Waarom de dubbele predestinatieleer in strijd is met het Evangelie

In sommige kerkelijke kringen meent men nog steeds dat God van tevoren zou hebben bepaald wie wel en wie niet voor eeuwig behouden zouden zijn, dus dat sommige mensen door God van te voren al voor de hel bestemd waren zonder dat zij er wat aan konden doen. Hoe heeft deze desastreuze zgn. dubbele predestinatie-opvatting (een karikatuur van het christelijk geloof en een belediging voor een liefdevolle God) kunnen ontstaan en waarom is het volstrekt in strijd met het evangelie van redding door persoonlijk geloof in Jezus Christus?
Geschiedenis
God is liefde (1 Joh. 3:1) en wil niet dat er iemand verloren gaat (2 Petr. 3:9). Hoe kan het dan dat intelligente theologen zoals Augustinus, Luther en Calvijn en een synode vol geleerde mannenbroeders tot verbijsterende uitspraken kwamen? In zijn belangrijkste werk De knechtelijke wil ging Luther ervan uit dat God alles bepaalt, maar hoe is dat dan te rijmen met de door God aan de mens gegeven vrije wil?
Enkele teksten die uitverkiezing lijken te bevestigen
De oorzaak van die uitspraken hangt samen met enkele (soms tegenstrijdig lijkende) teksten in de Bijbel. Romeinen 2:6-10 zegt dat de mens wordt beoordeeld naar de praktijk van zijn leven, naar zijn eigen werken en besluiten. Maar in Romeinen 8:28-30 en 9:11-18 schrijft Paulus over God die wil en kiest. Twee voorbeelden, allereerst Efeze 1:4 – “Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aangezicht.” Ten onrechte kan de nadruk worden gelegd op ‘Hij heeft ons uitverkoren’. Echter als we erop letten dat we in Hem, dus in Christus zijn uitverkoren, dan ontstaat een geheel ander beeld. Eigenlijk staat er dan niets anders dan wat in Johannes 3:16 te lezen is, namelijk dat God Zijn Zoon gaf opdat een ieder die in Hem zou (willen) geloven, niet verloren zou gaan. Wij zijn in Hem uitgekozen om als zonen te worden aangenomen (Ef. 1:5) en gelijkvormig te worden aan het beeld van Jezus, Gods Zoon (Rom. 8:29). Ieder mens is geroepen/uitgenodigd, maar de vraag is of iemand op de uitnodiging ingaat, dus bij de uitverkorenen wil horen.
Een tweede voorbeeld: “Doet dan aan, als door God uitverkoren (eklektoi) heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld” (Kol 3:12). ‘Als door God uitverkorenen’ suggereert dat God hen heeft uitverkoren, maar in de grondtekst staat ‘als Gods uitverkorenen’, en dat zijn zij die zelf voor Jezus gekozen hebben. Immers Paulus spreekt tot de gelovigen.
Romeinenbrief
Maar wat moeten we met het moeilijke Romeinen 9 dat vaak wordt aangehaald om de uitverkiezing te ‘bewijzen’? Opgemerkt moet worden dat er onderscheid is tussen twee soorten verkiezing, enerzijds de verkiezing tot behoudenis in Christus, en anderzijds de verkiezing voor een bepaalde taak binnen Gods heilsplan. Zo gaat het in Romeinen 9: 9-13 over de vraag wie de drager van de belofte zou zijn: Jakob of Esau? Het gaat over een uitverkiezing voor een plaats of taak hier en nu in de tijd.
Kerngedachte in hoofdstuk 9 is dat Paulus de Joden duidelijk wil maken dat ze niet behouden worden door wetsbetrachting (inspanning, menselijke maatstaf), maar door geloof in het offer van Jezus (genade, Gods maatstaf). Maar wat te denken van Rom. 9:18?: Hij ontfermt Zich dus over wie Hij wil en Hij verhardt wie Hij wil? Paulus verwijst naar het verhaal over de aanloop naar de uittocht uit Egypte in Exodus. Daar gaat het over Mozes’ verzoek aan farao om het volk Israël te laten gaan. In de hoofdstukken 5 t/m 11 zie je dat het eerst farao zelf is die zich verhardt met als gevolg dat er verharding in de farao optreedt. Dat ‘God het hart van mensen verhardt’, heeft te maken met het feit dat die mensen eerst zelf bewust God hebben verworpen. De keus van de mens gaat dus aan de verharding vooraf! Want indien God Zelf het hart van mensen zou verharden, zou dit toch niet te rijmen zijn met een rechtvaardige God. Immers het zou toch volstrekt onrechtvaardig zijn als je zelf actief de verharding in iemands hart legt en de ander de schuld geeft.
Geen bijbelse grond voor de Calvinistische uitverkiezingsleer
God wil dat alle mensen behouden worden. Immers God heeft geen behagen in de dood van de zondaar, maar roept vaak op tot bekering opdat de mens gered kan worden. Dit veronderstelt dat het mogelijk is! De mens heeft een vrije wil, de mens mag en kan zelf kiezen. Maar er zijn nog meer argumenten tegen de uitverkiezingsleer, bijv.:
• Elke oproep tot bekering zou onzinnig zijn.
• Als God onafhankelijk van de keuze van mensen zou beslissen wie er gered is en wie niet, dan zou God onrechtvaardig zijn!
• De uitverkiezingsleer devalueert de mens doordat ontkend wordt dat hij een verantwoordelijke persoon met een wil is die met bepaalde motieven en doelen bewust en in vrijheid kan handelen.
Hoe is de uitverkiezing dan wel bedoeld?
Uitverkiezing is de eeuwige, uit liefde voortkomende, beslissing van God, waarmee Hij een historisch plan voor verlossing voor ieder mens heeft opgesteld. Daardoor heeft Hij ieder mens de mogelijkheid gegeven voor eeuwige verlossing, namelijk door Jezus Christus! Ieder mens is in beginsel in Christus uitverkoren. Want God heeft Jezus Christus uitverkoren om de enige en absolute Middelaar te zijn tussen God en mens. Maar God vraagt wel aan ons om wel of niet in Jezus te geloven als onze Verlosser. Die keuze is voor God bepalend.
De dubbele predestinatieleer is een belediging van God. Immers God wil in Zijn liefde iedereen verkiezen (1 Tim. 2:4) om eeuwig met Hem samen te zijn, maar Hij dwingt niemand. God wil Zijn liefde en heerlijkheid met mensen delen en met de mens een liefdesrelatie aangaan. Onontbeerlijk bij deze relatie zijn liefde en een vrije wil. Als iemand gedwongen wordt om met iemand anders samen te zijn, is dat niet een uitdrukking van liefde. Als je de macht hebt over iemands wil, is hij een marionet geworden. God schiep geen marionetten, maar mensen, die de keuze hebben om Hem lief te hebben met geheel hun hart (Deut. 6:5) en Hem met vreugde te dienen (Ps. 100:2) òf om Hem af te wijzen.
Conclusie
Zelfs bekende kerkvaders hebben zich vergist bij het interpreteren van het begrip uitverkiezing. Als gevolg daarvan hebben zij door de dubbele uitverkiezingsleer een verkeerd beeld van God uitgedragen, dat voor vele gelovigen een kwelling is geweest. En dat terwijl er heel wat teksten zijn die hen duidelijk hadden kunnen maken dat hun visie niet juist was, alleen al Johannes 3:16, dat God Zijn Zoon gegeven heeft om elk mens te kunnen redden. En de mens mag kiezen Gods genade wel of niet te aanvaarden.
Bovenstaand artikel is een verkorte versie van het artikel Geroepen tot uitverkiezing in Christus in het Promise Magazine.
Praatmee