"Ik kijk om me heen – en ik zie honderden lichamen. In de kerk, eromheen. Er liggen er zoveel, over elkaar heen gevallen – in paniek, neergeslagen - dat sommige lichamen half gemummificeerd zijn, half weggerot." Ronald Westerbeek vertelde onlangs tijdens
"Ik kreeg het niet meer rond. Het gebouw van mijn geloof zakte kreunend in elkaar. Want dat was het: een gebouw, een constructie. Noem het een wereldbeschouwing of een theologie. Het was een constructie die ik zorgvuldig had uitgedacht – ik ben namelijk een denker. Ik wil iets graag snáppen voordat ik het aanneem. Ik wil er de vingers achter krijgen, voordat ik het vertrouw. God kunnen narekenen, voordat ik geloof. Noem het een theologie van argwaan."
"Het is diezelfde week in Rwanda. Ik sta opnieuw bij een kerk. Het is zondag. En deze kerk, die barst van leven. Iedereen danst en iedereen bidt. De handen geheven in oprechte aanbidding, Alleluiah bwana Jesu, alleluiah! Hun familie is uitgemoord. Hun land stinkt naar de dood. Je zou zeggen: van hun geloof in een goede God kan weinig over zijn. Maar zie, ze dansen en ze bidden - en ze prijzen Jezus om wie hij is. Ik kan er met mijn hoofd niet bij."
"Het duurt drie jaar voordat ik op mijn knieën durf te gaan. Drie jaar voordat ik durf los te laten en mij over te geven. Drie jaar voordat ik durf te zeggen: 'Heer, u bent groter dan mijn denken. Er is zoveel wat ik niet begrijp. Ik begrijp U vaak niet. Maar ik kies ervoor om U te vertrouwen.' In Afrika werd ik gevonden door geloof."
Praatmee