Ex-moslim Jemal: "In één dag werd alles wat ik in tientallen jaren had opgebouwd, in de as gelegd.”
Zijn timmermanswerkplaats en staalbedrijf brandden tot de grond toe af. Net als zijn huis en dat van meer dan 200 andere christenen in zijn dorp, ergens in het midden van Ethiopië in Afrika. Radicale moslims waren van plan de christenen voorgoed uit het dorp te verjagen. Maar na een periode van ontreddering en wanhoop klinkt nu weer het geluid van hamers en zagen. Open Doors brengt hulp. De werkplaatsen van Jemal* worden herbouwd. “Onze God is een God van hoop. Hij werkt. Hij brengt verandering. Daar houd ik me aan vast.”
Wie een willekeurig Ethiopisch dorp binnenkomt, ziet meteen de bedrijvigheid: ezels trekken karren, tuktuks en motoren laveren door het verkeer, straatverkopers onderhandelen en mensen drinken koffie aan lage tafeltjes op de stoep. Bouwvakkers werken verderop in de hitte en herrie.
Op het eerste gezicht lijkt de drukte een teken van vooruitgang. Maar wie beter kijkt, ziet ook andere veranderingen: meer vrouwen en meisjes bedekken zich volgens islamitische regels en nieuwe, rijk versierde moskeeën torenen uit boven huizen, winkels en werkplaatsen.
Onder de levendigheid schuilt een groeiende spanning tussen moslims en christenen. Soms barst die los in extreem geweld, zoals in het dorp van de christelijke zakenman Jemal. Zijn buren werden plots zijn vijanden toen het dorp werd aangevallen om alle christenen te verdrijven.
Steeds meer gescheiden
“We hadden een goed leven”, begint Jemal. Hij en zijn vrouw Fatima* waren moslims, maar bekeerden zich tot het christendom. Hoewel ex-moslims in Ethiopië vaak worden buitengesloten door hun familie en de maatschappij, had Jemal als christen een goede verstandhouding opgebouwd met de mensen om zich heen. Zijn timmer- en staalbedrijf deden het goed. Hij had zijn leven op de rit en voelde zich veilig.
Totdat moslimgeestelijken die naar het dorp kwamen radicale boodschappen begonnen te verkondigen. “Zij vertelden de dorpelingen dat ze niet meer met ons moesten praten. Ze maakten de mensen bang. Christenen die verantwoordelijke posities bekleedden binnen het verenigingsleven werden uit hun functie gezet. Christelijke taxibedrijfjes mochten niet meer samenwerken met islamitische collega’s en er werd opgeroepen niets meer te kopen bij christenen. Christenen en moslims werden steeds meer van elkaar gescheiden.”
"We moesten weg"
De spanningen in het dorp liepen verder op. Uiteindelijk greep het gemeentebestuur in, maar juist dat was het vonkje dat nodig was om de woede te doen oplaaien. “De aanval begon op maandagnacht”, herinnert Jemal zich. “Een dag later probeerden ze me zelfs van het leven te beroven. Ik wilde blijven en mijn huis en bedrijf beschermen, maar we moesten wel weg. Op dinsdagochtend trokken groepen van huis naar huis om christenen op te sporen. Ze vernielden alles wat ze tegenkwamen en stichtten brand. In één dag werd alles wat ik in tientallen jaren had opgebouwd, in de as gelegd.”
Terug naar de islam
Door christelijke mannen te beroven van hun werk en inkomen, hoopten de aanvallers hen zwak te maken en van hun waardigheid te ontdoen, zodat ze niet langer voor hun gezin zouden kunnen zorgen. “Ze geloofden dat we wel terug zouden keren naar de islam als ze onze bezittingen hadden vernield en we niets meer te eten en te drinken hadden”, legt Jemal uit. Die dag werden 215 huizen van christenen met de grond gelijkgemaakt en 375 christelijke gezinnen moesten vluchten. Voor Jemal brak een moeilijke tijd aan als vader, echtgenoot en man. De aanvallers hadden in dat opzicht gelijk: Jemal was erg aangedaan door het feit dat hij van de ene op de andere dag geen succesvol zakenman meer was, maar moest dealen met het verlies van zijn huis en zijn bedrijven. “Ik was gebroken. Het gevoel dat ik toen had, ik kan het nog steeds voelen. De aanval heeft diepe impact gehad. Hoe moest ik nog voor mijn jonge kinderen zorgen?”
Wraakgevoelens
Zijn geloof werd in die tijd behoorlijk op de proef gesteld. Jemal voelde een diepe verbinding met het Bijbelboek en de persoon Job, van wie ook alles werd afgenomen. “Ik voelde me zo verdrietig. Ik speelde zelfs met de gedachte om wraak te nemen”, geeft Jemal toe. “Later werd ik rustiger. Als christenen kunnen we niemand doden. Dat is niet iets waar de Bijbel toe oproept. Ik probeer trouw te blijven aan Gods Woord.”
Moeilijke terugkeer
Met hulp van Open Doors konden Jemal en andere christenen uit zijn gemeenschap terugkeren naar hun dorp. Die terugkeer ging niet zonder slag of stoot. “Sommige dorpsgenoten werden met de dood bedreigd. Islamitische verkopers mogen nog steeds geen zaken met ons doen. Nu gaat één persoon uit onze gemeenschap boodschappen doen in een andere stad voor ons allemaal”, vertelt Jemal. Maar er is iets dat hij nog pijnlijker vindt. “Onze buren praten nog steeds niet met ons, omdat hun wordt verboden dat te doen.” Zelfs kinderen schelden hem uit. Voor zijn eigen kinderen en kleinkinderen is het niet veilig om in hun eigen woonplaats naar school te gaan.
‘Gehaat en verstoten’
Toch overheerst een gevoel van dankbaarheid in het leven van Jemal. Hij en zijn christelijke dorpsgenoten kregen traumazorg om de gebeurtenissen te verwerken. Open Doors verzorgde trainingen waarin de gemeenschap leerde sterk te staan tijdens vervolging. Met financiële steun worden de bedrijven van Jemal herbouwd. “Het christelijk geloof heeft een prijs. In de wereld zul je worden gehaat en verstoten. Nu dringt de betekenis nog sterker tot me door. Maar onze God is een God van hoop”, zegt Jemal. “Hij werkt. Hij brengt verandering. Daar houd ik me aan vast.”
In Sub-Sahara Afrika zijn duizenden christenen doelwit van aanvallen. Huizen en kerken worden in de as gelegd, christenen worden op gewelddadige wijze van huis en haard verdreven. Sommigen worden op brute wijze omgebracht. Het geweld slaat diepe wonden, zowel fysiek als mentaal.
Het geweld tegen hen is geen toeval, het is een strategische aanval. Het doel is duidelijk: breek de man, verneder de vrouw om zo de kerk te verzwakken en het lichaam van Christus in Sub-Sahara Afrika uit te roeien.
De vervolging begint vaak heel subtiel, maar heeft verwoestende gevolgen. Maar juist daar, in die wanhoop, ontstaat een nieuw begin. Met hulp van Open Doors kon Jemal zijn bedrijf herbouwen. Nu is zijn verhaal van wanhoop een verhaal van hoop.
Kom ook in actie tegen gewelddadige vervolging. Teken de petitie of geef een gift. Ga naar https://www.opendoors.nl/wanhoop/
Praatmee