Jongere christenen beginnen aan een nieuw hoofdstuk in het zoeken naar eenheid onder elkaar. "Verschillen op papier zeggen de jongere generatie niet veel," zegt Martijn Arnoldus, initiatiefnemer van
. Volgens hem is er in deze tijd sprake van een "bredere basis" voor christelijke eenheid dan in het verleden. "Toen werd men bijvoorbeeld verketterd om het niet erkennen van de Dordtse leerregels of andere belijdenisgeschriften en was de discussie daarmee klaar. Confessioneel gewapenkletter is aan de jonge generatie minder besteed." Afgelopen zaterdag werd het boek
Een maar anders
gepresenteerd in Haarlem.
Zestien jongvolwassen christenen met allerlei diverse kerkelijke achtergronden werkten gezamenlijk aan Een maar anders. Zij denken actief na over de toekomst van de kerk in Nederland. En daar laten ze het niet bij, ze spreken en schrijven erover en zetten zich actief in voor meer begrip en toenadering. Arnoldus wijst op twee belangrijke feiten: "Ten eerste zijn de auteurs opgegroeid in een samenleving waarin christenen een ruime minderheid vormen. Ten tweede heeft de nieuwe generatie nog slechts het uiterste staartje van de verzuiling meegemaakt. Confessionele verschillen zijn daardoor voor deze generatie een veel minder beladen onderwerp."
Persoonlijke omgang
Het boek moet volgens Arnoldus leiden tot een vernieuwd zicht op christelijke eenheid, waarbij persoonlijke relaties centraal staan. "Over eenheid kun je lang praten, maar het kan alleen in de praktijk tot bloei komen," vertelt de auteur, "als we gezamenlijk optrekken naar buiten toe. Oecumenisch en missionair zijn onlosmakelijk verbonden, anders blijven we ons bezighouden met onze eigen binnenkerkelijke perikelen." Dit zegt hij niet zonder reden. Arnoldus is één van de initiatiefnemers van Een maar anders, Eat together. Christenen uit verschillende kerken organiseerden op 1 december thuis gezamenlijk een maaltijd, die zij delen met gasten. "Het doel is om gasten uit te nodigen die je normaal niet zo snel zou binnen laten. Dat is voor sommigen misschien een hoge drempel, maar voor de buren is de drempel van je huis lager dan de drempel van de kerk," zei hij
Zoeken naar eenheid onder christenen is geen doel op zichzelf. "Christelijke eenheid moet geen agenda op zich worden, anders blijft het een leeg omhulsel. Het gaat erom dat we het christelijk getuigenis vooruit helpen door meer in eenheid samen op te trekken. In het publieke debat over eenheid gaat het dan al snel over confessionele verschillen. Maar we mogen niet uit het oog verliezen dat de kerk ook splijt langs andere scheidslijnen, zoals sociale status, etnische achtergrond of opleidingsniveau. Zulke scheidslijnen halen we in het boek naar voren." Arnoldus onderstreept dat
Een maar anders
niet wil zeggen dat de onderlinge geloofsverschillen niet relevant zijn. "Niemand zegt: laten we alles achter ons laten. Maar nu we elkaar niet direct de tent uitvechten vanwege verschillende interpretaties, is er ook ruimte om aandacht te schenken aan andere zaken die de gemeente van Jezus Christus verdelen. Dat is hard nodig."
Reformatorische gezindte
In het verleden en ook in het heden zijn talloze evenementen georganiseerd om eenheid uit te stralen. Dit jaar werd het opnieuw geprobeerd met het evenement Wij kiezen voor Eenheid op het Malieveld in Den Haag. "Een dag waar we met christenen uit oude en nieuwe kerken en met alle generaties bijeen wilden komen," kondigde initiatiefnemer Wilkin van de Kamp aan. Maar juist de 'oude kerken' schitterden in afwezigheid. Arnoldus: "Dat de reformatorische gezindte op het gebied van christelijke eenheid een bepaalde terughoudendheid aan de dag legt, is bekend. Contact met andere stromingen ervaren sommigen als bedreigend en die creëren liever hun eigen veiligheid. Aan de andere kant zie ik duidelijk een omslag bij de jongere generatie, overigens zonder dat die hun verbondenheid met de reformatorische tradities opgeven."
Vragend naar de toekomst van de kerk, denkt Arnoldus dat christenen zich meer op het privédomein moeten inzetten. "Haal de kerk in huis. Zondagse kerkdiensten blijken vaak niet de manier om buitenstaanders in aanraking te brengen met het evangelie. Mensen willen eerst jou leren kennen en later wellicht de kerk. Dat is eigenlijk een gouden kans. Thuis, in persoonlijke relaties, zullen we het lef moeten hebben om mensen het evangelie te brengen. We hebben weer een stukje vroeg-christelijke gastvrijheid nodig. Toen had de 'huiskamer' ook een centrale plek." Het ritme van de zondagse eredienst (een of meerdere keren samenkomen) blijft wat Arnoldus betreft relevant. "Die samenkomsten kunnen plaatsvinden in een kerkgebouw, maar wellicht zullen ze in de toekomst ook vaker weer bij mensen thuis worden gehouden."
om het boek
Een maar anders
te bestellen.
De auteurs schreven over dit initiatief een open brief die vorige week werd
gepubliceerd in het Nederlands Dagblad. Stuur ons een e-mail om deze brief (pdf) te
ontvangen.
Praatmee