Lokale monnik leidt een groot protest tegen huiskerk in Sri Lanka

De christelijke minderheid in Sri Lanka - ongeveer 9 procent van de bevolking - heeft al jaren te maken met tegenwerking vanuit de overwegend boeddhistische bevolking. Voorgangers worden onder druk gezet om samenkomsten te stoppen. Deze zomer kwamen pastor Nimal* en pastor Sirimal* oog in oog te staan met grote groepen die eisten dat ze hun werk zouden neerleggen.
Eind juni stond pastor Nimal (foto) tegenover de burgemeester, een secretaris van de regionale overheid, een minister van Religieuze Zaken en een groep van zestig buurtbewoners. “Stop de diensten in deze regio”, eiste de secretaris. De predikant liet hen alle officiële papieren zien die aantoonden dat zijn kerkgebouw legaal was gebouwd. Toch wilde niemand naar hem luisteren.
Geluidsdichte kerk
Sinds pastor Nimal in 2013 zijn werk in deze regio in het midden van het land begon, is zijn kerkgemeenschap gegroeid tot meer dan vijfhonderd gelovigen. Om de groeiende groep gelovigen te kunnen huisvesten, besloot hij op zijn eigen grond een kerkgebouw te bouwen. Nadat de kerk was gebouwd, werd de grond rondom de kerk volgebouwd door anderen. Het gebouw stond dus ineens in een dichtbebouwde straat. Om tegenstand zoveel mogelijk te voorkomen, maakte hij de kerk geluidsdicht. Toch is er keer op keer weerstand vanuit de overheid en de buurt.
Telkens wanneer een nieuwe burgemeester of een nieuwe regiosecretaris geïnstalleerd wordt, treden ze op tegen de christelijke minderheid om zo de gunst van de meerderheid te winnen. Ook verschillende buren maken het de voorganger al jaren lastig. Pastor Nimal: “Ze beledigen me en maken verwijten: ‘Waarom bouw je een kerk midden in dit boeddhistische dorp?’. Om allerlei verzonnen redenen bellen ze de politie.”
Ook dit keer, eind juni, klaagden de buren. “Vreemdelingen uit de wijde regio komen om te laten bidden voor genezing. Alcoholisten zoeken de kerk op om van hun verslavingen af te komen. Deze vreemdelingen zijn een risico voor de buurt.” Nimal hield stand: “Wij doen goed werk. Waarom zijn jullie daartegen? Waarom zijn jullie niet tegen de drankwinkels of prostitutie in het dorp?”. Na een verhitte, twee uur durende discussie droop de groep af.
Monnik leidt protest
Twee weken later, een paar honderd kilometer noordelijker, stond een andere voorganger tegenover een grote groep. Onder leiding van een boeddhistische monnik protesteerden ongeveer vijftig dorpelingen tegen de huiskerk van pastor Sirimal. Al eerder die dag was de politie langs geweest om pastor Sirimal te zeggen dat hij moest stoppen met zijn activiteiten. Sirimal antwoordde dat dit zijn eigen huis was en dat hij het recht heeft om mensen te ontvangen zonder de rust te verstoren.
In 2023 begon pastor Sirimal de huiskerk in zijn eigen woonplaats, in opdracht van de Here God. Zijn eerste gemeente? Dat was zijn eigen gezin: zijn vrouw en vier kinderen. Ze baden samen geduldig en volhardend. Medio 2024 werden de eerste vruchten zichtbaar: families uit het dorp begonnen de huiskerk te bezoeken. De groep groeide naar dertig leden.
Halverwege 2024 startte de bouw van een boeddhistische tempel in dezelfde straat als waar Sirimal woont. Aanvankelijk was de relatie met de nieuwe boeddhistische monnik goed. Hij benaderde Sirimal vriendelijk en nodigde hem zelfs uit om deel te nemen aan een jeugdcommissie. Ondanks de geloofsverschillen werkten de commissieleden vredig samen.
Begin juli 2025 werd Sirimal opgeroepen om zich te melden bij de jeugdcommissie. Meteen bij aankomst realiseerde de pastor dat de situatie veranderd was. “De monnik begon me uit te schelden. Hij vroeg me te stoppen met mijn werk in het dorp. De andere leden van de jeugdcommissie stemden daarmee in”, vertelt Sirimal. Een verhitte discussie volgde en de monnik dreigde een dorpsprotest te organiseren.
Maar pastor Sirimal ging door met de samenkomsten in zijn achtertuin. Daarop verzamelde de monnik een grote groep dorpsbewoners en trok naar het huis van Sirimal. Ook trok de groep naar het kantoor van de regionale secretaris, om daar twee uur lang te protesteren met spandoeken en posters. De lokale krant schreef over hoe de monnik en dorpsbewoners samen optrokken tegen ‘een illegaal religieus centrum’. Ook maakten de opmerkingen op sociale media veel indruk op de pastor en zijn vrouw: “Ze beginnen ons te haten.”
Sterk in de storm
Pastor Nimal en pastor Sirimal ontvangen hulp via lokale partners van Open Doors. Sirimal en zijn gemeente volgden in augustus de training ‘Sterk staan in de storm’ om te leren omgaan met vervolging en tegenstand. “Het was een grote zegen”, vertelt Sirimal. “Wij ervoeren veel stress, maar dit programma heeft ons allemaal verlichting gebracht en nieuwe inzichten gegeven.” De hulp geeft pastor Nimal en zijn gezin de moed om door te gaan: “Ik zal het niet opgeven. Ik ga door met wat God me heeft opgedragen.”
Sri Lanka telt 22 miljoen inwoners. Twee derde van de Sri Lankanen is boeddhistisch en 13 procent is hindoeïstisch. Daarnaast wonen er zo’n twee miljoen moslims en iets meer dan twee miljoen christenen in Sri Lanka. De christenen vormen een kwetsbare minderheid.
Dit artikel is overgenomen van de website van Open Doors.
Praatmee