'Ik word angstig als ik eraan denk dat ik niet bekeerd ben'
'Ik worstel op dit moment voortdurend met het feit dat ik bekeerd moet worden. Met name ‘s nachts houdt dit me vaak bezig en word ik angstig als ik eraan denk dat ik niet bekeerd ben.' De vragensteller laat in de vragenrubriek van Refoweb.nl weten zich schuldig te voelen omdat 'zij in de afgelopen jaren met verschillende jongens heeft gezoend en soms zelfs verder dan dat.
'Ook vind ik het zo moeilijk om te doen wat God wil. Ik draag bijvoorbeeld make-up (wel op een natuurlijke manier) en ik zou hier graag mee stoppen als ik God hier verdriet mee doe, maar ik heb een vlekkerig gezicht dus voel ik mij erg onzeker wanneer ik geen lichte foundation draag. Ook weet ik niet of ik nog wel social media (instagram/snapchat) mag gebruiken en mag hardlopen om in beweging te blijven. Ik vind dit alles zo lastig en zou zo graag met al mijn zonden willen breken, maar ik weet niet hoe.'
C. A. Hoekman, ouderling binnen de gereformeerde gemeente te Kapelle-Biezelinge, geeft de vragensteller advies. "Ik vind het heel moeilijk om stuk voor stuk al je zonden, overtredingen en gedragingen in dit antwoord met jou te behandelen. Al gauw ontstaat dan de gedachte dat het ene helemaal niet kan, het volgende niet zo erg is, en er met weer iets anders niets mis is. Een soort afvinklijstje dus. Al snel oordeel je dan echter ook over iemands geweten. Eigenlijk zou ik dus liever je hele vraag in een persoonlijk, pastoraal contact willen bespreken. Toch wil ik een poging doen om op je noodkreet in te gaan."
De ouderling verwijst naar de gelijkenis van de verloren zoon (Luka 15). "Op een dag gaat de jongste zoon naar zijn vader en eist zijn erfdeel op. Hij wil de wereld in en dan heb je geld nodig. Hij krijgt het en vertrekt. Ik denk dat hij het thuis beu was, al die regeltjes en dat bekrompen gedoe. Zijn geld raakt op en zijn vrienden zijn dan ook ineens weg. Zonde maakt eenzaam. En let nu op wat de Heere Jezus zegt in vers 14: En hij begon gebrek te lijden. Om te overdenken: buiten Jezus lijd je altijd gebrek. En als je gebrek lijdt, haal je alles uit de kast om je honger te stillen, al was het met varkensvoer.
En let nu weer op hoe Jezus ons onderwijst in de weg van de bekering tot God, in vers 17: 'En tot zichzelf gekomen zijnde.' Hij gaat inzien hoe ver hij van huis is en dat het thuis veel beter was. Hij komt tot inkeer. Om te overdenken: is dat je verlangen, terug naar huis, naar God!. En wat de Heere Jezus nu zegt is van levensbelang, in vers 20, 'en opstaande ging hij naar zijn vader.' Hij laat het niet bij beschouwingen, hij staat op en gaat. Heimwee naar God geeft hem gevleugelde voeten. Opmerkelijk is dat de Heere Jezus hier niet zegt wat hij allemaal heeft misdreven in dat verre land. De nadruk ligt er op dat hij teruggaat.
Weet je wat het geheim is van deze terugkeer? De Vader stond al lang op de uitkijk, wanneer komt mijn jongen terug. De trekkracht van Gods liefde. Kom terug! En opstaande... En jij? Je bent welkom, met al je zonden en misstappen, bij de Heere Jezus."
Praatmee