Deze vrouw kwam tot geloof in een strafkamp in Noord-Korea

Een christen die uit Noord-Korea vluchtte – we noemen haar Chin, hoewel dat niet haar echte naam is – vertelt over haar hartverscheurende tijd in een van de beruchtste werkkampen in haar thuisland. En ondanks haar gruwelijke ervaringen in het kamp, kwam ze er tot geloof in de Heere Jezus.
Ze vertelt dat zij en andere gevangenen in het kamp werden behandeld alsof ze dieren waren. Met z’n veertigen zaten ze opgepropt in een cel van twee bij twee meter. Ondanks haar treurige situatie werd ze sterk geraakt door een christelijke medegevangene, die het volhield in die afschuwelijke situatie door haar geloof.
Een prinses
"Op een gegeven moment vroeg ik haar voorzichtig waarom ze zo kalm bleek temidden van alle verschrikkelijke dingen die we moesten ondergaan," vertelt Chin. "Ze antwoordde: 'Toen ik in China was, behandelde God mij als een prinses.'
Ik keek naar haar. Ze was een oude en fragiele vrouw. Waarom zou iemand haar als een prinses behandelen? 'Ik zou ook wel een prinses willen zijn,' zei ik tegen haar."
'Oké,' zei ze. 'Bid zoals ik,' waarna ze vervolgde: 'Dank U God, voor alles. Uw wil geschiede. In de naam van Jezus Christus. Amen.'
Chin was onthutst hoe deze gelovige vrouw God kon danken terwijl ze werd gemarteld in een Noord-Koreaans werkkamp. En ze bleef bidden. De vrouw, met de bijnaam ‘Gods prinses’, durfde het aan om het Evangelie te delen met iedereen in dat kamp.
Dit alles gebeurde kort voordat Chin zou worden vrijgelaten, iets wat zeer zelden gebeurt. Drie dagen later gingen de gevangenisdeuren voor haar open, omdat haar broer steekpenningen zou betalen aan de gevangenisbewakers.
Toen Chin vrij was, vluchtte ze naar China en sloot zich direct aan bij een Bijbelstudiegroep. Ze vertelt dat ze totaal veranderd was door de Gods liefde en dat ze haar leven zonder te aarzelen toewijdde aan Christus.
"In de Bijbel las ik over Mozes en over de tien plagen die God uitstortte over Egypte. Vanuit mijn eigen ervaring weet ik dat deze plagen heel reëel kunnen zijn. Ik begon te leren wat het betekent om met de levende God te leven."
Opa
Chin was ervan overtuigd dat zij de eerste persoon in haar familie was die een volgeling van de Heere Jezus was geworden. Maar God maakte haar in een droom iets heel bijzonders duidelijk. Haar opa had voor haar gebeden, dat zij ooit tot geloof zou komen.
Vanwege het grote gevaar verraden en opgepakt te worden, vindt het geloven en volgen van Christus in Noord-Korea in het diepste geheim plaats. "Mijn opa heeft nooit iets over zijn geloof met mij gedeeld. Hij leeft nog, daarom kan ik geen details over hem vertellen. In een andere droom hoorde ik hem zeggen: 'Blijf rustig.' Ik reageerde: 'Ik weet dat u ook gelooft'."
Chin woont nu in Zuid-Korea en ze is inmiddels weer herenigd met een aantal familieleden. Toch is ze nog steeds gescheiden van haar dochter, die nog in Noord-Korea woont. "God heeft heel veel wonderen gedaan, maar ik vraag Hem om nog meer wonderen, allereerst dat mijn kinderen naar Zuid-Korea zullen komen, maar ook dat ik in staat zal zijn het Evangelie met hen te delen, zodat ze ook volgelingen van Christus zullen worden."
Dit verhaal verscheen via Faithwire in de nieuwsbrief van Dirk van Genderen.
Praatmee