaat om de plaats waar Abraham zijn zoon Izak als offer aan God moest brengen: die lag in het huidige Jeruzalem. De Tempelberg. Maar staat dat ook in de Bijbel?
Woordstudie
God zond Abraham naar het land Moria (Hebreeuws: ‘éréts hamMoriejah; Gn 22:2). Die landsnaam alleen hier genoemd in de Bijbel. De naam ‘Moria’ is een woordcombinatie van Morie en Jah, waarin Jah een afkorting is van de Godsnaam.
‘Moria’ wordt vaak in verband gebracht met de stam ra’ah – (aan)zien, omdat Abraham de offerplaats de naam ‘God zal voorzien’ gaf (vs 14). Daarin komt het Hebreeuwse woord jir‘éh voor. Dat verklaart waarschijnlijk waarom enkele manuscripten van het Oude Testament (OT) geen Moria maar ‘Mar‘éh’ hebben. Maar dit voegt de Hebreeuwse letter alef toe ten koste van de verdubbelde letter jod en verwijderd de Godsnaam. Een verband met Abrahams benaming achteraf is echter onaannemelijk, terwijl de naam ‘Moria’ dagen eerder werd genoemd.
Andere manuscripten passen het woord Moria nog verder aan en hebben ‘Émorie (Amoriet), waarbij dus niet alleen een jod en de slot letter is vervallen, maar ook de Hebreeuwse letter alef aan het begin van het woord is toegevoegd. Die wijziging is dan ook het meest onaannemelijk. Het is eenvoudigweg een te grote wijziging van de naam Moria die in de meeste en belangrijkste manuscripten voorkomt.
In Griekse vertalingen van het Genesis 22:2 is ‘land Moria’ omgezet als tis gin tis hupsilin – het hoogland. Maar deze omschrijving is veel te algemeen. Het beloofde Land kent immers een lange strook bergland dat zich van noord (Karmel) naar zuid (Aravah) uitstrekt waarop deze omschrijving van toepassing is. In 2 Kronieken 3:1 is de Griekse verbastering Amoria gebruikt, dat vermoedelijk verwijst naar ‘Émorie.
Oorsprong
Was de naam Moria afkomstig van de Kanaänieten of alleen in verband met Abraham? De toevoeging ‘Jah’ brengt het in verband met God en dat maakt het geen oorspronkelijke Kanaänistische naam. Maar helemaal zeker is dat niet, want God was niet alleen aan Abraham bekend. Toch moet het land Moria bekend zijn geweest bij Abraham. Hij zal er eerder zijn geweest, er doorheen zijn getrokken of wist waar het lag van horen zeggen.
Abrahams eerste stopplaats
Was Abraham er misschien eerder geweest? Opmerkelijk genoeg is er een aanwijzing, namelijk meteen bij zijn aankomst in Kanaän (Gn 12:5-6). Zijn eerste genoemde stopplaats was bij de oude Kanaänitische plaats Sichem. Zoals zij gewoon waren hield Abraham zich afzijdig van de plaats en sloeg hij zijn kamp op in het veld. Die plaats heeft de naam ‘elon moréh, meestal vertaald als de boom ‘Moré’. In de Griekse OT-vertaling: tin drun tin hupsilin – de hoge boom.
De vertaling van het Hebreeuwse woord ‘elon als ‘boom’ kan ingegeven zijn omdat Jakob decennia later onder een boom bij Sichem allerlei gerijen van afgoderij begroef (Gn 35:4). In die tekst staat het bepaalde Hebreeuwse woord ha‘elah – de boom, wat lijkt te veronderstellen dat het om een specifieke boom ging: de boom waar Abraham zijn kamp zou hebben opgeslagen? Toch is dit niet zeker. Sommige vertalingen kiezen echter voor de veel interessantere vertaling ‘vallei’ vlakbij Sichem.
Belangrijker is het tweede Hebreeuwse woord moréh. Dit woord komt van de stam jarah – schieten/leren. Het wordt vertaald als ‘leraar’ (Job 36:22). Als ‘elon verwijst naar een boom, zoals traditioneel wordt aangenomen, dan lijkt het in verband te staan met waarzeggerij. Een religieuze plaats. Daarom wordt het niet vreemd gevonden dat ook Abraham, die traditioneel als afgodendienaar wordt gezien, daar contact had met God.
Als ‘elon echter verwijst naar vallei, dan vervalt die gedachte van een boom met een afgodische betekenis, maar dan komt het accent te liggen op wat God daar aan Abraham leerde. Echter, een uniek verband tussen de plek ‘elon moréh en het land Moria is echter toch niet overtuigend. In de Bijbel zijn namelijk meerdere plaatsen moréh genoemd (Dt 11:30; Rich 7:1).
Vertrekplaats Abraham
Misschien kan de vertrekplaats vanwaar Abraham met zoon Izak naar het land Moria trok een aanwijzing geven. Er staat dat het drie dagen lopen was vanuit die vertrekplaats naar het land Moria (Gn 22:4). In Genesis 21:33-34 staat dat Abraham lange tijd in de plaats Ber-Seba woonde. Dat lijkt zijn vertrekplaats. De afstand van Ber-Seba naar Jeruzalem is zo’n 70 kilometer. Aangenomen dat per dag circa 30 kilometer kon worden overbrugd dan zou Jeruzalem, waarvan traditioneel wordt uitgegaan, inderdaad in drie dagen te bereiken zijn (vs 4).
Jeruzalemtraditie
De latere Tempelberg lijkt problematisch, omdat de traditie ook de plaats Salem gelijk stelt aan Jeruzalem (Gn 14:18). Die laatste traditie is echter onjuist, want archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat in de dagen van Abraham er nog geen nederzetting was in Jeruzalem. Salem moet dus een andere plaats zijn geweest.
Als die plek nog verlaten was dan is het aannemelijk dat Abraham er ongestoord een altaar heeft kunnen oprichten. Probleem is dat nergens in de Bijbel staat dat hij eerder op de plek was geweest.
De berg Moria
In Genesis 22:2 gaat het niet om het land maar een berg in ‘Moria’. Samaritanen wijzen de berg Gerizim bij Sichem aan. Alleen ligt die berg ruim 115 kilometer van Ber-Seba. Als Abrahams vertrekplaats niet Ber-Seba maar Hebron was, dan is de loopafstand opnieuw zo’n 70 kilometer naar Sichem. Echter, in de Bijbel staat dat Abraham bij Sichem zijn altaar bij ‘elon moréh en niet op een berg daar bouwde.
Een andere berg die overwogen kan worden is bij Bet-El. Enkele kilometers van de latere Tempelberg. In de Bijbel is die berg bekend als de plaats van Abrahams vroegere altaar (Gn 12:8; 13:4). Op die berg bevestigde God de Landsbelofte (13:14-17). Was dat ‘Gods onderwijs’ (jarah) waarnaar de naam Moria verwees?
Praatmee