De graven zullen opengaan, zegt de Bijbel - moeten we dat letterlijk nemen?

'In de Bijbel lezen wij dat bij de wederopstanding de graven open zullen gaan. Moet ik dat letterlijk nemen dat de graven werkelijk open gaan, of is dat symbolisch?', aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl. Ds. J. J. Tigchelaar geeft antwoord.
"In de vier evangeliën wordt tweemaal gesproken van graven die opengaan", antwoordt de hervormde emerituspredikant, verwijzend naar Johannes 5:28-29 en Mattheüs 27:52-53. "Wat opvalt, is dat Mattheüs hier de 'heilige stad' noemt. Twaalf keer vinden we de naam Jeruzalem in zijn Evangelie. Maar in de bovengenoemde plaats en in hoofdstuk 4 vers 5 schrijft hij over 'de heilige stad' en noemt die niet Jeruzalem. In beide gevallen is naar mijn mening dus niet simpelweg gewoon letterlijk de stad Jeruzalem bedoeld.
Beperken we ons nu tot wat Christus gezegd heeft, zoals weergegeven door de evangelist Johannes in hoofdstuk 5. Het gaat er in dat gedeelte om dat de Zoon van God van zijn Vader het recht heeft gekregen de mensen te oordelen. Natuurlijk worden alle mensen daarbij bedoeld. Niet alleen de mensen die begraven zijn, ook de martelaren en anderen die door wilde dieren of vogels zijn verscheurd, en de mensen die verdronken of verbrand zijn, en ook de mensen die zich lieten cremeren."
Tigchelaar is van mening "dat de vermelding van het opengaan van de graven dan ook symbolisch moet worden gezien, als een algemene aanduiding van de wederopstanding van (alle) doden". Hij onderstreept dat het bij de opstanding der doden gaat om "het oordeel van Christus over u en mij".
Praatmee