De Naardense Bijbel staat dicht bij de grondtekst en wordt geprezen om zijn combinatie van letterlijkheid en poëtische kracht. De letterlijkheid maakt de schoonheid van het origineel voelbaar. Maar het kon en moest soms nog letterlijker en consequenter, zo getuigt de herziening. Zo wordt bijvoorbeeld het uitgangspunt van de Naardense Bijbel, ‘eendere woorden eender vertaald’ (en verschillende verschillend), nog strikter dan voorheen toegepast. Pieter Oussoren heeft bovendien suggesties en verbeteringen van lezers overwogen en verwerkt.
Na een diepgaande analyse moest ook het openingsvers eraan geloven: de grondtekst is in het Hebreeuws uiterst mysterieus; de herziening geeft nu ruimte aan dit karakter.
Net als in de vorige edities blijft de tegenwoordige tijd de overwegende werkwoordsvorm en wordt de Godsnaam weergegeven door ‘de ENE’.
De Bijbel in buitengewone taal
De Naardense Bijbel kenmerkt zich ook door zijn taalrijkdom en -creativiteit. Zo schreef het Parool over Oussorens vertaling: ‘Zijn taal is geïnspireerd, zijn zinnen leven, hij is eigenzinnig, uitzinnig vaak. Het geheel is niet alleen een wonder, maar vooral grote literatuur.’
Die taalrijkdom zie je ook terug in de ‘statistieken’. Zo bevat de Bijbel in Gewone Taal (BGT) nog geen vierduizend verschillende woorden, de NBV heeft er ruim elfduizend (BGT en NBV beide exclusief vervoegingen); de herziene Naardense Bijbel gebruikt maar liefst bijna 25.000 verschillende woorden, inclusief vervoegingen.
Praatmee